| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Documentatieblad werkgroep 18e eeuw, 18 (1987),
nr. 2
is een themanummer rond het Haagse geleerdentijdschrift Journal litéraire (1713-1737), waarin de uitwendige geschiedenis, de uitgevers, de correspondent Pierre Des Maizeaux (1673-1745), het tolerantievraagstuk, de fysico-theologie, de ‘Querelle des Anciens et des Modernes’, De Parnasse, de poëtenoorlog in de Nederlandse literatuur en het standpunt van het Journal litéraire inzake het vertalen van belettrie in een negental bijdragen aan de orde worden gesteld.
| |
Dutch crossing 1987
nr. 32
opent met een bijdrage van Ludo Beheydt over Vocabulary in foreign language teaching methodology. Agatha Bardoel schrijft over Hadewich of Brabant and the hermeneutics of desire. Therese Decker vraagt de aandacht voor Medieval theatre in the Lowlands, in het bijzonder voor het ‘secular drama’. Onder de titel ‘Leugenziende de werkelijkheid van het leven’ schrijft Augustinus P. Dierick een artikel over ‘romanticism, realism and formalism in Arnold Aletrino's novel Martha’.
| |
Gramma 11 (1987)
nr. 1:
J. Hulsker analyseert Petrus Montanus' Spreeckonst. Opzet, methodische werkwijze en uitwerking I. - L. Peeters vraagt aandacht voor Zeventiende-eeuwse Taalcultuur: P.C. Hoofts Proza. - W. Spooren schrijft Over Gepresupponeerde Informatie. - J. Wester presenteert een Proeve van een Generatieve Spelling: de representatie van fricatieven.
Boekbespreking: A. Duinhoven, Lees, maar raak! (door B. Salemans en P. Wackers).
nr. 2:
K. de Pot plaatst kritische kanttekeningen bij Het gebruik van citatie-indexgegevens bij de kwaliteitsbeoordeling van publicaties in taalkundige tijdschriften. - J. Hulsker vervolgt zijn bijdrage over Petrus Montanus' Spreeckonst. Opzet, methodische werkwijze en uitwerking II. - A. Neijt onderzoekt Samentrekking in gelede woorden.
Boekbesprekingen: C. van Bree, Historische grammatica van het Nederlands (door G. Dibbets); Anne Pauwels, Immigrant Dialects and Language Maintenance in Australia (door H. Jacobs); Jan Renkema, Tekst en uitleg; een inleiding in de tekstwetenschap (door W. Verhoeven).
| |
Levende talen)
nr. 425:
Lodewijk de Groot geeft in De School, de sectie, de docent en de computer een voorproefje van het binnenkort te verschijnen DCN-cahier Nederlands en computers. - Over Taalbeschouwing als alternatief stelt Henk Lammers enkele vragen aan Amos van Gelderen, die voor de sektie-Nederlands van dit tijdschrift een onderzoek uitvoert naar taalbeschouwelijke alternatieven. - Wam de Moor doet voor de tweede maal verslag van zijn ervaringen met het Schrijfonderwijs in de Verenigde Staten.
| |
Literatuur 4 (1987)
nr. 6
opent met een bijdrage van Bert Paasman over Het land van E.M. Post. - E.G.H.J. Kuipers vraagt de aandacht voor de Ongepubliceerde werken van Harry Mulisch. - De vertoning van de kloostermoorden in ‘Gijsbrecht van Amstel’ en de problemen die daaraan verbonden waren, worden beschreven door Ben Albach. - In Dada en het strijkijzer van Man Ray belicht P.F. Schmitz dit object ‘als concretisering van wat men een dadaïstische houding zou kunnen noemen’.- J.M.J. Sicking beschrijft De evolutie van het tijdschrift ‘Podium’. - In het ‘Bijschrift’ een bijdrage van André Hanou met de veelzeggende titel Ten Kate leeft!, terwijl de rubriek ‘Genootschapsleven’ gewijd is aan de Vereniging ‘Het Bilderdijkmuseum’, beschreven door E.B.H.J. Blomme.
Tenslotte boekbesprekingen van De
| |
| |
Schoolmeester, De brieven van De Schoolmeester; documentair-kritische uitgave, ed. Mathijsen (door P.J. Verkruijsse), William Z. Shetter and R. Byron Bird, Reading Dutch (door A. Blom), Wiel Kusters, De killer; over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar (door Evert Filius), W.A.M, de Moor, Deze kant op; kritieken en profielen van boeken en schrijvers 1979-1984 (door Ben van Melick) en J.J. Oversteegen, Anastasio en de schaal van Richter; bespiegelingen over literatuur, filosofie, literaire kritiek en literatuurwetenschap (door Rudi van der Paardt).
| |
Naamkunde 19 (1987):
W. Beele gaat de herkomst van De familienaam Vuylsteke na. - F. Claes biedt een Inleiding tot de Oostbrabantse toponymie. - E. de Goeye buigt zich Over de benaming Payot. - A. - P. de Klerk beziet De benaming van de dorpskom op de Zeeuwse eilanden en Goeree-Overflakkee. - J. Devleesschouwer vervolgt zijn bijdrage over Het ontstaan der Nederlands-Franse taalgrens (IV).-L.H. Maas onderzoekt Het element schip, in het bijzonder in toponiemen als Schipholt en Schiphorst. - H.T.J. Miedema vraagt aandacht voor Friese plaatsnamen, tweetaligheid, brekingen en andere problemen. - W.J.J. Pijnenburg beschrijft de relatie tussen Vocalisering en eigennamen. - Planken wambuis prikkelde de aandacht van Rob Rentenaar. - W. van Langendonck verdiept zich in Synchronische betekenisaspekten van eigennamen. - J. van Loon gaat in op De tegenstelling tussen toponiemen op -gem en -kom. - R. van Passen presenteert Onomastisch kleingoed. Rond de voornaamkeuze in de negentiende eeuw.
Boekbesprekingen: F. Claes, Cijnsboeken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Diest, 14e eeuw (door C. Marynissen); R.A. Ebeling, Familienamen im Landkreis Leer um 1940. Teil II (door C. Marynissen); F. Jansen, Van Apekop tot Zielepoot (door R.A. Ebeling); Philologia Fricica anno 1984 (door H.T.J. Miedema); E. van Hoonacker, Duizend Kortrijkse straten (door F. Debrabandere); Woordenboek van de Vlaamse dialekten II.1-3 (door J. Goossens).
| |
De negentiende eeuw II (1987),
nr. 1
opent met een redactionele bijdrage over Tien jaar Werkgroep 19e eeuw. - In de reeks Op zoek naar de negentiende eeuw schrijft Marja Keyser over de bibliotheek van de Vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels. - Jan Sitvast onderzoekt De populariteit van almanakken in de tweede helft van de negentiende eeuw, waarna het nummer traditiegetrouw besluit met het Literatuuroverzicht 1986.
| |
NWT 4 (1987)
nr. 5
In deze aflevering een bijdrage van Jaap Goedegebuure naar aanleiding van de 60-ste verjaardag van Harry Mulisch, getiteld De inlijving van de tegenaarde.
| |
Ons geestelijk erf
opent met een bijdrage van P. Mommaers over De functie van de taal in de mystieke beleving volgens de ‘Brieven’ van Hadewich. - Voorts een opstel van F. Vanhoof over De turbulente verhouding tussen het kapittel van Sion en zijn kloosters te Ekeren en Heindonk (1480-1502). - E. van de Vyver schrijft over De eerste gekende druk van ‘Den wijngaert der sielen’ op naam van Jacob Roecx, waarna A. Ampe wijst op De twee drukken van Roecx ‘Gheestelijken steen’ met eenzelfde colofon. - H. Verleyen vervolgt zijn opstel over Benedictus van Haeften (1648) als geestelijk schrijver en C. van de Wiel belicht ‘enkele archivalia’ van De Wilhelmieten, een verdwenen kloosterorde.
| |
Onze taal 56 (1987)
nr. 11:
In Taalgebruiksonderzoek en het medisch gesprek gaan M.M.H. Bax en W. Vuijk na, hoe taalbeheersers de kommunikatie tussen arts en patiënt kunnen verbeteren. - Na Foute samentrekking? stelt Dr. G.E. Booij zich de vraag of samentrekkingen als Sociale en organisatiepsychologie inderdaad onjuist zijn. - Waarom plastieken beker wel kan, maar nylonnen kous niet, valt te lezen bij M.D. de Jong: Over stoffen stofjassen en nylonnen nylons. - In zijn rubriek De toren van Babel doet H. Heestermans een greep uit de Jeugdtaal '87. - Het komisch effekt van beeldspraak in Spreekkamertaal wordt geïllustreerd door Harry Cohen. - Patiëntenbijsluiters: het Belgische voorbeeld; vol- | |
| |
gens P. van Hauwermeiren kan België als voorbeeld dienen voor de wettelijke eisen die aan patiëntenbijsluiters gesteld zouden moeten worden. - Jan van der Staak geeft Tekst en Uitleg over tekstwetenschap, aan de hand van het boek van Jan Renkema, Tekst en Uitleg, een inleiding in de tekstwetenschap. - De rubriek Van woord tot woord van Marlies Philippa is deze keer gepokt en gemazeld in de herkomst van Nederlandse ziektenamen: Zwartgallige en andere zuchten.
| |
Taalkundig bulletin 17 (1987)
nr. 1:
In Taalverwantschap. Taalherkenning en letters tellen bespreekt Ger Hoppenbrouwers een zelfgeschreven computerprogramma voor het herkennen van talen en dialekten aan de hand van de relatieve letterfrekwentie. - Theo A.J.M. Janssen bestudeert Het perfectum: syntactisch en semantisch samengesteld.
nr. 2:
Ron van Zonneveld onderkent De dubbele bodem van de small clause-syntaxis. - A. Sassen geeft een syntaktische beschrijving van de woordgroep Meer dan vijf stafleden minder. - Leo van Driel inventariseert Subject-onderscheidingen in de logische analyse van Roorda, Te Winkel en Brill.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 103 (1987)
nr. 2:
G.C. Zieleman vraagt aandacht voor De versifikatie van de ‘Limburgse Aiol’ en ‘Van sente Lutgart’. - B.C. Damsteegt beziet Constantijn Huygens' Nederlandse grafschriften. - N. van der Blom en J. Das tekenen voor Marnixiana. - G.R.W. Dibbets onderzoekt van Guillaume de Poetou, ‘Suite du labeur en liesse’. Enkele acrosticha.
Boekbeoordelingen: W. Günther Ganser, Die niederl?ndische Version der Reisebeschreibung Johanns von Mandeville (door H.J. Leloux); De Tweeling van Plautus, eds. B.W.F. Beenen en A.J.E. Harmsen, m.m.v. prof. dr. B.C. Damsteegt (door W.N.M. Hüsken); A.M. Duinhoven, Lees, maar raak! (door G.C. Zieleman).
nr. 3:
J. Peeters haalt met De achtergrond van ‘De viere heren wenschen’ de Duitse heldenepiek in de Nederlanden voor het voetlicht. - Van de hand van G.J. Dorleijn: De historisch-kritische Leopoldeditie. ‘Het is onbeschrijfelijk, het is onbegonnen werk’; J.H. Leopolds gedichten en de problemen van de historisch-kritische editie.
Boekbeoordelingen: Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst (1584), ingeleid, geïnterpreteerd, van kommentaar voorzien en uitgegeven door G.R.W. Dibbets (door B.C. Damsteegt); Karel van Mander, Bethlehem dat is het Broodhuys, uitgegeven door P.E.L. Verkuyl (door L. Strengholt); M.B. Smits-Veldt, Samuel Coster ethicus-didacticus. Een onderzoek naar dramatische opzet en morele instructie van Ithys, Polyxena en Iphigenia (door P.E.L. Verkuyl).
nr. 4:
Deze aflevering is geheel gewijd aan Joost van den Vondel 1587-1987. Marijke Spies brengt Vondel in veelvoud. Het Vondel-onderzoek sinds de jaren vijftig in kaart. - F. Akkerman vergelijkt Jefta bij Buchanan en Vondel. Van vroeg-klassiek naar laat-barok. - Lia van Gemert analyseert Het choor in ‘Het Pascha’. - J.E. van Gijsen onderzoekt De betekenis van de astrologische passage in Vondels ‘Geboortklock van Willem van Nassav’. - Een aansporing achteraf? L. Strengholt heeft zijn twijfels over de datering van Vondels ‘Spore aen den Heer Hooft, Tot voltrekking sijner aengevangene Nederlandtsche Historie’. - Van de hand van C.A. Zaalberg tenslotte ‘Est mollis flamma medullas’.
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 8 (1987)
nr. 3:
Onder de titel: Cognitieve activiteiten van leerlingen bij het verwerken van teksten beschrijven J.H. Boonman en W.A.M. Kok een onderzoek naar de aktiviteiten van leerlingen van de hoogste groep van de basisschool bij het verwerken van een informatieve tekst. Daarbij gaan zij vooral de invloed van de redeneervaardigheid, de algemene kennis en studievaardigheid van de leerlingen na. - Het effect van het concreet of abstract benoemen van afgebeelde objec- | |
| |
ten op het categoriseren door kinderen staat centraal in de bijdrage van J. ter Laak. - Daniel Janssen laat zien dat Drogredenen en redelijke argumenten elkaar niet op voorhand uitsluiten. - Ben Vroom deed in opdracht van de GGD Stadsgewest Breda een Publieksonderzoek met behulp van de plusen minmethode van Van Woerkum; uit zijn verslag blijkt dat deze methode een waardevol onderdeel kan vormen van de procedure bij de totstandkoming van een (voorlichtende) tekst.-F.H. van Eemeren, R. Grootendorst en B. Meuffels geven een bespreking van: P.J. van den Hoven, Het formuleren van een formele kritiek op een betogende tekst. Een uitgewerkt voorbeeld van en procedure-constructie. - Hetzelfde doet J. Renkema ten aanzien van: B. Overduin, Rapporteren. Het schrijven van rapporten, nota's, scripties en artikelen. - Van de hand van I.M. Borchardt en A.A. Talmon tenslotte een bespreking van: Th. van der Geest, De computer in het schrijfonderwijs. Perspectief voor een procesbenadering.
| |
Tirade 31 (1987)
nr. 312
is een themanummer rond het leven en werk van de nu 75-jarige A. Koolhaas met bijdragen van Leo Vroman, A. Alberts, T. van Deel, W.A.M, de Moor en Tomas Lieske. T. van Deel had bovendien een gesprek met Koolhaas, waaraan hij de titel Inleven in het sterven en de dood meegaf.
In zijn Poëziekroniek vraagt Tomas Lieske aandacht voor de bundel Zoutsneeuw van Stefan Hertmans.
R.W.W.M.v.d. Drift,
W.A.A.M. Merlijn
|
|