| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 17 (1988), nr. 160
In dit novembernummer staat het leven en het werk van Jan Siebelink centraal. Na een Ter inleiding van Johan Polak volgt een bijdrage van Johan Jansen van Galen, die A la recherche du terrain perdu de aandacht vraagt voor de lokatie in Siebelinks werk. - In ‘Huysmans rides again’ concludeert Eugenie Baltus, dat de invloed van Huysmans op Siebelink ‘aanmerkelijk beperkter blijkt te zijn dan soms is gesuggereerd’. - Gerrit Jan Kleinrensink wijst in De zware koning en het lichte meisje op de symbolistische laag in het verhaal ‘Koning Cophetua en het bedelmeisje’. - In Het wezen van de ambitie kenschetst Anton Brand Siebelinks zoeken naar de balans tussen meer en beter als thematisch voor het gehele oeuvre. - Rein Bloem wijst in Uit den boze op enkele sterke staaltjes van ‘plagiaat’ ofwel vertalingen zonder bronvermelding van verhalen van Le Clézio.
‘Beelden, beelden, beelden’ is de titel van een gesprek dat Joost Niemöller had met Torn Lanoye. - August Hans den Boef onderzoekt in Geen plagiaat maar postmodernisme de relatie tussen Willem Brakmans nieuwe novelle Heer op kamer en de verhalen over Jack the Ripper. - Tenslotte een reactie van Joost Niemöller op Wim Hazeus bibliografie over Gerrit Achterberg en een reactie van Ruud A. Kraaijeveld op de wijze waarop Hans Neervoort in nr. 159 zijn artikel over Lezen voor de lijst becommentarieerde.
| |
Dietsche warande & Belfort 133 (1988), nr. 10
Hierin een bijdrage van Marcel Janssens over het Vlaams bewustzijn in de literatuur onder de titel Van leeuw tol verdriet. - In Groot en klein Nederland bespreekt Martien J.G. de Jong Een stormloop in de letteren; ‘Groot Nederland’, de SS en de Nederlandse literatuur (1942-1944) van Frank van den Bogaard en Fout; Lebensbericht meines Vaters van Boudewijn van Houten. - Voorts boekbesprekingen van Twee eeuwen literatuurgeschiedenis, ed. Bork en Laan (door Marcel Janssens), Boeli van Leeuwen, Het teken van Jona, Tip Marugg, De morgen loeit weer aan en L.H. Wiener, Wegens mensenkennis gesloten (door Bert Peene), Jan Cartens, Maagdenbruiloft en Frank Liedel, De late zaligheid van Mon De Cocker (door Koen Vermeiren), nieuwe uitgaven van werk van Godfried Bomans, Albert Heiman, Top Naeff en Adriaan van der Veen (door Jaak de Maere) en Eduard Visser, Een jaguar wisselt van eigenaar (door Stefaan van Laere).
| |
Dokumentaal 17 (1988) nr. 4
W.A. Ornée geeft een overzicht van het Kluchtenkorps, zoals over de periode 1600 tot 1750 aanwezig aan de Nijmeegse universiteit. - Een Inventarisatie Lopend onderzoek aan de Faculteit der Letteren K.U. Brabant. - S. Sybrandy vraagt aandacht voor CD-ROM: een revolutionaire nieuwe techniek? - Verder de rubrieken Vakgenootschap, Gepromoveerd en Pas verschenen.
Recensies: J.L.M. Gielesen A.P.J. Plak, Bibliografie van het Nederlandstalig narratief fictioneel proza 1670-1700. Bibliography of prose fiction written in or translated into Dulch 1670-1700. Ingeleid door L.R. Pol (door Henk de Kooker); John Landwehr, Emblem and fable books printed in the Low Countries 1542-1813. A bibliography (door B. van Selm); F. Vandenhole, Inventaris van veilingcatalogi 1615-1914 met topografische, alfabetische en inhoudsindexen (door B. van Selm).
| |
Forum der letteren 29 (1988), nr. 4
Maaike Meijer geeft blijk van een feministische visie op De politiek van het lezen: omzien naar Merlyn 1962-1966. - In zijn bijdrage Passief en zinsfasering brengt A.M. Duinhoven het passief in verband met fasering in de zinsstruktuur. - Ruurd R. Nauta beschrijft Genre-geschiedenis als receptie-geschiedenis, aan het voorbeeld van de Latijnse bucoliek. - In Boek en School:
| |
| |
problemen van een lezer reageert A. Touissant-Dekker op een recensie van haar proefschrift door Harry Bekkering.
Boekbesprekingen: D.M. Bakker, De macht van het woord. Een selectie uit het taalkundig werk van D.M. Bakker (door R.S. Kirsner); Ernst van Alphen en Irene de Jong (red.), Door het oog van de tekst: essays voor Mieke Bal over visie (door Jan J.M. Westenbroek); Th. van den Hoek e.a., Grammaticaal woordenboek. Termen en begrippen van de traditionele grammatica en hun equivalenten in het Latijn, Duits, Engels en Frans (door Hans Hulshof).
| |
De gids 152 (1989), nr. 1
bevat onder meer de tekst van een lezing die Jaap Goedegebuure hield ter gelegenheid van de 61ste verjaardag van de KUB onder de titel Afscheid van het lezen? - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ bespreekt Remco Ekkers de poëziebundels Liederen van angst en vertwijfeling van H.C. ten Berge en Na de nachttrein van Willem Jan Otten.
| |
Leuvense bijdragen 77 (1988), nr. 3
Naar aanleiding van het verschijnen van: Heinz Eickmans, Gerard van der Schueren: Teuthonista, Lexikographische und historisch-wortgeographische Untersuchungen gaat F. Claes de Invloed van de Teuthonista op Nederlandse woordenboeken na. - Andrzej Dabròwka beziet Distributionsanalyse und Parameterstatistik als Instrumente der Philologie. - Geart van der Meer doet verslag van Reported speech and the position of the finite verb (some facts from West Frisian).
Boekbesprekingen: A.J. Greimas en J. Courtés, Analytisch woordenboek van de semiotiek. Deel 1. Vertaald door Ko Joosse en Paul de Maat (door Paul Claes); Flip G. Droste, Voor de spiegel van het denken: een taalkundige visie (door G. Nuchelmans); O. Vandeputte - J. Fermaut, Le néerlandais. Langue de vingt millions de Néerlandais et de Flamands (door P. Swiggers); Jelle Kaldeway, Structuralisme en Transformationeel Generatieve Grammatica (door Dries de Bleecker); J.A. van Leuvensteijn (red.), Uitgangspunten en toepassingen; taalkundige studies over Middelnederlands en zestiende- en zeventiende-eeuws Nederlands (door Jan Nijen Twilhaar); Frank Jansen, Van Apekop tot Zielepoot. Hoe mensen elkaar typeren (door Jan Flamend); J. de Rooij (red.), Variatie en norm in de standaardtaal (door Jo Daan); Magda Devos, Hugo Ryckeboer, Jacques van Keymeulen, Woordenboek van de Vlaamse dialecten deel 1. Landbouwwoordenschat. Aflevering 3. Het erf (door H. Crompvoets).
| |
Levende talen nr. 437
In hun bijdrage Incongruenties in het schrijfonderwijs schetsen Uriël Schuurs en Stef Verhoeven een vorm van schrijfonderwijs die nadrukkelijk gericht is op een vergroting van de verbetervaardigheid. - Eind september 1988 vond in Nijmegen een conferentie plaats over De toetsing in het literatuuronderwijs; Eus Schalkwijk geeft zijn impressies hiervan weer. - In het eerste artikel in een serie Over schrijven besteedt Daniël Janssen aandacht aan enkele recente ontwikkelingen in het schrijfonderzoek. Drie generaties schrijfonderzoekers worden besproken: de didactici, de cognitivisten en de taakanalytici. - Een standpuntbepaling van het sektiebestuur Nederlands inzake Het bindend correctievoorschrift CSE-samenvatting Nederlands VWO.
| |
Literatuur 6 (1989), nr. 1
opent met een bijdrage van P.J.A. Franssen over De bruidstocht van Maximiliaan van Oostenrijk in de kroniek van Brabant uit 1530. - Rudi van der Paardt geeft in ‘Twee vrouwen’ en de Orpheus-traditie een poëticale interpretatie van Mulisch' roman. - ‘Als je schrijft, maak je je eenzijdiger dan je bent’ is de titel van een artikel van E.B.M.J. Blomme, waarin hij J.J. Oversteegen, F.P. van Oostrom en A.M. Musschoot aan het woord laat over hun schrijfervaringen. - Gerardine Maréchal schrijft in Een vroege literaire vermomming van Spinoza over het onthaal van een tweetal romans van de Spinoza-fan Johannes Duijkerius. - In Neutraal of filiaal belicht Radboud van Steenhardt Carré de relatie tussen de tijdschriften Groot Nederland en Forum. - E.B.M.J. Blomme vraagt in het eerste deel van een nieuwe reeks artikelen over Literatuur in de ether de aandacht voor het
| |
| |
programma Plantage Magazine, het cultureel supplement van de VPRO. - Voorts boekbesprekingen van Soete minne en helse boosheit; seksuele voorstellingen in Nederland 1300-1850, ed. Hekma en Roodenburg (door J. Mateboer), Miscellanea Neerlandica, ed. Cockx-Indestege en Hendrickx (door Herman Pleij), J.J. Oversteegen, De redelijke Natuur; Multatuli's literatuuropvatting, Multatuli, Mainzer Beobachter en P. Vermoorsel, Multatuli in Vlaanderen (door B. Luger), Th. de Boer e.a., Hermeneutiek; filosofische grondslagen van mensen cultuurwetenschappen en M.B. van Buuren, Filosofie van de algemene literatuurwetenschap (door Nico Laan) en Saskia Tellegen en Ineke Catsburg, Waarom zou je lezen? (door Anneke Luger-Veenstra).
| |
Maatstaf 36 (1988), nr. 11-12
‘Hoe gaan dees donkre dagen langs mij heen’ is de titel van een bijdrage van Harry G.M. Prick over Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe na de dood van haar man Willem Kloos. - In Kunst als verkenning schrijft P. Kralt over het werk van Frans Kellendonk. - Met De knagers en de knabbelaars geeft Michiel van Kempen een ‘klein Surinaams supplement’ op Boekenpest van Boudewijn Büch.
| |
Moer 1988, nr. 6
Hans Cohen de Laha tracht duidelijk te maken hoezeer de school migrantenkinderen te kort doet als ze deze kinderen Nederlands leert met slechts een Nederlandse taalmethode. - Omdat luistervaardigheid op veel scholen tot de schoolonderzoeken behoort, beschrijft Greet Snoodijk hoe kijk- en luistervaardigheid zinvol geïntegreerd kunnen worden. - International Mother Tongue Educational Network (IMEN) verenigt specialisten op het gebied van het moedertaalonderwijs. Hoe dit netwerk functioneert, wordt beschreven door Resy Delnoy, terwijl Piet Hein van de Ven een Zweedse praktijksituatie belicht.
| |
Ons erfdeel 31 (1988), nr. 3
Rudi van der Paardt toont zich bepaald niet Wars van dwars van de poëzie en het proza van J.P. Guépin. - Onder het motto: Met de Nederlandse klassieken naar de maan! houdt Herman Pleij een pleidooi voor een permanente reeks waarin het literaire erfgoed ondergebracht wordt. - Dirk Kroon beschrijft De poëzie van Judith Herzberg. - William van Belle en Koen Jaspaert onderzoeken Het proces van de taalverandering in Vlaanderen rond de eeuwwisseling. - Joris Gerits laat zien Hoe mode literatuur bedreigen kan. - Paul van Aken schetst Assepoes en oogappel. Kanttekeningen bij de ontstaansgeschiedenis van Bok, het tijdschrift van Julien Weverbergh. - Van de hand van August Hans den Boef Amerika en Noorwegen: expedities van Haakman en Hermans. Een intertekstueel verslag. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling XCV, onder redaktie van H. Klop.
| |
nr. 5
Jan van der Vegt geeft een portret van Roland Holst, dichter in ballingschap. - Amand Berteloot staat stil Bij de voltooiing van het ‘Corpus Gysseling’. - Stefaan Evenepoel houdt een receptie-onderzoek naar Twintig jaar Kopland in Vlaanderen (1965-1985). - Luc van Doorslaer gaat de gangen van Cyriel Buysse in Duitsland na. - H. Klop besluit deze aflevering met de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling XCVII.
| |
Onze taal 58 (1989), nr. 1
Nieuwe media zoals relatietelefoon en direct mail vereisen een nieuw taalgebruik. F. Jansen onderkent in dit verband Geschreven spreektaal. Naar een compromis in moderne communicatie? - De redaktie van Onze Taal geeft een wetenschappelijke benadering voor het probleem van de tussen-s in Samenstelling-s-problemen. - Waarom de ANP-lijst inzake de spelling van Buitenlandse namen totaal geen gezag verdient, wordt door P.S. Vermeer uiteengezet, al denkt Ing. J. Dorrestijn op het gebied van aardrijkskundige namen aan een Compromis voor het ANP? - René Appel signaleert behalve in filmtitels ook in reklameteksten steeds meer Engelse infiltratie: van Eenzaam zijn de ontembaren tot Bright Lights Big City. - In Het Lyrisch Lab heeft Pieter Nieuwint het over Arme Romanen! Omdat in de Romaanse talen de klemtoon vrijwel
| |
| |
altijd op de (voor)laatste lettergreep van een woord valt, is het in die talen bijna ondoenlijk, morfeemrijm te vermijden. - Robert-Henk Zuidinga stelt: Er is een ander woord voor: koro, dit naar aanleiding van het gelijknamige boek van Howard Rheingold. - Volgens C.A. Zaalberg is Apartheid in de politieke betekenis een leenwoord en geen oorspronkelijk Nederlands. - Vertalen wat er staat klinkt naar het oordeel van A. Langeveld eenvoudiger dan het is. - In de rubriek Van woord tot woord van Marlies Philippa gaat het ditmaal over de lexicale herkomst van de pruimachtigen. - In De toren van Babel tenslotte staat H. Heestermans stil bij De voltooide V van het WNT.
| |
SIC 3 (1988), nr. 4
In het laatste nummer van de derde jaargang van dit Tilburgse literaire tijdschrift, dat blijkens een redactioneel voorwoord ‘niet meer of minder katholiek is dan de voorgaande reguliere afleveringen’, vraagt Gerben Wynia de aandacht voor het door Vestdijk in 1947 gepubliceerde essay ‘Advies inzake zelfmoord’ onder de titel Gaskraan of keukenmes? - Johan Anthierens geeft in Regenwegen naar de roem een kritische analyse van de liedteksten van Jacques Brel. - In Spiegels van liefde en dood wijst P. Kralt op de samenhang in het werk van Vestdijk aan de hand van de sonnettencyclus Thanatos aan banden.
| |
Spektator 18 (1988/'89), nr. 1
De jaargang opent met een themanummer over Computerlinguïstiek, onder gastredaktie van Anneke Neijt en Dik Bakker. Jan Aarts en Willem Meijs gaan in op het verschijnsel Corpustaalkunde. - Dirk Heylen, Michael Moortgat en Ton van der Wouden geven een inleidend overzicht van Categoriale Ontleding: Theorie en Praktijk. - Franciska de Jong en Lisette Appelo vragen aandacht voor het machinaal vertaalprojekt Rosetta: Synonymie en Vertaling. - Op principes gebaseerde ontleding; enige algemene overwegingen. Onder deze titel stelt Hans-Peter Kolb enkele problemen ter diskussie die optreden bij de computerimplementatie van een op principes en parameters gebaseerde linguïstische theorie.
Boekbespreking: H.F. Schatz, Plat Amsterdams in its social context: A sociolinguistic study of the dialect of Amsterdam (door Frans Hinskens).
| |
nr. 2
Onder de titel: De waarheid over Sherlock Holmes buigt Norma Montulet zich over het probleem van fiktionaliteit en referentie. - Anthonij Dees, Marcel Dekker en Maaike Hogenhout-Mulder presenteren Een voorbeeld van stamboomreconstructie: Karel ende Elegast. - Naar aanleiding hiervan werpt A.M. Duinhoven de vraag op: Stamboomreconstructie: rekenkunde of tekststudie? - Jeroen Jansen beziet de verhouding Aulularia - Warenar, adaptatie in contrast.
Boekbesprekingen: Lexicon van literaire termen. Stromingen en genres. Theoretische begrippen. Retorische procedés en stijlfiguren. H. van Gorp, R. Ghesquiere e.a. (door P.J. Verkruijsse); G.A. Bredero, Verspreid werk. Verzameld en toegelicht door G. Stuiveling. Voltooid door B.C. Damsteegt (door P.J. Verkruijsse); De wonderlyke reisgevallen van Maria Kinkons. Met een inl. en aant. van Ton Broos (door Adèle Nieuweboer).
| |
Spiegel der letteren 30 (1988), nr. 4
opent met een uitvoerige bijdrage van J. Vermeulen over De stijl van Jef Geeraerts' debuut, de roman Ik ben maar een neger. - Flip G. Droste plaatst in Constanten en variabelen in de retoriek enkele ‘linguïstische kanttekeningen’. - In de rubriek ‘In margine’ schrijft Ingrid van de Weijer een antwoord op A. Keersmaekers' bespreking ‘Onthutsende’ wetenschappelijkheid (SpL 30, nr. 3/4), waarna Keersmaekers zelf het laatste woord heeft. Theodoor Weevers toont zich allerminst tevreden over de wijze waarop Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies in hun heruitgave met Albert Verwey's Vondel zijn omgesprongen, waarna beide heruitgevers in een Weerwoord een korte toelichting geven. - Voorts boekbesprekingen van F.P. van Oostrom, Het woord van eer; literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 (door J. Reynaert), Paul Gillaerts, Roepend om gehoord te worden; een semiotische studie over de poëtica van
| |
| |
Willem Barnard/Guillaume van der Graft (door F.J.M. de Feijter), J.M.J. Sicking, Podium 1944-1969 (door Dirk de Geest), Ludo Simons, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen II; de twintigste eeuw (door R.F. Lissens), Door het oog van de tekst; essays voor Mieke Bal over visie, ed. Van Alphen en De Jong (door Anne Marie Musschoot) en Jaarboek ‘De Fonteine’ 1985-1986 (door K. Porteman).
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 104 (1988), nr. 4
Over een vermeende vertaalfout in Maerlants ‘Historie van Troyen’ gaat Achates i dier steen van de hand van Hans Beelen. - W.G. Klooster gaat in op Historische en systematische verklaringen. - Wim Zonneveld stelt het verband tussen Historische taalkunde en de eerste en tweede conceptuele verschuiving aan de orde.
Boekbeoordeling: F.P. van Oostrom. Het woord van eer. Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 (door P. Wackers).
| |
Tirade 32 (1988), nr. 319
In Een wonder als ontbijt belicht J. Bernlef acht gedichten van anderen die hem bijzonder aanspreken. - In De smaak van de omnivoor geeft Guus Middag zijn visie op de Nederlandse poëzie van de jaren '80. - Tomas Lieske bespreekt in zijn Poëziekroniek de bundel Maximaal en vraagt in Herlezen opnieuw de aandacht voor De Metsiers van Hugo Claus.
| |
TTT 8 (1988), nr. 1
Hanneke Houtkoop-Steenstra beziet De interactionele functie van het toelichten van voorstellen in alledaagse gesprekken. - Pieter Muysken maakt met als uitgangspunt de Funktionele Grammatika van Simon Dik onderscheid tussen Taalkunde in F-groot en F-klein. - J. Lachlan Mackenzie dient hem van repliek met Functionele Grammatica: een thema, geen variatie. - Rob de Jong is Een week naar de patholinguistiek geweest en doet verslag van de AVT-zomercursus 1988 over Patholinguistiek.
| |
Wetenschappelijke tijdingen 47 (1988), nr. 4
Luc Coenen en Luc de Vos verdiepen zich in De taalagitatie in het Belgische leger tijdens de Eerste Wereldoorlog II. - A. van Elslander presenteert Willem de Vreese (1869-1938). Een bio-bibliografische schets II. - P. van Hees brengt opnieuw De taalgrens in discussie.
Boekbesprekingen: Caroline Verstraeten, De briefwisseling tussen Guido Gezelle en Ernest Rembry 1872-1899 (door P. van Hees); Karel van de Woestijne, Verzameld Journalistiek Werk dl 3 (door P. van Hees).
R.W.W.M. van der Drift
W.A.A.M. Merlijn
|
|