| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 17 (1988), nr. 159
opent met een gesprek dat C.I. Dessaur had met Andreas Burnier, getiteld: Zweverigheid? De mensen moesten eens weten wat een tough guy ik ben. - Diny Schouten schrijft Over het proza van Burnier. ‘een romancier die haar verhandelingen excellent weet te vermommen’. - In Ziener of zwoeger? plaatst Hanneke Eggels enkele kanttekeningen bij Andreas Burniers essay ‘Van masculinistische naar humane wetenschap’. - Hans Vervoort reageert in Lezen voor de lijst: houdt de ellende dan nooit op? op het gelijknamige artikel van Ruud Kraaijeveld in Bzzlletin 155. - Met zevenklappers op weg naar de hemel is een bijdrage van Harm de Jonge, die Simon Vestdijks roman ‘ Zo de Ouden zongen...’ onder de loep neemt. - In Van angst voor de leegte tot euforistische berusting schrijft Arie Storm over Verleidingen, De vrouwenbron en De paradijsganger van Rudolf Geel. - Het Noorden in de na-oorlogse Nederlandse letterkunde wordt belicht door Amy van Marken, waarna Joost Niemöller een gesprek heeft met Rein van der Wiel.
| |
Dietsche warande & Belfort 133 (1988), nr. 7
In Gedicht geopend belicht Jan Schoolmeesters het gedicht ‘Barmhartig’ van Charles Ducal. - Lut Missine schrijft in Jupiler tegen hel huilen over ‘het fenomeen Herman Brusselmans’. - Voorts een bespreking van Elisabeth Marains Rosalie Niemand (door Hugo Bousset) en in De schrijver als klokkenmaker belicht Martien J.G. de Jong Een heilige van de horlogerie van W.F. Hermans en De God Denkbaar verklaard van Huug Kaleis.
| |
Driemaandelijkse bladen
F.J. Bakker vervolgt zijn bijdrage over Handschriften en boeken in Groningse archiefstukken tol 1597 (II). - H. Entjes vergelijkt Rossums taalgebruik en Twents. - Jo Daan doet verslag van de werkzaamheden van de SONT, een samenwerkingsorgaan van schrijvers en dichters in het Nedersaksisch taalgebied, onder de titel: Eén SONT, zes regio's, zes spellingen. - P. Th. F.M. Boekholt gaat in op de Regionale geschiedbeoefening in het Noordoosten van Nederland.
| |
Dokumentaal 17 (1988), nr. 3:
L.G.M. Winkeler wijst op Bronnen voor Neerlandici op het Katholiek Documentatiecentrum te Nijmegen. - H. Menke bespreekt Een nieuwe bibliografie van Reinaert de Vos. - Naar aanleiding van B. van Selm, Een menighte treffelijcke boecken. Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de zeventiende eeuw een bijdrage van P.J. Verkruijsse, getiteld: Letterkundige of boekhistoricus?, gevolgd door een reaktie van B. van Selm, De positie van de boekgeschiedenis. - Aanvullingen op Uniek ‘verzameld’ werk van Cats? - J. Mateboer vraagt aandacht voor Johan de Brune de oude: Symposium en bibliografie. - Van de hand van Jelle Koopmans en P.P. Schmidt Zeventiende-eeuwse kluchtboeken uit de Nederlanden, een descriptieve bibliografie. - Elly Cockx-Indestege beziet de Tafelmanieren ten tijde van Keizer Karel. - Herman Mulder bespreekt Beerte metten breden voeten, ed. B. Besamusca. - BvS staat stil bij De eerste druk van Lavaters Boeck vande Spoocken. - Verder nog een recensie van: Ivo W. Wildenberg, Johan & Pieter de la Court (1622-1660 & 1618-1685); bibliografie en receptiegeschiedenis (door B. van Selm), - Tot besluit de rubrieken Vakgenootschap en Pas verschenen.
| |
Forum der letteren 29 (1988), nr. 3:
In hun artikel Van éénwoordwisseling naar ontlening, een vergelijkend onderzoek vergelijken J.M. Nortier en H.F. Schatz vijf paren nauw verwante talen met elkaar op het gebruik van éénwoordelementen uit de ene taal in de andere. - In de Identiteit van zwarte vrouwen in romans zetten Lucia Nankoe en Essa Reijmers enkele aspekten uiteen van de identiteitsproblematiek in ro- | |
| |
mans van schrijfsters uit het Caraïbische gebied en de Verenigde Staten. Met behulp van de sociale wetenschappen worden begrippen als identiteit, identiteitsonzekerheid, symbolisch universum en de tegenstelling dominant/gedomineerd belicht en vervolgens gerelateerd aan literaire teksten. - R.A. Zwaan en D.H. Schram verdiepen zich in De constructivistische literatuurwetenschap van Siegfried J. Schmidt: een vraaggesprek. - F. Jansen gaat op zoek naar Methoden voor normatief stilistisch onderzoek van de standaardtaal. Daarbij laat hij zijn gedachten gaan over corpusonderzoek, aanvullings- en inschikkelijkheidstests, acceptabiliteits- en dubbelzijnigheidsexperimenten en attitude-onderzoek. - De vraag of ‘Bint’ gezien moet worden als pleitbezorging vóór het daarin geschetste systeem of juist als kritiek op het systeem, doet volgens Ralf Grüttemeier onvoldoende recht aan de autonome dimensie van de tekst. In De impasse rond ‘Bint’ en een aanzet tol overwinning stelt hij dat de roman het dichotomische denken te boven gaat. Boekbesprekingen: W. Smedts, De beheersing van de woordvorming. Een sociolinguïstisch onderzoek bij Vlaamse dertienjarigen (door Hans Hulshof); Brian Mc Hale, Postmodernist Fiction (door Clasina J. Laansma); Patrick Parrinder, The Failure of Theory. Essays on Criticism and Contemporary Fiction (door Will van Peer); Jan Renkema, Tekst en uitleg. Een inleiding in de tekstwetenschap (door
Marca Schasfoort); Bert Willems, Kees de Bot en Theo van Els (eds.), Language attrition in progress (door J.W. de Vries).
| |
De gids 151 (1988), nr. 10
opent met een herdenkingsbijdrage van Evert van Uitert over Anton Pieck 1895-1987. - M.J. Trappenburg schijft in Het verhaal en de dingen daarachter over het verband tussen filosofie en literatuur, waarna Patricia de Martelaere in Ficties over fictie het verschijnsel ‘fictie’ niet alleen als een literair-kritisch maar ook als een filosofisch probleem beschouwt. - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ belicht Wiel Kusters het gedicht ‘Zondagmiddag’ van Pierre Kemp en schrijft Remco Ekkers in Variaties over het jongste werk van Willem van Toorn en Piet-Hein Houben. In Nog steeds: liever waarheid dan sensatie hekelt Martien J.G. de Jong ‘de geschiedvervalsing van Adriaan Venema’.
| |
Leuvense bijdragen 77 (1988), nr. 1:
C. van Bree brengt verslag uit van een onderzoek naar Oordelen van standaardtaal-, dialect- en sociolectsprekers over standaardtaalvariëteiten, dialecten en sociolecten. Boekbesprekingen: Abraham A. ten Cate, Aspektualität und Nominalisierung. Zur bedeutung satzsemantischer Beziehung für die Beschreibung der Nominalisierung im Deutschen und im Niederländischen (door Bernd Naumann); André Stevens, Túngërsë Dïksjënêer. Woordenboek van het Tongers met een Nederlands register door mevr. A. Lefebvre-Meijers (door Herman Crompvoets).
| |
Levende talen nr. 433:
Jacomine Nortier en Hans Timmers doen verslag van een onderzoek naar het verband tussen het Taalgebruik van leerkrachten en de cultureel-etnische samenstelling van klassen. - In De Taaiambtenaar heeft Jaap de Jong een interview met Oscar de Wandel, algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie. - Kan de computer een wezenlijke bijdrage leveren aan het onderwijs in het vak Nederlands? Na lezing van het 19e DCN Cahier komt Ton van der Wouden in Nederlands en computers? tot een genuanceerd antwoord: het apparaat is bruikbaar, maar niet onmisbaar.
| |
nr. 434:
Over de benarde positie van de mondelinge vaardigheden op de bovenbouw van havo-vwo menen Ellie van der Geest, Antoine Braet en Ron Oostdam: ‘Het zal wel altijd een stiefkind blijven’. - In Alexis: een moeizaam karakter onder een aantrekkelijke oppervlakte? beschrijft René van Pelt hoe met behulp van het programma ‘Alexis’ het korrigeren van door studenten geschreven teksten tot een minder tijdrovende bezigheid gemaakt kan worden.
| |
nr. 435:
Argumentatieleer in opmars. Ron Oostdam en Yolande Emmelot geven een analy- | |
| |
se van enkele veelgebruikte methoden Nederlands voor het voortgezet onderwijs. -Clim Parren beziet de Theorie en praktijk van het spellingonderwijs. - Verder een groot aantal reakties op de zgn. ‘Delftse methode’ van prof. Sciarone, die echter vooral betrekking hebben op het vreemdetalenonderwijs.
Boekbespreking: T. Anbeek en J. Goedegebuure, Het literaire leven in de twintigste eeuw (door Peter Burger).
| |
Literatuur 5 (1988), nr. 6
opent met een bijdrage van Ton Anbeek, die onder de titel Slordige dichters? enkele beroemde gedichten van Slauerhoff, Marsman, Achterberg, Bloem en Roland Holst onder de loep neemt en concludeert, dat deze gedichten de toets van close-reading niet kunnen doorstaan en met name het werk van Roland Holst een nauwkeurige lezing niet lijkt te overleven. - Henk Borst, Cor van der Kogel, Paul Koopman en Piet Verkruijsse schrijven in Wonen in het Woord, leven in de letter over de analytische bibliografie en literatuurgeschiedenis, gedemonstreerd aan de hand van onderzoek naar C.L. van der Plasse, de uitgever van onder anderen Bredero's werk. - Zijn tuimelen hoven de afgrond is de titel van een bijdrage van Piet Meeuse, waarin hij De diamant van Harry Mulisch tegen het licht houdt. - Hans Krol doet in Van Vlakveld-Lefevre in plaats van Vondel-Padbrué verslag van een onderzoek in de Heemsteedse bibliotheek, waarbij een ‘Vondel’ ontdekt èn weerlegd werd. - ‘Een kritiek is een verbruiksartikel’ is de titel van een verslag van E.B.M.J. Blomme, die een gesprek had met de schrijver-crititcus Hans Warren. -In deel 12 van de rubriek Genootschapsleven beschrijft E.B.M.J. Blomme ‘de verzamelwoede van de Carmiggeltvrienden’. -In de rubriek Recensies boekbesprekingen van Anna Bijns, Schoon ende suverlijc boecxken (...), ed. Roose (door Herman Pleij), A.C. Schuytvlot, Catalogus van werken van en over Vondel (...) (door P.J. Verkruijsse), P.W.M. de Meijer, F. van Free, A. Reitsma e.a., Verhaal & relaas (door Magda Sosef), W.N.M. Hüsken, Noyt meerder vreucht; compositie en structuur van het komische toneel in de Nederlanden voor de Renaissance (door Herman Pleij), Culturen in contact; botsing en integratie in de Middeleeuwen, ed. Stuip-Vellekoop (door Herman Pleij) en Paul de Wispelaere, De
broek van Sartre en andere essays (door Bert Vanheste).
| |
Maatstaf 36 (1988), nr. 9/10
is een dubbelnummer over Autobiografieën. Naast enkele bijdragen die het fenomeen ‘autobiografie’ tot onderwerp hebben, zoals Leo Rijken in Kan men eigenlijk wel een autobiografie schrijven?, P. Spige in Schrijvers over zichzelf en Charles B. Timmer in Autobiografie of antibiografie? bevat deze aflevering over Nederlandstalige auteurs. Nop Maas belicht in Op reis en toch thuis de reisverhalen van Marcellus Emants als autobiografisch materiaal. ‘Ik zocht bedwelming in een tranenroes’ is de titel van een bijdrage van Harry G.M. Prick over de bundel Morgenrood van Hélène Swarth. Ruud Wester vraagt aandacht voor De autobiografieën van Jef Last.
| |
Moer 1988, nr. 5
opent met een bijdrage van Anne van Delft over het belang en het genot van vertellen. - Henny Lemme biedt een alternatief voor de gangbare klassikale aanpak van het leren lezen. - Annelies Dekkers vertelt hoe zij de cursus Speerpunt lezen gebruikt als aanzet tot èchte veranderingsprocessen in scholen. - Tenslotte reageert Jan Griffioen op de in Moer 88/3 beschreven werkervaringen van een beginnende docente.
| |
NWT 5 (1988), nr.5
bevat een bijdrage van Herman de Coninck, waarin hij de jongste poëzie van Rogi Wieg en Elma van Haren bespreekt.
| |
Ons erfdeel 31 (1988), nr. 4:
Onder het motto: ‘Een aarzeling tussen zwijgen en spreken’ ontsluit Anne Marie Musschoot de poëzie van Miriam van Hee. - H.T.M. van Vliet vraagt aandacht voor Auteur en editeur. Editietechniek in Nederland. - Over de romans van Astrid Roemer gaat ‘Mijn portret van letterhout’ door Wim Rutgers. - Vrouwelijke auteurs: schrijven in een eigen kamer of kletsen aan de
| |
| |
pomp? Gerti Wouters staat stil bij het werk o.a. van Annie Romein-Verschoor, Hannah van Buuren, Hannes Meinkema, Anja Meulenbelt en Hella Haasse. - Lode Roose schrijft over de relatie tussen Anton van Duinkerken en Vlaanderen. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling XCVI, onder redaktie van H. Klop.
| |
Onze taal 57 (1988), nr. 11:
Drs. Pierre Bakker wijst in Taaiemancipatiebewegingen in Nederland op de strijd en de zorg voor Nederlandse dialekten. -Hoe fout is een spelfout?, vraagt P. Bierman zich af. - Na de Tweede Kamer (milieuparagraaf Troonrede 1988!) werpen ook P. Smulders en W. Sterenborg zich op de Taalstrijd over ‘met name’. - In Alle kikkers in een kruiwagen stelt Frans Heddema het taalgebruik in de Amsterdamse gemeenteraad aan de kaak. - In de rubriek Wat heet? brengt Rob Rentenaar De Eenhonderd Roe en andere lengtematen ter sprake. - In Het Lyrisch Lab neemt Pieter Nieuwint Niet-Germaanse rijmwoorden onder de loep. - Joop van der Horst legt ui t wat hij onder De Croma-verandering verstaat (‘Hou je van vlees, braad je in Croma’). - In de rubriek Van woord tol woord stelt Marlies Phillippa dat het Engelse ‘grapefruit’ het oernederlandse Pompelmoes in de loop der tijd verdrongen heeft.
| |
Spektator 17 (1988), nr. 6:
Nico Laan wijst op Het belang van letterenstudies in historisch perspectief. - De notie ‘regelgeneralisatie’ in de generatieve taalkunde is volgens J. van Marie en G.A.T. Koefoed niet alleenzaligmakend; zij zetten zich aan een Herinterpretatie: voorwaarden en effecten. - Odile Heynders verdiept zich in Het spel van de tekst. Deconstructie in Nederland. - Liefde en leven. Een gedicht van Willem Kloos uit 1880 (‘Wee mij dat ik geen ziel op aarde vond’) wordt geanalyseerd door P. Kralt. - Ineke Bulte reageert op ‘Ingewikkelde herhalingen’ (Frans Ruiter, Spektator 16/4) n.a.v. Hermans' bundel Paranoia.
Boekbesprekingen: Het Zutphens Liedboek, m.s. Weimar Oct. 146. uitg. door H.J. Leloux. Van een historische achtergrond voorzien door F.W.J. Scholten (door P.J.A. Franssen); Vondel, Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza. Verz. door Albert Verwey. Opn. uit. met een inl. door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies (door Evert Wiskerke); Jacob Revius, Het hoghe liedt Salomons. Met inl. en toel. door L. Strengholt en Willem Sluiter, Christelike doodts-betrachting. Met inl. en toel. door A.J.H.G. Ronhaar (beide door P.J. Verkruijsse); A. van Elslander, Terugblik. Opstellen en toespraken (door P.J. Verkruijsse); Karel van de Woestijne, Brieven aan Lode Ontrop. Uitg. met een inl. en aant. door Anne Marie Musschoot (door Henk Pröpper); P. Minderaa, Karel van de Woestijne. Zijn leven en werken II. 1914-1919. Bezette stad en geestelijke vernieuwing. Uitg. door A. Deprez en C.A. Zaalberg (door Henk Pröpper); Marcellus Emants, Aantekeningen. Uitg. ingel. en toegel. door Nops Maas m.m.v. Pierre H. Dubois (door B. Luger); Martien J.G. de Jong, Honderd jaar later. Essays over schrijvers en geschriften uit de Beweging van Tachtig. Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Herman Gorter, Willem Kloos, Albert Verwey (door B. Luger); Atte Jingstra, De Multatulianen. 125 jaar Multatuliverering en Multatuli-hulde (door B. Luger); Twee eeuwen literatuurgeschiedenis. Poëticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. Red.: G.J. van Bork. N. Laan. Medewerkers: K.D. Beekman, W. van den Berg, e.a. (door Ton Anbeek); Dit is de vreugd die langer duurt. Opstellen aangeboden aan prof.dr. W. Blok ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onder red. van F.A.H. Berndsen en J.J.A. Mooij (door B. Luger).
| |
Taalkundig bulletin 18 (1988), nr. 3:
Een studie van Helen de Hoop over Polariteit en Superlatieven. - Henriëtte de Swart onderzoekt Kwantificatie op afstand. Betekenisaspecten van een adverbiale bindingsrelatie. - Evert van den Berg beziet De status van instrumentele bepalingen. - Dicky Gilbers tenslotte schrijft Over de interactie tussen lexicale en post-lexicale regels.
| |
| |
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 104 (1988), nr. 3:
Een sprookspreker vraagt loon naar werken. Over subtiele verbale drukmiddelen van Willem van Hildegaersberch gaat deze bijdrage van T. Meder. - Kloos sonnet ‘Van de zee’ staat centraal in de studie van P. Kralt Van de ziel. - M.C. van den Toorn en Ja. A.M. Vermaas zijn geïnteresseerd in Veranderingen in de aansprekingen van de ouders.
Boekbeoordelingen: J.L.P. Blommendaal, De zachte toon der herdersfluit. De pastorale poetica van Jan Baptista Wellekens (door P.E.L. Verkuyl); G.A. Bredero's Verspreid werk. Verzameld en toegelicht door G. Stuiveling. Voltooid door B.C. Damsteegt (door L. Strengholt); B. van Selm, Een menighte treffelijcke boecken. Nederlandse boekhandelscatalogi in het begin van de zeventiende eeuw (door B.P.M. Dongelmans); A.C. Schuytvlot, Catalogus van werken van en over Vondel gedrukt vóór 1801 en aanwezig in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Met een inl. van Johan Gerritsen (door B.P.F. Dongelmans).
| |
Tirade 32 (1988), nr. 318
In deze aflevering onder meer de tekst van het dankwoord dat Rutger Kopland uitsprak bij de aanvaarding van de P.C. Hooftprijs 1988, getiteld Dankzij de dingen. - Robert Anker schrijft in Hier m'n hoofd, daar de wereld over het ontstaan, de functie en het wezen van literatuur. - Zijn Poëziekroniek wijdt Tomas Lieske geheel aan de bundel De reis naar het welkom geheten van Elma van Haren
| |
TTT 7 (1988), nr. 4:
Marcel Thelen presenteert een bijdrage over TCM: een alternatieve benadering van de structuur van hel theoretische lexicon (TCM = Two-Cycle Model of Grammar, bestaande uit een Lexical Cycle en een Sentence Cycle). - In haar artikel Van opeenvolgingsregels tot bijeenbehorende paren: de samenhang tussen taaluitingen in gesprekken vergelijkt M.A. Haft-van Rees de tekortkomingen van discourse anlysis en conversation analysis met elkaar en pleit zij voor een integratie van beide. - In de rubriek Het podium geeft Gerard Nas Commentaar op De Bot, naar aanleiding van diens eerder verschenen verslag over een onderzoek naar fonologische processen bij visuele woordherkenning door tweetalige kinderen, gevolgd door Een reactie op Nas door Kees de Bot.
R.W.W.M. van der Drift
W.A.A.M. Merlijn
|
|