De Nieuwe Taalgids. Jaargang 83
(1990)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
Bzzlletin 19 (1989), nr. 168is een themanummer over het werk van Cees Nooteboom. Na een Ter inleiding beschrijft Daan Cartens in Een uiterste gestrengheid tot stilte Nootebooms ideeën over de poëziebundel Het gezicht van het oog, waarna Albert Witteveen zijn kijk op deze bundel geeft. - Met ‘Het breken van ogen’ geeft Kees van 't Hof een analyse van ‘I Maschi’ uit de bundel Aas. -In De Koning is dood! Leve de koning! schrijven Arie Gevers en Marc Kregting over de verhalenbundel De verliefde gevangene. - Postmodern avant-la-lettre is een bijdrage van Ernestine Kossmann over de roman De ridder is gestorven. - Gaby Lafeber vraagt in ‘Wie niet kiest, zal in het moeras omkomen’ de aandacht voor de existentiële problematiek in Rituelen. - Aan de hand van de roman In Nederland wordt in het artikel De schrijver als schenner de relatie schrijver-filosoof-tekst belicht. - Maarten Steenmeijer beschrijft Nootebooms relatie met Spanje, die door Pieter de Nijs wordt verklaard als inherent aan het schrijverschap, waarna Hans Steenbergen ‘Nootebooms vergeefse pogingen naar het voorbij’ belicht. - Michel Boll besluit het nummer met Het oeuvre op reis, waarin hij de aandacht vraagt voor de buitenlandse reacties op Nootebooms werk. | |
Dietsche waranda & Belfort 134 (1989), nr. 4opent met een kort dankwoord aan de op 67-jarige leeftijd overleden Kamiel de Smet. Voorts een intrigerend essay over de ‘Exeptio artis’, waarin Wim Leybaert een lans breekt voor de kunst en de kunstenaars. - Meer muziek op school is de titel van een opstel van Marcel Janssens over de relatie tussen cultuur en muziek. - In de ‘Kroniek’-rubriek besprekingen van Het huis genaamd Les Hêtres van Jef Geeraerts (door Koen Vermeiren), Wit is altijd schoon van Leo Pleysier (door Hugo Bousset) en Olifant achter blok van Robert Anker (door Stefaan van Laere). - In Gedicht geopend vraagt Willy Spillebeen de aandacht voor Vertrek van dochters van Rutger Kopland. - Georges Adé probeert in Terugblik het denkklimaat op te roepen waarin hij destijds Het lichamelijk onderscheid schreef. | |
Documentatieblad kinder- en jeugdliteratuur 3 (1989), nr. 10opent met een artikel van T.H.A. van der Voort over De invloed van televisie kijken op het lezen van boeken. - Jan de Zanger geeft in Oslo, 20 september-1 oktober 1988 een impressie van twee congressen, waarvan het IBBY-congres ons de belangrijkste mag heten, omdat daar Annie M.G. Schmidt de Hans Christiaan Andersenmedaille werd uitgereikt. - Voorts een bijdrage van Jan van der Wegt-Laverman over Friese kinder- en jeugdliteratuur. | |
Driemaandelijkse bladen 41 (1989), nr. 1/2J. Slijkhuis vervolgt zijn bijdrage over Noord- en Oost-Nederland in Duitse ogen 1600-1930. Een tussenbalans (II). - Fokko Veldman verdiept zich in de Schrijfwijze en spelling bij Gerard Udinck (dagboek 1663-1635).-Remi van Schaïk inventariseert Middeleeuwse boekproduktie en Middeleeuws boekenbezit in Groningen. | |
De Gids 152 (1989), nr. 8/9is een themanummer over Stijl. In de rubriek ‘Literatuur & kunst’ onderzoekt Wiel Kusters de stijl in de poëzie van Hans Faverey. - Frieda Balk Smit-Duyzentkunst belicht in Stijl in woorden daad de verschillende betekenisaspecten van dit begrip. - In Altijd effen witte zijden zakdoeken beschrijft Harry G.M. Prick de stijlopvattingen van Lodewijk van Deyssel. - Huib van Krim- | |
[pagina 93]
| |
pen vraagt de aandacht voor de ontwikkelingen van de Stijl in typografie. - Voorts een bijdrage van Piet Calis over ‘De Stijl’ en ‘De Nieuwe Stijl’, waarna Remig Aerts de rubriek afsluit met enkele notities over de stijlopvattingen in De Gids. | |
Gramma 13 (1989), nr. 1H. Pander Maat vergelijkt De probleemoplossingspresentatie in advertenties en adviesteksten. - In Problemen met de tussenklank e(n) pleit Maarten Klein ervoor, de tussenklank e(n) steeds als en te schrijven. -G.R.W. Dibbets vraagt aandacht voor Gebruyc en Reden in De Nederduytsche Spraec-Konst (1633) van Christiaen van Heule. - Taal in vivo; een reactie op Henk Blok 's ‘Taal voor alledag’ van de hand van Carel van Wijk. - Onder de titel: Middelnederlandse syntaxis in nieuw perspektief geeft M.C. van den Toorn een kritische bespreking van: A.M. Duinhoven, Middelnederlandse syntaxis. Synchroon en diachroon. Boekbespreking: Arie Sturm, Primaire syntactische structuren in het Nederlands (door Ad Foolen). | |
Literatuur 6 (1989), nr. 5opent met In de schaduw van Tolsloj, een bijdrage van Jeannette E. Koch over invloeden van deze Russische auteur en anderen in Couperus’ Majesteit. - Ludo Jongen onderzoekt in De kleine Ajax de compositietechniek in Maerlants Historie van Troyen. - De rubriek ‘Werk in uitvoering’ bevat een artikel van E.B.M.J. Blomme over de boekhandelaar en het opstel De kunst der uitersten, waarin P. Kralt het werk van Maarten 't Hart belicht. - In ‘Ter gelegenheid van...’ de tekst van een lezing van Herman Pleij over de vraag: Heeft de schrijver een taak? - Het vijfde en tevens laatste deel van de reeks ‘Literatuur in de ether’ is gewijd aan het programma ‘Finale’ (als) opiniërend tegenwicht voor het amusement. - Voorts recensies van Leo Noordegraaf en Gerrit Valk, De Gave Gods, de pest in Holland vanaf de late middeleeuwen (door Paul Dijstelberge), G. van Eemeren en H. Meeus, Genres in het ernstige renaissancetoneel der Nederlanden - 1626-1650 (door Anneke Fleurkens), F.L. Kersteman, De bredasche Heldinne ed. Dekker-Johannesvan de Pol (Jacqueline de Man), Nop Maas, De literaire wereld van Carel Vosmaer (door B. Luger), De negentiendeeeuwreeks (door Dick Welsink) en M.F. Fresco, Filosofie en kunst (door Magda Sosef). | |
Maatstaf 37 (1989), nr. 7opent met een bijdrage van Frits Bernard, waarin hij zijn Herinneringen aan Jan Hanlo heeft vastgelegd. - In zijn Poëzierubriek belicht Rob Schouten De lust tot lezen van Maaike Meijer, De reis naar het Welkom geheten van Elma van Haaren, Er rijdt een vrouw op de maan van Margreet Schouwenaars en Raveslag van Maria van Daalen. | |
8/9Dit dubbelnummer over Politiek en literatuur na 1945 opent met een bijdrage van Bart Tromp over Literatuur en politiek in Nederland na 1945. - E.M. Janssen Perio onderzoekt onder meer de letterkundige rol van De Groene Amsterdammer. - In Intellectuelen en de wereld na 1945 geeft A.F. van Oudvoorst de richting van de naoorlogse literatuur aan. - Jan Bervoets en Hans Ramaer beschrijven in het artikel Van kunstenaarsopstand tot engagement de literatuur en politiek in de jaren zestig. - Voorts een opstel van J.J.M. van Holsteyn over het politieke schrijverschap van L.P. Boon, een bijdrage van Arnold Heumakers over Harry Mulisch en de politiek en kritische kanttekeningen van Ger Verrips bij het letterenbeleid van de Nederlandse overheid.-G. Teitler en D.C.L. Schoonoord besluiten deze aflevering met een beschrijving van Het Nederlands-Indonesische conflict in de romanliteratuur. | |
Ons erfdeel 32 (1989), nr. 4G.F.H. Raet schrijft over De grootste lezer; Kees Fens en de literatuur. - Dirk de Geest houdt in Herstel en eerherstel een pleidooi voor de recente poëzie van Hugo Claus. - Het antiquarische boek in Nederland en Vlaanderen: een persoonlijke impressie door Gert Jan Hemmink. - Rijp, Asse, Bronmos. Met deze kernwoorden typeert Wiel Kusters het werk van de dichter Hans Faverey. - In Vlaanderen Vlaams?, | |
[pagina 94]
| |
vraagt Guido Geerts zich af, waarbij hij drie opvattingen over het Nederlands in Vlaanderen de revu laat passeren. - ‘Wat doen de feiten er toe als er fïktie bestaat?’. Theo Hermans noemt H.C. ten Berge Transmontaneus. - In Streuvels en de Russen gaat Wim Coudenys in op de merkwaardige relatie tussen Struevels en de Russische literatuur. - Verder de rubriek Nederlandse taal- en cultuurpolitiek. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling C, onder redaktie van H. Klop. | |
Onze taal 58 (1989), nr. 9Een special over Politiek en taalgebruik. - Waarom zijn politici onbegrijpelijk? Volgens C.M.J, van Woerkum kan onbegrijpelijke taal voordelen opleveren als de geloofwaardigheid er niet (te zwaar) onder lijdt. - Nico Groen & Erik Viskil zien dreigen, beledigen, emoties uitbuiten en verwijten omkeren als vormen van Drogredenen in de politiek. - Jan van der Ven geeft een fraai staaltje van Taaischepping door minister Smit-Kroes ten beste. - C. Sorgdrager haalt het taalgebruik van mevrouw Gardeniers-Berendsen over de hekel met Wartaal in de Tweede Kamer. - E.J. van der Spek poneert De Bertnorm. Fantasy themes in de verkiezingsstrijd. - Proberen vrouwen in vrouwenpartijen anders te overtuigen dan mannen? In De eigen retoriek van een vrouwenpartij stelt Agnes Verbiest deze vraag aan de orde. - Met een lichte geur van ongewassen beddegoed gaat Lex Bruinhof op zoek naar de nestgeur in politiek taalge-bruik. - Martin de Koning stipt Politieke eufemismen aan. - Analyseer de politiek en begin bij de veelzijdige funkties van teksten, aldus Teun A. van Dijk in Politieke teksten. - Dr. G.J. van Andel legt de betekenis van de medische eigennaam Dotteren uit (een niet-operatieve methode om vernauwde of afgesloten slagaderen weer doorgankelijk te maken, vernoemd naar Charles T. Dotter). - In haar rubriek Van woord tot woord gaat Marlies Philippa op Dotter in de ruimste zin des woord in. - De schrijfhulp van Inez van Eijk wordt besproken door Peter Burger & Jaap de Jong. | |
De revisor 16 (1989), nr. 4bevat onder meer een bijdrage van Nicolaas Matsier, die in Alice in Nederland de vertalingen van Caroll's wonderboek onder de loep neemt. - In De onvoltooid verleden tijd heeft J. Heymans een gesprek met de schrijver/schilder Armando. | |
SIC 4 (189),nr. 4bevat onder meer een artikel van Trudy Sas over Forum en De Vrije Bladen en een open brief van Henk van Gelre, getiteld Adriaan Venema over collaborerende schrijvers, waarin hij reageert op de artikelen over dit onderwerp in Sic 4/1-2. | |
Spektator 18 (1988/'89), nr. 5Een themanummer, bestaande uit 19 letterkundige squibs: W.J. van den Akker, Li-teratuurgeschiedenis of literatuurgeschiedvervalsing. - Armand van Assche, Wat is er aan de hand met de empirische literatuurstudie? - Mieke Bal, Literatuurwetenschap In-terdisciplinair. - Frida Balk, Is't letterkunde? - K.D. Beekman, De strategie van het postmodernismedebat. - W. van den Berg, Nationalisme, een rem op de romantiek. - Hans van den Bergh, Een mislukte jij-bak. - Maarten van Buuren, Literatuur als tekst. - Paul Claes, O, die stem van Steyn! Een semanalylische lezing van Couperus. - G.J. Dorleijn, Herkenning van het onbekende; een literaire quiz. - D. Franck, Literatuur-wetenschappelijke IMMUNOLOGIE of: de onderwerping van het onderwerp of: de be-veiliging van het subjekt tegen het objekt. - G.J. Hooykaas, Epistolaria (de problematiek bij het editeren van 19-e eeuwse brieven). - Nico Laan, Rafael, Titiaan, Rubens. - Jan van Luxemburg, Voorwoord en Moraal. - Maria Mathijsen, Het blozen van brievenediteurs. Een reactie op G.J. Hooykaas' Epistolaria. - Anthony Mertens, De Mythomaan verdwaalt. - Pamela Pattynama, Mannelijke mannen, literatuur en feminisme. - H. Verdaasdonk en G. Seegers, Keuzes zonder voorkeur? - G. de Vriend, Een exclusieve kinderwereld in de jeugdliteratuur. | |
Spiegel 7 (1989), nr. 1In dit tijdschrift voor onderzoek en ontwikkeling van de didactiek van het moeder- | |
[pagina 95]
| |
taalonderwijs en de opleiding tot leraar in de moedertaal een bijdrage van Rita Ryme-nans over Verbale interactie in de klas. - Jan Pieter van Oudenhoven schrijft in Spelling en schoolsucces over de normatieve rol van onze spelling en doet enkele suggesties die tot verbetering van de prestaties kunnen leiden. - Piet Hein van de Ven belicht de Historische aspecten van literatuuronderwijs en de crisis in de humaniora. - Tenslotte een kritische bijdrage van Jan Sturm over Moedertaalonderwijs en (de invoering van) ba-sisvorming: hoe staat het met de vrijheid van richting en inrichting? | |
Taalkundig bulletin 19 (1989/'90), nr. 2Een studie van Marcel den Dikken over Verb projection raising en de analyse van het IPP-effect. - Crit Cremers schrijft Over een lineaire kategoriale ontleder. - Eric Hoekstra onderkent Polaire asymmetrieën tussen NP en S. - Sietze Looyenga onderzoekt Se-mantische relaties tussen nevenschikkingen met genegeerde predikaten. | |
Tirade 33 (1989), nr. 323bevat onder meer een bijdrage van Arnold Heumakers over Literatuur en Ideologie, de bewerkte tekst van een lezing voor een door de Jan Campertstichting gehouden symposium over ‘Goed en fout in de literatuur’. - Robert Anker vraagt in Herlezen de aandacht voor de roman Philip en de anderen van Cees Nooteboom. - In zijn Poëziekroniek bespreekt Tomas Lieske De bruinvisvrouw van Carla Bogaards. | |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 105 (1989), nr. 2/3Jan Willem Klein vraagt aandacht voor De Gentse fragmenten van de ‘Karel ende Elegast’. - Maaike Mulder onderzoekt De filiatie van de ‘Reise/Reis’-teksten van de ‘Brandaan’. - P. Wackers en E. Verzandvoort geven een overzicht van de Bewer-kingstechniek in de Reynaert-traditie. - M.A. Schenkeveld-van der Dussen beziet Het probleem van de goddelijke inspiratie bij christen-dichters in de 16de en 17de eeuw. - P.E.L. Verkuyl gaat in op Duidingsproblemen n.a.v.: ‘De maanden van het jaar’, ed. K. Porteman, 1987. - J. van Loon verricht Een peiling naar het ontstaan van het Zuidnederlandse accusativisme. - F. de Tollenaere bespreekt Een nieuw Gotisch etymologisch woordenboek. Het gaat om: Winfred P. Lehmann, A Gotic etymological Dictionary. Based on the third edtition of Vergleichendes Wörterbuch der Gotischen Sprache by Sigmund Feist, with bibliography prepared under the direction of Helen-J.J. Hewitt. Boekbeoordelingen: A.J.A.M. Hanou, Sluiers van Isis. Johannes Klinker als voorvechter van de Verlichting, in de vrijmetselarij en andere Nederlandse genootschappen, 1790-1845 (door Ton van Kalmthout); J. Six van Chandelier, ‘s Amsterdams winter. Uitgegeven en toegelicht door Maria A. Schenkeveld-van der Dussen met medewerking van Hans Luijten (door L. Strengholt).
R.W.W.M. van der Drift W.A.A.M. Merlijn |
|