De Nieuwe Taalgids. Jaargang 81
(1988)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 378]
| |
Dietsche warande & Belfort 133 (1988)nr. 2 opent met een bijdrage van Fernand Auwera over de onlangs overleden Simon Carmiggelt. - In Gedicht geopend bespreekt Armand van Assche ‘Zwijgende man’ van J. Bernlef. - Flip G. Droste houdt in Gezag en norm een ‘pleidooi voor een A(lgemeen) N(ederlands)-commissie om meer zorg voor de eigen taal en dus meer waardering voor de eigen taalcultuur’ te bewerkstelligen. - Voorts besprekingen van de heruitgave van Brulez' vierluik Mijn woningen (door Lut Missinne), de poëzie-analyses in Die lezen mogen eenzaam wezen van Rudolf van de Perre (door Marcel Janssens), De eeuw die Beiroet heet van Herman Portocarero (door Lut Missinne) en de poëziebundel Obsidiaan van Peter Verheest (door Hugo Brems). | |
Driemaandelijkse bladen 39 (1987)nr. 3/4: F.J. Bakker inventariseert Handschriften en boeken in Groningse archiefstukken tot 1597 (I). - Siemon Reker beschrijft Klankregels in de taalontwikkeling van een Gronings kind. - Van de hand van R.A. Ebeling Naamkundige schetsen. Soortnamen op -ert en de keuze van voornamen. - Jo Daan reageert Naar aanleiding van ‘Een atlas van de Drentse dialekten’. - R.A. Ebeling tenslotte vraag aandacht voor Ambergen, Angelbeek e.a. Herkomstnamen uit noordwestduitse toponiemen in de provincie Overijssel anno 1947. | |
De gids 151 (1988)nr. 2 opent met een bijdrage van Harrie Mulisch, waarin hij 15 discussiepunten geeft met betrekking tot de vraag Wat is de ware filosofie? - F. Balk-Smit Duyzentkunst schrijft een bijdrage over Het woord ‘intellectueel’ en de intellectuelen. - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ belicht Wiel Kusters het gedicht ‘De nachtegalen’ van J.C. Bloem en bespreekt Remco Ekkers de bundels Schemeringen van Hans Tentije en Het ogenblik, terwijl van Gerrit Kouwenaar. nr. 3 In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ vraagt Wiel Kusters nog eens de aandacht voor Vondels ‘Kinder-lijk’ (1632), waarna Remco Ekkers de bundels Langs de doofpot van Joost Zwagerman en de De zee heeft geen manieren van Rogi Wieg bespreekt. | |
Levende talennr. 427: Ton Hendrix en Hans Hulshof achten de tijd rijp om vanuit de invalshoek Taalbeschouwing als (taal)culturele vorming de mogelijkheden van een taalbeschouwelijke lespraktijk in de bovenbouw verder te verkennen. - Dat de CEVO definitief is overgestapt Van het eindexamenuittreksel naar een samenvatting van het betoog, is volgens Antoine Braet zeker geen reden om de diskussie nu maar te staken; volgens hem staat het scoringsvoorschrift namelijk haaks op de communis opinio in de vakliteratuur. Tevens lanceert hij een voorstel om binnen het schoolonderzoek met een ander type samenvatting te experimenteren. - In Recht doen aan ‘Script’ zet Jos Schilleman uiteen, waarom het onjuist is schoolboeken over Nederlandse literatuurgeschiedenis vanuit wetenschappelijke standpunten te beoordelen. - In Literatuur met en zonder pleit Ben van Melick voor het aanbieden van meer literatuur op school die minder een beroep doet op de leesvaardigheid van de leerlingen en voor een opdelingvan het vak Nederlands in Taalbeheersing en Cultuur. Boekbesprekingen: H. Bonset, Onderwijs in heterogene groepen. Een case-study naar het vak Nederlands in een breed-hete- | |
[pagina 379]
| |
rogene brugklas /.../ (door Kees Sluis); Jan Luxemburg, Mieke Bal en Willem G. Wetsteijn, Over literatuur (door Peter Burger en Maarten Steenmeijer). nr. 428: In hun tweede aflevering geven Ton Hendrix en Hans Hulshof een uitgebreid voorbeeld van Taalbeschouwing als (taal) culturele vorming t.b.v. de lespraktijk in het VWO, naast een bibliografische handreiking; het is een exemplarisch bedoelde uitwerking van leesvaardigheid, toegepast op een pittige tekst over taal en denken. - Veranderingen in het examen Nederlands tekstbegrip lbo/mavo: de invloed van gesloten vragen; in dit artikel gaan Huub van den Bergh en Marie-Christine Sprengers in op de vraag welk effekt deze maatregel heeft gehad op de moeilijkheidsgraad, betrouwbaarheid en validiteit van de toets. - De plaats van het opstel in de literaire educatie komt aan de orde in een derde bijdrage van Wam de Moor over het talenonderwijs in de Verenigde Staten; hij beschrijft een leerplan en methoden waarin schrijven over en van literatuur centraal staan. - Onder de titel: Toetsing van Nederlands als vreemde en als tweede taal vergelijkt Ed Olijkan twee onlangs verschenen publikaties met elkaar; tevens gaat hij in op de reaktie van het Ministerie van O & W op de adviesnota van de Programmacommissie Nederlands als Tweede Taal voor Volwassenen. | |
Literatuur 5 (1988)nr. 2 opent met Stemmen van de stad, een bijdrage van Jef Bogman over Van Ostaijens Bezette stad. - Anneke Fleurkens schrijft in Meer dan vrije expressie over het school-toneel tijdens de renaissance. - Over een nieuwe biografie van Louis Couperus is de titel van een artikel van Maarten Klein, waarin hij de positieve kanten van Bastets biografie van Couperus belicht en een oordeel geeft over de richting van het toekomstig Couperus-onderzoek. - In De Martinus Nijhoffprijs voor vertalingen: de transfer van het jaar beschrijft Dirk Delabastita wat er met de normering voor deze prijs mis is. - Onder de titel ‘Er is een ideale roman voor een ideale kritiek’ heeft E.B.M.J. Blomme een gesprek met de criticus Carel Peeters. - In de rubriek ‘Genootschapsleven’ neemt E.B.M.J. Blomme De ( Vestdijk- ) kring, de kroniek en de weduwe onder de loep. - Voorts boekbesprekingen van tal van Huygens-herdenkingsuitgaven (door E.K. Grootes), Constantijn Huygens, Trijntje Cornelis, ed. Hermkens (door Jeroen Jansen), Historiography of Women's Cultural Traditions (door Magda Sosef), L. Turksma, Het goede leven; over het werk van Arthur van Schendel (door Harry Bekkering) en T. van Deel, De komma bij Krol en andere essays (door Ben van Melick). | |
Moer 1988nr. 1 opent met een kritische beschouwing van het examen Functioneel Schrijven lbomavo door Kees Sluis. - Linde van den Bosch en Ineke Wolfhagen besteden aandacht aan de diagnostische taaltoetsen, zoals die door het CITO ten behoeve van volwassenen allochtonen ontwikkeld zijn. - Piet Gielen beschrijft hoe hij leerlingen laat beleven dat men zich eerst afvraagt welke zingeving er aan andermans handelen en spreken ten grondslag ligt, voordat men reageert. - Ru Klein beschrijft zijn leeservaringen over de rol die de taal speelt als het gaat over oorlog en vrede. - Tenslotte geven Henk Lammers, Carla van Engen en Carina Groot een uitgebreide aanvulling op de Bibliografie Taalbeschouwing in Moer 1986/5. | |
NWT 5 (1988)nr. 1 In De levenskunstenaar; naar een esthetica van de zelfmoord onderzoekt Patricia de Martelaere het fenomeen zelfmoord bij auteurs. | |
Ons erfdeel 31 (1988)nr. 1: In De moeite van het dichten vraagt Françoise Opsomer aandacht voor de poëzie van Cees Nooteboom. - Philippe Noble beziet de Nederlandstalige literatuur in Frankrijk: voorlopige balans en vooruitzichten. - Ton Anbeek opteert voor Een nieuwe geschiedenis van de moderne literatuur. - Paul de Wispelaere onderkent Romantiek en realiteitszin bij Benno Barnard. - De literaire canon aan de Nederlandse universiteiten passeert de revu bij Jacques Kaat: Wolkers niet, Brandt Corstius wel, - Hugo | |
[pagina 380]
| |
Brems staat stil bij Vingers om het mes. Het debuut van Charles Ducal. - Tenslotte de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling XCIII, onder redaktie van H. Klop. | |
Onze taal 57 (1988)nr. 1/2: J.H. Maureau beziet het verband tussen Grammatica-onderwijs en tweedetaalverwerving. - In de rubriek Vraag en antwoord gaat de redaktie van Onze Taal in op het gebruik van Vreemde woorden. - In Het lyrisch lab stelt Jaap Bakker dat de slotlettergreep van een liedje bepalend kan zijn voor het sukses ervan. - De rubriek Wat heet...? van Rob Rentenaar besteedt aandacht aan namen die betrekking op Flevoland. - Drs. J. Posthumus heroverweegt een viertal vaak ingenomen standpunten inzake Onze houding tegenover vreemde woorden. - Cor Hoppenbrouwers bespreekt het onlangs door het P.J. Meertens-Instituut uitgegeven boek Variatie en norm in de standaardtaal. - Anneke Zaalberg en Ingeborg van der Geest vragen aandacht voor de NRC-rubriek Over Taal van Camiel Hamans. -Onder de titel Fultelien voorziet Marlies Philippa een eerdere bijdrage van M.D. de Jong over stoffen stofjassen en nylonnen nylons van kritisch kommentaar. - Dr. D.O. Wijnands is op zoek naar de betekenis van een aantal 17e-eeuwse plantennamen. | |
Pripu 13 (1988)nr. 1: Hugo Quene onderzocht de Relative perceptual relevance of two word boundary markers. - Jan Don en Wim Zonneveld leveren een bijdrage aan VC-Phonology. Theory and Machine in Dutch Stress Assignment. - E. Blaauw en D. Günzburger doen verslag van een onderzoek naar Child voice identification by children. - Marcel P.R. van den Broecke gaat in op The Linguistics of velotype, a syllabic typewriter. - G.B. Tiemens, G.H. Wieneke, Sj. van der Meulen en P. Janssen tenslotte bezien de Speech motor skills of cleft palate children. | |
Taalkundig bulletin 17 (1987)nr. 4: Frank van Gestel doet in Resultative predicative een voorstel voor de introduktie van resultatieve werkwoordsbepalingen dat gebruikmaakt van een ‘small clause’ -analyse als onderdeel van een specifiek X -barsysteem. - Jan de Vuijst betreedt met Taalkunde en kunstmatige intelligentie: kennisrepresentatie het domein van de natuurlijke taalverwerving m.b.v. computers, waar nog maar weinig gemeenschappelijke theorievorming heeft plaatsgevonden vanuit de taalkunde en de kunstmatige intelligentie. - Frans Zwarts onderzoekt het Paradigmaloos ‘Van’, d.w.z. een aantal konstrukties die op het eerste gezicht de kenmerken van een voorzetselgroep vertonen, maar die in werkelijkheid als onvervalste nominale constituenten blijken te funktioneren. | |
Tijdschrift voor taalbeheersing 10 (1988)nr. 1: In Duidelijkheid, bruikbaarheid en effectiviteit van werk- en veiligheidsinstructies zet M.G.M. Elling uiteen dat funktionele teksten niet alleen als hulpmiddel dienen bij de uitvoering van een taak, maar dat ze vaak ook nog andere funkties moeten vervullen, die tot tegenstrijdige eisen kunnen leiden. -A. Braet beziet Ethos, pathos en logos in de Rhetorica van Aristoteles. - In Schrijfangst - Faalangst? (I) schetst B. Meuffels de theoretische achtergrond van een empirisch onderzoek naar de relatie tussen schrijfangst en negatieve faalangst. Na een korte bespreking van enkele studies op het gebied van schrijfangst plaatst hij kritische kanttekeningen bij de Writing Apprehension Test van Daly en Miller en presenteert hij een tweedimensionaal struktureel model voor schrijfangst. - Orthografische principes op de helling? Een onderzoek naar (on)schendbaarheid van regels. E.M.H. Assink liet vier groepen proefpersonen, sterk uiteenlopend qua opleidingsniveau, zich uitspreken over de vraag hoe ernstig zij diverse typen overtredingen van de geldende orthografische principes opvatten. - U.R.I. Schuurs overweegt aan de hand van een aantal Amerikaanse zinskombinatiekursussen Het nut van zinscombinatie-onderwijs voor toepassing in Nederland. Boekbeoordelingen: Jan Hoeks, Vaardigheden in begrijpend lezen: onderzoek naar de konstrukt- en prediktievaliditeit van een achttal semantische SI-faktoren met be- | |
[pagina 381]
| |
trekking lot het begrijpend lezen van leerlingen uit de bovenbouw van het gewoon lager onderwijs (door B. Meuffels); G. Verhoeven, Kleintje Wolters' Spelling (door Carel Jansen). | |
Tirade 32 (1988)nr. 314 opent met een in memoriam G.A. van Oorschot (1909-1987) door Jaap Goedegebuure. - In Bruggen geeft Robert Anker zijn visie op de moderne auteur: ‘iemand die met zijn stijl een brug bouwt in het niets (...) zijn boeken zullen in toenemende mate nergens meer over gaan. (...) Schrijvers die de diepste afgronden kennen - Minco, Oberski, Durlacher - zwijgen het langst en schrijven vervolgens een zuinig boek. Schrijvers die geen angst of woede meer kennen (...), moeten een grote keel opzetten, want anders is er helemaal niets’. -Gerrit Krol schrijft in De lezer die er geweest is over het proces van het schrijven en besluit aldus: ‘Lezen wat je al wist, maar waarvoor je de woorden niet kende, dat is in dit verband een goede definitie van literatuur.’ - In Herlezen schrijft Rob Anker over L.P. Boons De Kapellekensbaan. -Tomas Lieske vraagt in zijn Poëziekroniek de aandacht voor Aardes deuren, de jongste bundel van H.H. ter Balkt.
R.W.W.M.v.d. Drift W.A.A.M. Merlijn |
|