| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 17 (1989), nr. 166/167
is een dubbelnummer waarin het leven en werk van de schrijfster Renate Dorrestein centraal staat. Na een Biografie Renate Dorrestein van Robert-Henk Zuidinga volgt een interessant gesprek dat Wam de Moor met haar had, getiteld: ‘Mijn woede richt zich op stereotypen’. - Voorts een bijdrage van Ineke van Mourik, die in De vergruizing van het perpetuum mobile Dorresteins gehele oeuvre tracht te karakteriseren. - Robert-Henk Zuidinga beschrijft de ontwikkeling van de ‘female gothic’ en ziet Dorrestein als ‘de eerste Nederlandse auteur die in deze traditie te plaatsen is’. - In het artikel Bij de ‘gothieke vertelsels’ van Renate Dorrestein tracht Hella S. Haase daarna aan te tonen waarom dat zo is. - Robert-Henk Zuidinga maakt in Het Dorresteinsiaans enkele notities bij het taalgebruik in haar columns en romans en besluit het thema met een Bibliografie Renate Dorrestein. -
Voorts een bijdrage van Fons Elders, die een gesprek had met Martin Mooij, initiatiefnemer van de Stichting Poetry International, onder de titel ‘Het vasthouden aan de menselijke stem, die illusie’.
| |
Dietsche warande & Belfort 134 (1989), nr. 3
De Aeneis versus De levensreis van een Man is een bijdrage van Willy Spillebeen, waarin hij de ontstaansgeschiedenis van zijn in 1982 verschenen roman beschrijft. - In de ‘Kroniek’-rubriek reageert Siem Bakker op Martien J.G. de Jongs bespreking van Een heilige van de horlogerie in DW&B 133/7. - Voorts besprekingen van Noodtoestand van A.P. Brink (door Luc Renders), Het storende levensverhaal van professor J.K. Mortal van Mark Eyskens (door Koen Vermeiren), Bezorgde ouders van Gerard Reve (door Hugo Bousset) en IJlings naar nergens van Ward Ruyslinck (door Marcel Janssens), - In Gedicht geopend vraagt J.J. Oversteegen de aandacht voor het gedicht ‘Cartomantica’ van Tip Marugg.
| |
Dokumentaal 18 (1989), nr. 2
Ook deze aflevering is weer gecentreerd rondom de vaste rubrieken Vakgenootschap, Van de stichtingen, Gepromoveerd en Pas verschenen. - Van de hand van A. Nieuweboer Klop, klop, wie is daar, deel twee.
Recensies: Johan de Brune de oude 1588-1658. Descriptieve auteursbibliografie. Subjectieve bibliografie samengesteld door P.J. Verkruijsse (...) (door Henk de Kooker); B.P.M. Dongelmans, Van Alkmaar tot Zwijndrecht. Alfabet van boekverkopers, drukkers en uitgevers in Noord-Nederland 1801-1850 (...) (door Clemens de Wolf).
| |
Forum der letteren 30 (1989), nr. 2
Een themanummer over Toekomstperspectieven in de literatuurwetenschap, onder redaktie van Barend van Heusden, P.F. Schmitz en Rien T. Segers en opgedragen aan J.J.A. Mooij. - J. Neubauer gaat in op Het empirische van de Vergelijkende Literatuurwetenschap. - In Hermeneutiek en deconstructie, of: de lantarenpaal en het donker komt P.F. Schmitz tot een kritische bespreking van de empirische literatuurwetenschap. - D. Schram gaat in op het verband tussen Literaire theorie en empirische literatuurwetenschap en Barend van Heusden op het verband tussen Theoretische literatuurwetenschap en semiotiek. - In Benaderingen van metonymie geeft A. Moerdijk een overzicht van een aantal bestaande benaderingen van metonymie in de historische, strukturele en neo-strukturele semantiek, gevolgd door een mogelijke benadering in kognitief-semantisch kader. - In Snelkookpanne ... De druk van het dialect op de uitspraak van ontleningen uit het Standaard Nederlands toetsen en verfijnen Marinel Gerritsen en Nelleke Brussaard theorieën over fonologische aanpassing van leenwoorden aan de hand van een onderzoek in de dialekten in het noord-oosten van het Nederlandse taalgebied naar sjvaparagoge in uit het Standaard Nederlands geleende woorden voor de moderne begrip- | |
| |
pen: balpen, snelkookpan, ijskast en vrieskist.
Boekbesprekingen: J.A. van Leuvensteijn (red.), Uitgangspunten en toepassingen. Taalkundige studies over Middelnederlands en zestiende- en zeventiende-eeuws Nederlands (door C. van Bree); Paisley Livingston, Literary Knowledge: Humanistic Inquiry and the Philosophy of Science (door Rolf Zwaan) -
| |
De gids 152 (1989), nr. 6
opent met Liedren als zuilen, een bijdrage van Wiel Kusters over de Balder-zangen in Gorters Mei, die hem sterk aan Bilderdijk doen denken. - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ belicht Remco Ekkers de bundel De kracht van verlamming van Eva Gerlach.
| |
nr. 7
In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ bespreekt Remco Ekkers de bundel Raveslag van Maria van Daalen.
| |
Levende talen nr. 442
Na het artikel van Wim Coumou in het maartnummer en het artikel van Theo Janssen in het aprilnummer een derde bijdrage afkomstig van het VU-symposium ‘Ordeningscriteria voor leesteksten in het onderwijs Nederlands als tweede taal’. In hun artikel gaan Jan Hulstijn en Ineke Vedder in op de vraag welke faktoren de moeilijkheidsgraad beïnvloeden van teksten die thuis in aansluiting op de Nederlandse les gelezen worden. - Als reaktie op een bijdrage van Schuurs en Verhoeven in het januarinummer toont W.I.M. van Calcar aan dat de grammatika een rol kan spelen bij de ontwikkeling van de taalvaardigheid van een leerling; in het bijzonder laat hij zien dat ze van nut kan zijn om een leerling te helpen ongrammatikale zinnen op te sporen en te verbeteren. - In de laatste van vijf bijdragen over het schrijf- en literatuuronderwijs in de Verenigde Staten gaat Wam de Moor in op De bloemlezer als didacticus: Kenneth Koch. Produktief-kreatief literatuuronderwijs: ook iets voor Nederland? - In Schrijvers in soorten en maten gaat Daniël Janssen in op vragen als: wat maakt iemand tot een goede schrijver, en welke verschillen bestaan er tussen schrijvers? Twee schrijversvariabelen en één taakvariabele worden daarbij aan de orde gesteld.
Boekbespreking: M.A. Haft-van Rees, Taalgebruik in gesprekken: inleiding tot gespreksanalytisch onderzoek (door J. Mönnink).
| |
Literatuur 6 (1989), nr. 4
opent met ‘Aanstotelijk voor de eerbaarheid’, een bijdrage van Greetje Heemskerk over gemeentelijk toezicht op leesbibliotheken. - Karel Bostoen beschrijft in Vondel contra Smout de wijze waarop Vondel in zijn hekeldichten deze calvinistische predikant op de korrel nam. - In de rubriek ‘Werk in uitvoering’ vraagt E.B.M.J. Blomme de aandacht voor het metier van de (boek)drukkers. - Jacqueline Brel belicht anarchisme en mystiek in het fin de siècle aan de hand van de roman De droomers van Maurits Wagenvoort. - Van hoofse toneeltekst naar leestekst voor burgers? is de titel van een bijdrage van Jo Beckers, waarin hij tracht aan te tonen dat de Goudse druk van Lancelot geen zwak aftreksel van de Hulthemse versie is. - De rubriek ‘Literatuur in de ether’ is gewijd aan het radioprogramma Camera Obscura. - Voorts boekbesprekingen van Herman Pleij, De sneeuwpoppen van 1511 (door Werner Waterschoot), Karin Tilmans, Aurelius en de Divisiekroniek van 1517 (door Mieke B. Smits-Veldt), W.F.G. Breekveldt, Pragmatiek van de roman (door Luc Korpel), Johan de Brune de Oude 1588-1658; descriptieve auteursbibliografie ed. Verkruijsse (door P.J. Koopman) en K. Bogers en P. Wymeersch, De Kongo in de Vlaamse fiktie- en reisverhalen (door Gilbert Braspenning).
| |
Maatstaf 37 (1989), nr. 6
In deze aflevering onder meer de tekst van een lezing die Wam de Moor hield bij de onthulling van een plaquette op het sterfhuis van J. van Oudshoorn, getiteld: De Haagse huizen van Van Oudshoorn.
| |
NWT 6 (1989), nr. 4
In Een ‘mooi warm wicht’ probeert Jacques Kruithof de 100-jarige Mei van Gor- | |
| |
ter in zijn historische context te plaatsen. - Een boodschap waar niemand een boodschap aan heeft is de titel die Mario Molegraaf meegaf aan zijn opstel over de poëzie van Ida Gerhardt.
| |
Onze taal 58 (1989), nr. 7/8
De congruentie is niet meer wat het was, vindt A. Maes. Maar wat is aanvaardbaar als je met hij, haar, ze, het of dat verwijst naar de kontekst? - In de rubriek Vraag en antwoord gaat de redaktie in op de vraag: Is ‘overbodiger’ mogelijk? - Gerry Bruil, die voor een uitgeverij het werk van bekende schrijvers op spelling en grammatika korrigeert, noemt zichzelf een pianostemmer; haar werk staat centraal in De spraakmakers, Beschermengel der literatoren van Jaap de Jong. - W. Sterenborg is geïnteresseerd in degenen die zich in 1882 opgegeven hadden als Abonnee op het WNT. - Nico Groen en Erik Viskil vragen aandacht voor Taalbeheersing in ontwikkeling. Een vakgebied in opmars. - J. Posthumus buigt zich Over floppy's, guppy's en yuppies. Schijnbare verkleinwoorden uit het Engels. - P.A.J. Wels zet zijn aanval op de recente voorstellen van de Werkgroep ad hoc Spelling m.b.t. verbindingsletters en diakritische tekens voort, onder de titel: Voorzet 20 schiet zijn doel voorbij (2). - Martin de Koning noemt de reklametekst voor De Kindertelefoon: Dan bel je gewoon ... een miskleun. - In Hoe maak je een synoniemenwoordenboek? (III) gaat Riemer Reitsma in op betekenisrelaties. - Albert J. Hofstede, koördinator Stenografische Dienst der Staten-Generaal, maakt in Het gesprokene geschreven onderscheid tussen schrijftaal en geschreven taal, spreektaal en gesproken taal. - H. Heestermans signaleert nieuwe aanwinsten in Onze groeiende woordenschat. - In Diagnose en therapie van grammaticale fouten (2) vergelijken Arthur Dirksen en Uriël Schuurs het effekt van drie soorten onderwijs. - De rubriek Van woord tot woord van Marlies Philippa gaat ditmaal over Onze talen, waarmee de minderheidstalen in de Europese Gemeenschap bedoeld worden en de Frieze varianten in het bijzonder. - R. Post memoreert
tenslotte de taalrubriek van Lo van Driel in de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant).
| |
Spektator 18 (1989/'90), nr. 4
E.K. Grootes verdiept zich in De paradoxen van de literatuurgeschiedschrijving. - R.M.T. Zemel vraagt aandacht voor Het vergeten vergrijp van Galiene (uit de Comte du Graal van Chrétien de Troyes). - C-commanderen in Model-Theoretische Semantiek van Eric Hoekstra gaat in op argumenten uit de model-theoretische semantiek die de vermeende onmacht van het principe c-commanderen in de beregeling van bereikskwesties proberen aan te tonen. - Over het ontstaansmilieu van een laatmiddeleeuwse prekenbundel gaat Het Nuttelijc Boec en het Hollandse hof van Geert Warnar.
Boekbesprekingen: Vondels Leeuwendalers. Onder redactie van Carel Alphenaar en Camiel Hamans (door Marijke Spies); P.C. Hooft, Ariadne. Naar het Amsterdamse handschrift ingeleid, toegelicht en geannoteerd door A. de Bruijn (door Marijke Spies); De Schoolmeester // = Gerrit van de Linde//, De brieven van De Schoolmeester. Documentair-kritische uitgave door Marita Theodora Catharina Mathijsen-Verkooyen (door G.J. Hooykaas); Vondel! Het epos van een ambachtelijk dichterschap, onder redactie van Marja Geesink en Anton Bossers; Jetzt kehr ich an den Rhein. Een opstellenbundel bij Vondels 400ste geboortedag. Samengesteld door H. Vekeman en H. van Uffelen; Walter Thys, Vondel et la France; à l'occasion de quatrième centenaire de la naissance à Cologne du dramaturge et poète néerlandais Joost vanden Vondel (1587-1679) (alle drie door Marijke Spies); Literatuurgeschiedenis op school? Onder redactie van Armand van Assche (door Marijke Barend); Jan van Luxemburg, Mieke Bal en Willem G. Weststeijn, Over literatuur (door Gerard de Vriend); Erik Dams en Hugo Brems, Poëzie en non-book en Hugo Brems, Analyse van een malaise. Het jongerenprobleem in de Vlaamse poëzie 1945-1950 (door Bas Douma); Martin Bakker, ‘Ik zag de nieuw brug’. Een systematisch onderzoek naar het nieuwe van Nijhoffs Nieuwe Gedichten (door G.J. Vis); Douwe Fokkema & Elrud Ibsch, Modernist Conjectures. A mainstream in European Literature 1910-1940 (door Gerard de Vriend); C. van Bree, Historische gramma- | |
| |
tica van het Nederlands (door J. Knol en J.A. van Leuvensteijn); J. Taeldeman, De klankstruktuur van het Gentse dialekt. Een synchrone beschrijving en een historische en geografische situering (door Jan Stroop).
| |
Taal en tongval 41 (1989), nr. 1/2
P.N.M. Commandeur vervolgt zijn studie over Het ontstaan van het modern Amsterdams (2). Over een verband tussen maatschappelijke ontwikkeling en taalontwikkeling. - Jan Nuyts analyseert Het Antwerpse vokaalsysteem: een synchronische en diachronische schets. - Reitze J. Jonkman vraagt aandacht voor Praktische aspekten van ‘Matched-Guise’-onderzoek in Friesland. - Alice Ottow-Kolman bestudeert de T-deletie na sonoranten in Nederlandse dialecten. - Wilfried Beele brengt Nog eens Jeroom Leuridans ‘Soldatentaal’ ter sprake. Boekbesprekingen: C. van Bree, Leerboek voor de historische grammatica van het Nederlands. Klank- en vormleer met een beknopte grammatica van het Gotisch (door A. Weijnen); Hedde gij, zedde gij. Edde gij, zijde gij? Een bonte staalkaart van Brabantse dialecten. Samengesteld door L. Van Grinsven, M. de Koning, J. Naaijkens en C. Swanenberg (door Har Brok); André Stevens, Túngërsë Dïksjënêer. Woordenboek van het Tongers, met een Nederlands register door Mevr. A. Lefebure-Meyers (door Heinz Eickmans).
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 11 (1989), nr. 1
In Kunstmatige intelligentie en gespreksanalyse: gescheiden of een lat-relatie? gaat A. Scholtens na, wat de mogelijkheden zijn van samenwerking tussen onderzoekers op het gebied van de kunstmatige intelligentie en gespreksanalytici. - J. ter Laak en A. Molenaar onderzochten Het begrijpen van ambigue en niet-ambigue informatie door jonge luisteraars: aan vijf- en zesjarigen werd gevraagd om uit een reeks van vier afbeeldingen en een blanko kaart die afbeelding of kaart te kiezen waarover de proefleider informatie verstrekte; deze informatie kon ambigue of niet-ambigue zijn. - In De correlationele structuur van enkele schriftelijke taalvaardigheden vergelijkt H. van den Bergh de verklarende kracht van een vijftal modellen voor de korrelationele struktuur van taalvaardigheden, en wel die van Spearman, Cattell, Thurstone, Guttman en Guilford. - Met De noodzaak van pragma-dialectische analyse en beoordeling voor kwantitatief onderzoek naar argumentatie reageert E.T. Féteris op: I.M.A.M. Pröpper, ‘Argumentatie en machtsuitoefening in discussies’. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing 10 (1988), 286-299; I.M.A.M. Pröpper geeft haar Een antwoord op: ‘De noodzaak van pragma-dialectische analyse en beoordeling voor kwantitatief onderzoek naar argumentatie’.
Boekbeoordelingen: Jan Renkema, Tekst en uitleg. Een inleiding in de tekstwetenschap (door G. Verhoeven); M.L. Komter, Conflict and cooperation in job interviews. A study of talks, tasks and ideas (door P.J. Schellens); J. Palm, Het meten van leesvaardigheid. Aanzet tot een nieuwe benadering (door J.H. Boonman); T. Janssen en H. Bonset, Empirisch onderzoek van het voortgezet moedertaalonderwijs (door E. Bol).
| |
nr. 2:
Deze aflevering opent met een bijdrage van G. Rijlaarsdam, M. Eiting en R. Schoonen: Wat werkt in het stelonderwijs? Een exploratie naar de effectiviteit van omgevingsvariabelen en vakinhoudelijke kenmerken van een stelvaardigheidscurriculum. - In Meningsverschil en discussie. Doelstellingen bij de afhandeling van een verschil van mening laten D. Springorum en J. Welmers zien dat gesprekspartners er in diskussies niet altijd op uit zijn om een geschil te beslechten, zoals in publikaties op het gebied van argumentatietheorie tamelijk algemeen verondersteld wordt. - J.L.C. van der Staak onderzoekt De functie van codewisseling in rechterlijke hoorzittingen in Duitsland, waarbij het onderhandelingsbeginsel van Carol Scotton een extra dimensie krijgt. - Maynard stelt dat kinderen van zes en zeven jaar oud strategieën hanteren waarmee ze konfrontaties tijdens het spelen onschadelijk kunnen maken. D. Smit, T. ter Berg en J. van der Weide haken hierop in met hun Confrontatie tijdens het spelen. Een onderzoek naar de wijze waarop 11-jarige kinderen omgaan met confrontaties tijdens hun spel. - In Grammatica voor taalbe- | |
| |
heersing: zinsordening of zinscombinatie? staat W.I.M. van Calcar stil bij een tweetal publikaties van Schuurs over de problemen die een leerling-schrijver op zinsniveau kan hebben en de oplossing die hij daartoe biedt. - U. Schuurs dient hem van repliek in Een reactie op Van Calcar.
Boekbeoordelingen: H. Blok, Taal voor alledag: feiten en meningen over het taalgebruik van LBO- en MAVO-leerlingen in alledaagse situaties (door J. Palm); A. Scholtens en D. Springorum (red.), Gespreksanalyse: uitgangspunten en methoden in gespreksanalytisch onderzoek (door M.A. Haft-van Rees); P.J. van den Hoven, Argumenteren in de voorlichting (door E.T. Féteris); F.H. van Eemeren, R. Grootendorst en T. Kruiger, Argumentatieleer 2: Drogredenen (door P.J. van den Hoven); H.A.J.M. Lamers, Handleiding voor technisch schrijven (door M.G.M. Elling).
| |
Tirade 33 (1989), nr. 322
In Ricordo schrijft Tomas Lieske over de betekenis van de stad van zijn jeugd, Den Haag.
| |
TTT 8 (1988), nr. 2
Ans Post schrijft over Temporele predikatie en temporele kwantifikatie. - In Vraagteken of punt? onderzoeken Hanneke Kunst, Cato van der Vlugt, Herman Veenker, Arie Verhagen en Herbert Hoijtink de rol van woordvolgorde bij het lezen door dove kinderen. - ‘Cue-validity’ in het Nederlands als eerste en tweede taal. Onder deze titel beschrijven Kees de Bot en René van Montfort een aantal experimenten waarin de toepassingsmogelijkheden van het ‘Competition-Model’ van Bates & Mac Winney op het Nederlands onderzocht worden. - in ‘Spelletjesbias’ en ‘milieubias’ in onderzoek naar de primaire taalontwikkeling evalueert Erica Huls de empirische basis van onderzoek naar primaire taalontwikkeling. - Can a man marry his widow's sister? Voor de beantwoording van deze vraag leze men het verslag dat Caroline Kroon schreef naar aanleiding van de International Workshop on Discourse Processing and the Representation of Coherence te Tilburg. - Peter Bakker tenslotte vraagt aandacht voor Veldwerk bij min veertig.
| |
nr. 3:
Een themanummer over Taaltechnologie in Nederland onder redaktie van Françoise Keulen en Domien Kusters, die ook het inleidende Trends in taaltechnologie voor hun rekening namen. - Koenraad de Smedt, Carla Huls en Fieny Pijls bespreken de mogelijkheden van ingebouwde Taalkennis in tekstverwerking. - Vincent J. van Heuven schrijft Iets over automatische spraakherkenning. - Harry Bunt bestudeert de Mensmachine dialoogvoering volgens de regels. - Nelleke Oostdijk beziet Corpus-taalkunde in perspectief. - Jan-Roelof de Pijper leidt de lezer Van tekst naar spraak met behulp van difoonsynthese. - In De implementatie van een grammaticamodel beschrijft Dik Bakker een computerimplementatie van Funktionele Grammatica (FG) waarmee (gedeelten van) grammatika's gebaseerd op deze theorie geformaliseerd, ontwikkeld en getoetst kunnen worden. - Het lexicon als maatstaf: hoe kleiner, hoe beter, vindt Hans Kerkman. - Anneke Neijt is op zoek naar Principes, parameters en parafrases in een vertaalsysteem.
| |
Vooys 7 (1989), nr. 4
opent met ‘Dreunende zinnetjes in mijn hoofd’, een interview van Cor Hospes met de jonge Vlaamse dichteres Jo Govaerts, die dit jaar te gast was op de Nacht van de Poëzie. - Voorts een bijdrage van Hans Bertens, die in De postmoderne knoop ontrafeld op zoek gaat naar een (duidelijke) omschrijving van de term ‘postmodernistisch’. - Het verschil tussen een woordenboek is een opstel van Kees-Jan Bakhuys over verhalende en verschralende woordenboeken. - In Waar is de brand? schrijft Henk Hardeman over de nooit gepubliceerde novelle De brand, die Reve schreef in de creatieve impasse die op het succes van De avonden volgde.
R.W.W.M van der Drift
W.A.A.M. Merlijn
|
|