De Nieuwe Taalgids. Jaargang 81
(1988)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 111]
| |||||||
Torec, een vorstelijk verhaal
| |||||||
[pagina 112]
| |||||||
verhaal in zijn geheel overschouwt (sensus allegoricus en/of moralis)’.Ga naar voetnoot3 Zo'n structuuranalyse is van de Torec niet voorhanden. Het onderzoek heeft tot nu toe resultaten opgeleverd op het gebied van de ontstaansgeschiedenis van de TorecGa naar voetnoot4, de beïnvloeding door andere literaire werkenGa naar voetnoot5, de interpretatie van afzonderlijke episodenGa naar voetnoot6, en de bestudering van een aantal aspecten van de TorecGa naar voetnoot7, zoals bijvoorbeeld de relatie van de tekst tot een Oudfrans origineel. Een overkoepelende interpretatie van de gehele tekst, waarbinnen álle episoden een plaats toegewezen krijgen, heeft het Torec-onderzoek nog niet voortgebracht. Ik wil hier een poging wagen om met behulp van een structurele en inhoudelijke analyse een coherente interpretatie te geven van de Torec. Daarbij realiseer ik mij wel dat onzekerheid over de overlevering van de tekst mijn onderzoek bemoeilijkt. Corrupte lezingen, eigenmachtige interpolaties van de kopiist en mogelijke ingrepen van de compilator van de Lancelot-codex, kunnen in de tekst hun sporen hebben nagelaten. Het past mij daarom grote voorzichtigheid te betrachten. Met J.D. Janssens ben ik echter van mening dat twijfel de wetenschappelijke activiteit niet mag verlammen. ‘We (i.e.J.D. Janssens) geloven inderdaad (...) dat, ondanks de handschriftvarianten, ondanks duidelijke foutieve lezingen en dies meer, naast de analyse van de narratieve totaliteit ook interpretatief “close-reading” op middeleeuwse teksten mits de nodige codicologische voorzichtigheid niet alleen mogelijk, maar bovendien buitengewoon verhelderend is. Met “close-reading” komen inderdaad subtiele betekenisverschillen tevoorschijn; ontdekken we de structurele nuances en kunnen we facet na facet de “sens” van een werk ontsluieren’.Ga naar voetnoot8 De Torec wordt door een recente onderzoeker van de tekst, dr. J. Hogen- | |||||||
[pagina 113]
| |||||||
hout, allerminst beschouwd als een ‘gaaf’ verhaal. ‘Het aantal onjuistheden en onbegrijpelijkheden dat het bevat, is niet gering. Als we de tekst uit de Lancelot-compilatie echter zien als het eindpunt van een lange traditie, en als we ons de weg bewust maken die het verhaal heeft afgelegd vóór het in deze vorm tot ons is gekomen, kan veel “begrepen” worden’.Ga naar voetnoot9 Het zijn juist de fouten en onbegrijpelijkheden in het verhaal die Hogenhout aanwijzingen hebben gegeven omtrent de ontstaansgeschiedenis ervan. Het resultaat van zijn onderzoek is dan ook een hypothese over de ontstaansgeschiedenis van de Torec geworden. ‘Deze hypothese pretendeert niet een oplossing te bieden voor alle problemen. Zij wil slechts ertoe bijdragen dat men zich een beeld kan vormen van de wijze waarop een verhaal zich in de loop der tijden kan hebben ontwikkeld’.Ga naar voetnoot10 Maar is de Torec wel zo'n onbegrijpelijke tekst? Voor we een antwoord op deze vraag kunnen geven, moeten we eerst vaststellen welke verhaalelementen problematisch zijn. De Torec vangt aan met de voorgeschiedenis van de grootouders van Torec. Torecs grootmoeder is onrecht aangedaan. De ridder Bruant heeft haar beroofd van haar rechtmatig bezit: een diadeem. Het betreft hier niet zomaar een sieraad, de diadeem heeft namelijk de eigenschap dat hij de bezitter materiële welstand en eer zal bezorgen. Bruant heeft het sieraad gestolen op verzoek van zijn vriendin. Nu heeft deze vriendin twee zusters. Eén daarvan is bevriend met Druant, de andere is nog ongebonden. Deze drie zusters hebben samen vijftig kastelen geërfd die zij onder elkaar moeten verdelen. De vijftig kastelen worden in twee parten van elk vijfentwintig kastelen gedeeld en Bruant brengt de diadeem als derde deel in. De oudste, nog vrije zuster krijgt de eerste keus: zij kiest de diadeem. Op de dag dat Torec door zijn vader, Ydor vander Baserrivire, tot ridder wordt geslagen, verneemt hij van zijn moeder, Tristoise, zijn familiegeschiedenis. Hij neemt zonder aarzelen de taak op zich wraak te nemen voor de diadeem-diefstal en voor de schande die daarmee zijn familie is aangedaan. Voorzien van een goede wapenrusting en van zijn paard Morele, verlaat Torec zijn vaders hof. Zijn queeste is begonnen. Nu zijn er een aantal vragen te stellen:
| |||||||
[pagina 114]
| |||||||
| |||||||
Torec en MelionsOp de tweede dag van zijn queeste maakt Torec kennis met Melions. De ontmoeting verloopt als volgt: Torec komt langs een jonkvrouwe in wier schoot een ridder ligt te slapen. Hij informeert naar zijn naam, maar de jonkvrouwe weigert deze bekend te maken. De ridder ontwaakt en het komt tot een gevecht. Torec weet zijn tegenstander te overmeesteren. De overwonnen ridder, die zich bekend maakt als Melions, blijkt op de hoogte van Torecs zoektocht naar de diadeem. Hij verschaft Torec nieuws over Bruant en begeleidt hem korte tijd op de goede weg. Tot zover de introductie van Melions. Nadat Torec erin geslaagd is de overwinning op Bruant te behalen, vervolgt hij zijn tocht. Hij gaat op weg om nu ook met Druant af te rekenen. Zijn tocht voert hem langs de belegerde burcht van de jonkvrouwe Mabilie van Montesclaren. Torec biedt haar zijn diensten aan. Hij spreekt Mabilies mannen moed in en leidt een uitval. Dankzij Torecs initiatief wordt de overwinning behaald. Mabilie, verliefd geworden op Torec door diens dappere optreden, stelt haar mannen een huwelijk met Torec voor, maar haar raadsheren ontraden dit. Mabilie is echter vastbesloten en als Torec om soldij vraagt voor zijn diensten, biedt zij aan hem te trouwen. Torec weigert; zijn hart is al bezet. Boos over de schande haar aangedaan, laat Mabilie Torec gevangen nemen. Tijdens het gedwongen verblijf van Torec in de kerker van Mabilie wordt het eerste gedeelte van de queeste van Melions verteld. Melions vriendin is intussen gestorven. Daardoor is hij diep bedroefd en volslagen lethargisch. Zijn neef Helijn weet Melions te motiveren zijn rol in het maatschappelijk leven weer op te pakken. Nadat Melions in een toernooi zijn ridderschap opnieuw bewezen heeft, trekken Melions en Helijn naar het eiland van koning Morligant. Uit woede omdat de dochter van Morligant zijn liefde afwijst, richt een ridder, Raguel, vernielingen aan in het land. Melions besluit de strijd met Raguel aan te binden. Dit gevecht duurt de hele dag, tot Helijn voorstelt vrede te sluiten en de strijd onbeslist te laten. Zo worden Melions en Raguel elkaars gezellen. Ondertussen beklaagt Torec in de kerker zijn lot. Mabilie krijgt spijt van haar gedrag en zij laat Torec vertrekken. Op het moment dat hij wegrijdt, wordt Mabilie door een ‘dwerch’ ontvoerd. Zij roept om hulp, maar Torec vertrouwt haar niet meer: hij rijdt door. Na enkele avonturen komt Torec bij | |||||||
[pagina 115]
| |||||||
Druant aan. Torec verslaat hem, waarna Druant Torecs leenman wordt. Torec blijft drie weken te gast bij Druant tot zijn wonden genezen zijn. Het tweede en laatste gedeelte van de queeste van Melions wordt verteld in de periode dat Torec genezing vindt bij Druant. De dochter van koning Morligant is verdwenen. De koning heeft beloofd dat degene die haar heelhuids terugbrengt, haar tot vrouw zal krijgen. Melions en Raguel gaan samen op zoek. Zij komen bij een berg waarin zich een diep gat bevindt. Raguel laat Melions aan een touw afdalen. Beneden treft Melions meer dan veertig jonkvrouwen aan, waaronder Mabilie van Montesclaren en de gezochte prinses. De ‘dwerch’, hun ontvoerder, slaapt. Mabilie vertelt Melions hoe hij hun overweldiger kan doden, op voorwaarde dat hij belooft haar te trouwen. Melions doodt de ‘dwerch’ en Raguel trekt de jonkvrouwen omhoog, maar laat Melions achter. Melions vindt echter in de berg een prachtig paard, twee windhonden en twee valken. De dieren leiden hem naar buiten. Aan het hof ontmaskert Melions Raguel. De koning beslist dat Melions zijn dochter zal trouwen. Mabilie krijgt Helijn als man. Raguel wordt gedood.
De ontmoeting tussen Melions en Torec (vs. 401-509) is allereerst bedoeld om Melions te introduceren bij het publiek.Ga naar voetnoot14 We krijgen inzicht in het karakter van Melions en in zijn capaciteiten, én weten van het bestaan van zijn vriendin. Hoewel Melions door Torec in het gevecht overwonnen is, blijft zijn positie als ridder onaangetast. Een nederlaag ten opzichte van Torec is m.i. niet oneervol, omdat hij niet op het zelfde niveau staat als Torec: Melions is immers geen leenheer of troonpretendent. Melions helpt Torec op zijn tocht door hem de weg te wijzen naar Bruant en hem te waarschuwen voor wat hem daar te wachten staat. Hierna zullen we nog zien dat ook de queeste van Melions fungeert als ‘wegwijzer’ bij Torecs queeste. Als Melions tocht begint bevinden Torec en Melions zich in dezelfde positie. Zij zijn beiden gevangenen. Bij Melions is er alleen geen sprake van een letterlijke gevangenschap; hij is een gevangene in geestelijk opzicht, geïmmobiliseerd als hij is door het verdriet over zijn gestorven geliefde.Ga naar voetnoot15 Melions is gebroken door de dood van zijn vriendin en in volledige passiviteit brengt hij zijn dagen door. Hij is opgesloten in zijn verdriet en het lukt hem niet zichzelf te bevrijden. Het is zijn neef Helijn, die hem weet te bevrijden door hem te wijzen op de eerloosheid van zijn bestaan. Melions zal, vergezeld door Helijn, op zoek moeten gaan naar een nieuwe liefde die hem zal inspireren tot grootse daden. Na het afleggen van een eerste proeve van bekwaamheid is Melions gereed voor zijn queeste. Ook Torec heeft aan het begin van zijn tocht zijn kunnen moeten bewijzen voor | |||||||
[pagina 116]
| |||||||
hij zich aan moeilijker opdrachten kon wagen (vs. 282-294). Melions neemt het hachelijke avontuur, de confrontatie met Raguel, zeer beslist op zich. Het doel van zijn tocht is echter zich een nieuwe liefde te verwerven (vs. 1020-1022). Tegenpool van de hoofse ridder Melions is Raguel. Ook hij heeft problemen met de liefde, maar in tegenstelling tot Melions die zijn problemen aanpakt en oplost, laat Raguel zijn gevoelens de vrije loop. Raguel slaagt er niet in de teleurstelling over de afwijzing van zijn liefde te verwerken: zijn liefde ontaardt in wraakzucht. In de queeste van Melions is één thema uit de Torecqueeste uitgewerkt. Het Melionsverhaal handelt over de liefde, tegenover elkaar staan de hoofse liefde en de onbeheerste, onmatige liefde.Ga naar voetnoot16 Hoofse liefde werkt veredelend en inspirerend; onbeheerste liefde is destructief en leidt tot eerloos gedrag. Een exposé over de liefde (vs. 1004-1223 en vs. 1620-1905) is op deze plaats in het verhaal op zijn plaats, omdat Torec ten gevolge van de onbeheerste liefde van Mabilie gevangen zit. Met behulp van de queeste van Melions wordt aanschouwelijk gemaakt wat ‘goede’ en wat ‘slechte’ liefde is. In plaats van een theoretische verhandeling over de liefde krijgt het publiek de ‘praktische’ avonturen van Melions te horen. Men moet zelf de les uit dit verhaal destilleren. Het is niet verwonderlijk dat Mabilie van Montesclaren, exponent van de onbeheerste liefde in de Torecstreng, ook een rol speelt in het verhaal van Melions. Zij heeft Melions liefde niet verdiend, maar doordat zij haar gedrag ten opzichte van Torec verbeterd heeft, wordt zij toch beloond met een echtgenoot: Helijn. Melions hoofse liefde wordt beloond: hij ‘verdient’ de liefde van een koningsdochter. Raguel moet zijn onbeheerste liefde bekopen met de dood. Hij heeft dan ook een van de zwaarste zonden begaan die maar mogelijk zijn binnen de hoofse gemeenschap. Hij heeft zijn erewoord gebroken ten opzichte van zijn gezel. De queeste van Melions is zeer kunstig ingebed in de tocht van Torec.Ga naar voetnoot17 Na de succesvolle afsluiting van Melions' queeste is Torec genezen, evenals Melions. Torec is genezen van de vergiftigde wond die Bruant hem bezorgd had en Melions is genezen van de ziekmakende liefdesgevoelens die hij voor zijn gestorven vriendin koesterde. Zowel uit de queeste van Melions als uit Torecs verblijf bij Mabilie blijkt dat liefde altijd samen dient te gaan met ‘mate’. Later wordt Torec in de ‘camere van wijsheiden’ nogmaals expliciet op het belang van ‘mate’ gewezen (vs. 2476-2483). | |||||||
[pagina 117]
| |||||||
Wraakqueeste wordt liefdesqueesteTorec vertrekt van zijn vaders hof met het vaste voornemen wraak te nemen voor de schande die zijn moeder en grootmoeder is aangedaan. Pas als Torec eigenaar is van de diadeem zal hij de naam van zijn familie hebben gezuiverd. Na het verblijf bij Bruant verandert echter het doel van Torecs queeste: zijn streven wordt er nu op gericht de bezitster van de diadeem, Miraude, tot vrouw te krijgen (vs. 653-657). Valt dit wel te rijmen met de oorspronkelijke wraakgedachte van Torecs tocht? Op Bruant en Druant kan Torec zich wreken door hen in een gevecht te verslaan. Zij worden zijn leenmannen, waardoor zij sociaal gezien, afhankelijk van hem worden. Hoe zal nu de wraak op een jonkvrouwe er uit moeten zien? Een eervol gevecht met haar behoort niet tot de mogelijkheden. Alleen vechten vóór een jonkvrouwe levert eer op. Torec vecht dan ook vóór Miraude en behaalt de overwinning op alle Tafelronde-ridders. Een voorwaarde waaraan Torec moet voldoen om Miraude en de diadeem te verwerven, is namelijk dat hij álle ridders van de Ronde Tafel moet verslaan. Arturs ridders hebben al lang vergeefs gepoogd de diadeem in hun bezit te krijgen (vs. 43-49). Zo wint Torec symbolisch - hij slaagt er immers wèl in de diadeem te bemachtigen - en letterlijk van Arturs ridders. Het huwelijk met Miraude dat vervolgens gesloten wordt, is de enige manier waarop Torec op eervolle wijze eigenaar van de diadeem kan worden. Bovendien wordt Miraude daardoor in maatschappelijk opzicht afhankelijk van Torec - evenals Bruant en Druant. De wijziging in het doel van Torecs queeste is daarom mijns inziens de meest acceptabele ‘oplossing’ van het wraakprobleem. Daarbij komt deze verandering in doelstelling precies op het juiste moment. Torec heeft zich in de eerste avonturen in maatschappelijk opzicht bewezen. Hij heeft nu de sociale positie bereikt waarin het noodzakelijk wordt ook op het gebied van de liefde onderricht te ontvangen, teneinde zich een vrouw te kunnen verwerven die qua sociale status bij hem past. | |||||||
De ‘camere van wijsheiden’De episode waarin Torec zich in de ‘camere van wijsheiden’ bevindt is van cruciaal belang voor het bepalen van de boodschap van de Torec.Ga naar voetnoot18 Hier worden wij namelijk geconfronteerd met de unieke situatie dat binnen het verhaal één episode een expliciete boodschap uitdraagt. Voor wij kunnen pogen de boodschap van de Torec als geheel te formuleren, is het noodzakelijk de lessen die Torec in de ‘camere van wijsheiden’ krijgt aan een nader onderzoek te onderwerpen. Torecs gastheer deelt mee dat de kennis die Torec zal kunnen verkrijgen op het terrein van de wijsheid en de hoofsheid ligt (vs. 2353-2355). In de | |||||||
[pagina 118]
| |||||||
‘camere’ bevinden zich wijze mannen die met elkaar discussiëren over verschillende maatschappelijke onderwerpen. De liefde wordt besproken door een aantal vrouwen. Het eerste gesprek handelt over de vorsten. Het ontbreekt hun aan alle deugd. Als een vorst niet zelf het goede voorbeeld geeft, gaat het met het land onherroepelijk bergafwaarts (v. 2423-2429). In een tweede gesprek wordt vastgesteld welke combinatie van karaktereigenschappen de meest ideale is. ‘Vromecheit’, ‘sin’ en ‘mate’ vormen samen een ideale trits. Daarbij wordt ook de noodzaak vrijgevig te zijn onderstreept. Bij het geven van geschenken dient men de juiste maat in het oog te houden; niet te veel en niet te weinig.Ga naar voetnoot19 Het is vooral de eigenschap ‘mate’ die als onontbeerlijk wordt beschouwd: Soe goet es mate, dat verstaet,
Dattie ere bi hare gestaet.
(Torec, 2478-2479)
De armoede staat centraal in een volgend gesprek. Armoede is afschrikwekkend; zij heeft een negatief effect op alle deugden. Als laatste gespreksonderwerp komt de liefde ter tafel. Een jonkvrouwe prijst de liefde van de maagd boven alle andere vormen van liefde, terwijl een gehuwde vrouwe de ‘vrowen minne’ verdedigt. Dit duel eindigt, zo lijkt het, onbeslist. Torec blijft drie dagen te gast in de burcht en woont nog vele gesprekken bij. Wij kunnen constateren dat Torec door zijn bezoek aan de ‘camere van wijsheiden’ een inzicht heeft ontwikkeld met betrekking tot de geestelijke en materiële eigenschappen die noodzakelijk zijn om een eervol bestaan te kunnen leiden. Men wijst hem op de noodzaak een voorbeeld te zijn voor anderen: een les die hij als troonpretendent ter harte zal nemen. Torec is zijn queeste begonnen als een veelbelovende, goed opgevoede, maar onervaren ridder. De queeste biedt hem de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot een groot man: een waardig troonopvolger. Torecs tocht heeft dus duidelijk een opvoedende functie. Naast de praktische scholing door de avonturen die hij meemaakt, ontvangt Torec ook een theoretische scholing. Eerst moet hij zich door middel van ‘praktische’ avonturen bewijzen en vervolmaken, zodat hij tenslotte waardig bevonden wordt zijn theoretische leerschool te bezoeken: de ‘camere van wijsheiden’. Een eer die vóór Torec nog geen mens te beurt is gevallen. Uit de beschrijving van de burcht waarin de ‘camere’ zich bevindt blijkt | |||||||
[pagina 119]
| |||||||
dat wij hier met de ideale hoofse gemeenschap bij uitstek te doen hebben (vs. 2326-2334). Op de muur van de burcht is een voorstelling aangebracht: een tafereel van jonge mannen en vrouwen die hun vrije tijd aangenaam doorbrengen met spelen - in de ruimste zin van het woord. Zo ziet men jonkvrouwen en jonkheren afgebeeld die o.a. schaken, dansen, jagen én zich met de ‘minne’ bezig houden. Zal een dergelijk tafereel door het publiek van de Torec herkend zijn als een weergave - of een geïdealiseerde voorstelling - van de eigen levenswijze? Vanaf de twaalfde eeuw is de welvaart geleidelijk toegenomen. ‘Daardoor komt er tijd, “leisure”, vrij, die gevuld kan worden met iets anders dan de bevrediging van primaire levensbehoeften. Deze nieuwe vorm van vrije tijd en deze nieuwe welvaart concentreren zich aan de vorstenhoven’.Ga naar voetnoot20 De nieuwe, hoofse, levensstijl geeft aan vrijwel alle onderdelen van het hofleven een nieuwe inhoud, aldus Gerritsen. Naast het toernooi, de jacht en dergelijke is er ook behoefte aan literatuur als tijdverdrijf. Veelzeggend is in dit verband ook het feit dat bij uitstek feestelijke gelegenheden zoals hofdag en banket de momenten zijn waarop deze litteratuur (Arturliteratuur, J.K.) wordt voorgedragen.Ga naar voetnoot21 Een voorbeeld van de verstrooiende functie die literatuur voor het publiek kan hebben, vinden wij in de woorden die Torec tot zijn gastheer richt nadat hij een dag lang naar de gesprekken in de ‘camere van wijsheiden’ geluisterd heeft: Torec seide: ‘Dats groet verdriet,
Dat hem di dach haest so sere.
In words mode nembermere
Te horne dese dachcortingen.’
(Torec; 2607-2610)
Torec heeft genoten van alles wat in de ‘camere van wijsheiden’ heeft gehoord, maar hij heeft er ook veel geleerd. Torec vervolgt zijn tocht, uitgerust met de opgedane geestelijke bagage. De theorie moet nu aan de praktijk getoetst worden en zo haar waarde bewijzen. | |||||||
De ‘verdwijnende’ ridderTot drie maal toe ontmoet Torec een ridder die tijdens het gevecht zomaar ‘verdwijnt’. De ridder treedt Torec telkens in een anders gekleurde wapenuitrusting gekleed, tegemoet. Het treffen verloopt volgens een vast patroon. Torec en ridder rijden op elkaar in en geven elkaar een stoot met de speer. Zodra Torec gereed is om voor de tweede keer toe te steken, blijkt | |||||||
[pagina 120]
| |||||||
zijn tegenstander op miraculeuze wijze verdwenen. Tegen het eind van Torecs queeste ontmoeten zij elkaar voor de vierde keer. (vs. 3157-3198). Bij dit treffen maakt de ridder zich bekend. Hij is de oom van Torecs moeder en is zijn gastheer geweest in de ‘camere van wijsheiden’. Hij blijkt bovendien familie te zijn van de jonkvrouwe die Torec een tent geschonken heeft (vs. 3042).Ga naar voetnoot22 De woorden van Torecs oudoom maken duidelijk dat deze gedurende de gehele queeste op de achtergrond aanwezig is geweest. Torecs tocht is dus voortdurend begeleid. De avonturen die Torec beleefd heeft, zijn geen toevallige avonturen geweest. Zijn oudoom heeft hem steeds gevolgd. Ook de gevechten die Torec met hem gevoerd heeft vertonen niet het karakter van werkelijke gevechten, maar lijken alleen te dienen om Torecs alertheid te testen. Dit maakt dat wij Torecs tocht in een ander licht kunnen bezien. De beproevingen zijn zwaar, maar niet levensgevaarlijk. Het opvoedende karakter van Torecs queeste komt door de rol van de oudoom sterk naar voren. Hij neemt Torecs opvoeding als het ware van Ydor over. Hij biedt Torec door middel van een geleide queeste de mogelijkheid zich op eigen kracht te ontwikkelen tot een waardig opvolger van zijn vader. | |||||||
Het ‘woud’ van episodenKunnen wij nu na de bestudering van de voorgaande problematische verhaalelementen een zinvolle ordening aanbrengen in de avonturenreeks van Torec? Inleiding op de queeste vormen de verzen 1-272. Hier vinden wij alle informatie die we nodig hebben om Torecs tocht te kunnen begrijpen. De tragische geschiedenis van de grootouders van Torec, de waarde en kracht van de diadeem en de diefstal van de diadeem worden uiteengezet. Bovendien wordt uitgebreid aandacht besteed aan Torecs opvoeding. Torecs persoonlijke kwaliteiten worden onder de aandacht gebracht en zijn karakter wordt geschetst. Uit deze inleiding blijkt dat Torec alle mogelijkheden om een groot man te worden in zich heeft. Hij moet echter eerst de smet die rust op zijn familie ongedaan maken, omdat hij alleen met een onbelast verleden vrij aan zijn toekomst kan beginnen. De queeste biedt hem de mogelijkheid zich te ontwikkelen: hij zal zich immers op zijn tocht zelfstandig door de moeilijkheden heen moeten slaan. Nadat Bruant de diadeem van Torecs grootmoeder, Mariole, gestolen heeft, wordt bij de erfdeling (vs. 115-124) deze situatie officieel bekrachtigd. Drie | |||||||
[pagina 121]
| |||||||
partijen zijn er aanwezig: Bruant (de dief), Druant (de zwager van Bruant en getuige die niet geprotesteerd heeft tegen de oneerlijke gang van zaken), Miraude (de bezitster van de diadeem). Torec zal om de diadeem in zijn bezit te krijgen deze drie partijen af moeten gaan. Deze bezoeken zorgen voor een driedeling binnen Torecs queesteGa naar voetnoot23. Ook de volgorde ligt vast. Eerst moet Torec afrekenen met de mannen, en wel het allereerst met de direkt verantwoordelijke: Bruant. Na de mannen moet hij met Miraude ‘afrekenen’. De indeling van Torecs queeste ziet er dan als volgt uit: eerste fase queeste Torec vs. 273-668 In de eerste fase van de tocht ligt de nadruk op Torecs nieuwe maatschappelijke status. Hij is van huis gegaan als koningszoon zonder bezit of land. Allereerst vestigt hij zijn onafhankelijke maatschappelijke status. Na het gevecht om kasteel Fellon doen de kasteelbewoners manschap aan Torec (vs. 354-364). Daarmee is Torec leenheer geworden met alle maatschappelijke rechten en plichten van dien. In het gevecht met Melions groeit Torecs status verder: hij verslaat een ridder die voordien nog nooit overwonnen is (vs. 448-451). Melions wordt geen leenman van Torec. Dat is niet verwonderlijk: later in het verhaal zal Melions de rol van held vervullen in een parallelqueeste. Zijn manschap aan Torec zou afbreuk kunnen doen aan het beeld van de held. Met de overwinning op Bruant wordt de eerste fase van Torecs queeste afgesloten. Bruant erkent Torec als zijn leenheer (vs. 630-632). Dit vormt een herbevestiging van Torecs sociale status. Het is echter ook de eerste stap op weg naar het slagen van de queeste. Immers Bruant is nu in maatschappelijk opzicht afhankelijk van Torec, waarmee Torecs overwinning op hem onomstotelijk vast staat. Overigens moet Bruant wel een prijs betalen die toont wat hij in het verleden heeft gedaan. Tijdens het gevecht heeft Torec hem de hand afgehakt waarmee hij de diadeem gestolen had. In de tweede fase van de queeste staat de liefde centraal. In de eerste episode, de ontmoeting met Claes vanden Brielle (vs. 669-755) wordt dit thema geïntroduceerd. Bij Mabilie van Montesclaren wordt Torec zich bewust van de grote macht die de liefde heeft over de mensen. Ook het gevecht dat Torec met de zwarte ridder voert (vs. 1399-1427) staat in het teken van de ‘minne’. Torec wordt in dit gevecht ter verantwoording geroepen voor zijn houding ten opzichte van Mabilie van Montesclaren. Zelfs in de slotepisode van deze fase speelt liefde een rol. Druants vrouw wil namelijk in eerste instantie Torecs vergiftigde wonden niet genezen | |||||||
[pagina 122]
| |||||||
omdat zij partij trekt voor haar zuster. Zij stemt pas toe Torec te behandelen, nadat Druant - die vreest zijn leven te verliezen - een beroep heeft gedaan op haar echtelijke plichten. Ook de queeste van Melions die tijdens de tweede fase van Torecs tocht verteld wordt, handelt in zijn geheel over de liefde. In de derde fase staan er verschillende aspecten van het ridderschap centraal. Zo ligt de nadruk in de episode van de jonkvrouwe-met-de-dertig-kastelen (vs. 1925-2104) op het feit dat Torec alles in het werk stelt om een onrechtvaardige situatie te wijzigen. In het gevecht met Ywein dat Torec vervolgens voor de goede zaak voert, vinden wij de eerste confrontatie met Arturs hof. Het is de ‘warming-up’ voor de reeks gevechten die Torec met de Tafelronde-ridders zal moeten voeren om Miraude te verwerven. In de episode van de jonkvrouwe-met-de-sperwer (vs. 2108-2183) en in de episode van de jonkvrouwe die treurt om haar dode vriend (vs. 2188-2243) zien wij Torec in zijn rol als beschermer van jonkvrouwen in nood. In beide episoden speelt tevens de liefde een rol. Ongeveer halverwege deze laatste fase brengt Torec een bezoek aan de ‘camere van wijsheiden’. Hier kan hij even ‘op adem komen’ en zich geestelijk prepareren op de rest van zijn tocht. Na Torecs bezoek aan de ‘camere’ staat in de Myduel- en Rogard-episode (vs. 2642-2811 en vs. 2831-3006) het dienstbaarheidsaspect van het ridderschap centraal. Nadat hij in de ‘camere van wijsheiden’ gewezen is op de grote verantwoordelijkheid die het koningschap met zich meebrengt, moet Torec nu dienstbaarheid aan den lijve ondervinden. Een goed vorst moet immers ook dienstbaar kunnen zijn. Het vervolg van de queeste staat in het teken van het verwerven van Miraude. Met het voorlopig huwelijk van Miraude en Torec wordt de laatste fase van Torecs tocht afgesloten. Het doel van de queeste, de verwerving van Miraude en diadeem, is nu bereikt. In de epiloog wordt Miraude echter ontvoerd en moet Torec nog met een aantal ridders van de Tafelronde strijden voordat hij Miraude werkelijk de zijne kan noemen. De avonturen van Torec eindigen dus pas aan Arturs hof. Daar vindt dan ook het officiële huwelijk tussen Torec en Miraude plaats. Toch beschouw ik Torecs tocht al geslaagd met het officieuze huwelijk. De avonturen in de epiloog zijn geen werkelijke beproevingen meer, succes is reeds verzekerd. Dat de uitkomst van de queeste vast staat blijkt ook uit de woorden van de oudoom: ‘In u es doget ende milthede,
Ende gi sult oec winnen gerede
Den cyrkel ende die joncfrouwe waerd.’
(Torec, 3185-3187)
De avonturen in de epiloog stellen Torec in staat met meer eer en luister zijn entree in de wereld van de Tafelronde te maken. De maatschappelijke status van Torec speelt dan ook een centrale rol in de epiloog. Doordat de ontvoerder van Miraude, Ypander, Torecs leenman wordt, wordt de aandacht opnieuw gevestigd op het feit dat Torec ook leenheer is. Torecs onafhankelijke sociale status wordt onderstreept op een in psychologisch opzicht | |||||||
[pagina 123]
| |||||||
cruciaal punt, namelijk vlak voor de laatste serie gevechten met de ridders van de Tafelronde. Alleen Artur zelf blijkt in staat te zijn Torec te verslaan. Miraude wordt uitgehuwelijkt aan Torec en samen verlaten zij Arturs hof. Na de dood van zijn ouders wordt Torec koning van het land ‘van der Baserrivire’. Torec heeft zich van een jonge veelbelovende ridder ontwikkeld tot een waardig troonopvolger. Torec is als jonge onervaren ridder, met een belast verleden, uit het land vander Baserrivire vertrokken om in de wereld naam te maken, zijn familienaam te zuiveren, en bovenal: te leren in de praktijk van het leven. Hij keert terug nadat hij bewezen heeft een onafhankelijk bestaan op te kunnen bouwen, om de taak van zijn vader - het koningschap - vrijwillig op zich te nemen.
Er is nog één aspect dat ik binnen het verband van dit artikel onder de aandacht wil brengen, en wel het feit dat Torec geen impulsief handelende ridder is, maar een denkende held. Dit komt voor het eerst duidelijk naar voren in de Claes vanden Brielle-episode (vs. 723). Torec staat daar voor de keus bij wie hij te gast wil zijn. Hij kiest na enig nadenken voor Claes vanden Brielle. Zijn overweging daarbij is, dat degene die hij beschermd heeft hem ook het beste zal huisvesten. Eenzelfde overweging komt terug in de episode van de jonkvrouwe met de sperwer. Torec blijkt ook uitstekend in staat te zijn een rationele analyse van de kracht van de liefde te maken (vs. 1228-1249). Deze analyserende houding zorgt voor een milde houding ten opzichte van Mabilie. Hij is doordat hij nadenkt in staat zijn persoonlijke situatie te beschrijven. Dit blijkt onder andere uit de liefdesbrief die hij aan Miraude schrijft (vs. 3231-3251). Torecs ‘redelijke’ inslag zorgt er voor dat hij een conflict vaak eerst met woorden probeert op te lossen voordat hij naar de wapens grijpt. Hij vraagt steeds naar de oorzaak van een conflict voor hij partij kiest. Dat Torec zich op zijn plaats voelt in de ‘camere van wijsheiden’ zal weinig verwondering wekken als we bedenken dat ook hier meningsvorming plaats vindt na afweging van argumenten. De boodschap van de Torec wil ik daarom als volgt samenvatten. Het publiek kreeg in Torec een held ten voorbeeld gesteld die door dapperheid, verstand en ‘mate’ te combineren er in slaagt zijn queeste tot een goed eind te brengen. De diadeem, brenger van ‘goet’ en ‘ere’, symboliseert de voorspoed die goed koningschap met zich brengt, en past als zodanig bij Torecs nieuwe status. Die status wordt extra glans verleend door de draagster van de diadeem: koningin Miraude. Torec heeft zich ontwikkeld tot een goed vorst. Deze boodschap zal in eerste instantie hebben aangesloten bij het belang van een werkelijke vorst, hoewel ook voor de rest van de hofgemeenschap zeker referentiepunten in de | |||||||
[pagina 124]
| |||||||
Torec te vinden zijn geweest.Ga naar voetnoot24 Gezien deze inhoud zal de Torec waarschijnlijk aansluiting gevonden hebben bij een ‘vorstelijk’ publiek. Wellicht is het mogelijk daarbij specifieker te zijn. Gerritsen oppert Floris V als mogelijk ‘doelwit’ van de tekst. ‘Als Maerlant bij het schrijven van de Torec Floris V op het oog heeft gehad - wat wij slechts kunnen vermoeden - dan zou er hier, voorzichtig, gesproken mogen worden van een politieke Arturroman’.Ga naar voetnoot25
Ik hoop met dit artikel te hebben aangetoond dat de Torec een gave tekst is met hier en daar wellicht corrupte plaatsen, die een interpretatie van de tekst als coherent geheel echter niet onmogelijk maken. Nu latic Torecke ende sijn wijf
Bliscap driven al haer lijf,
(Torec, 3841-3842)
Utrecht, 16 april 1986 |
|