| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 17 (1987),
nr. 148
Opent met een bijdrage van Leon de Winter, die aan zijn gesprek met Renate Rubinstein over Israël en Joods identificeren de titel ‘Je kunt niet boven de partijen slaan’ meegaf. - In ‘Soms denk ik wel eens...’ vraagt M. Brands aandacht voor Renate Rubinsteins onpolitieke gedachten over politiek. - Niets te verliezen en toch bang wordt door Beatrijs Ritsema onderworpen aan een kritische analyse na de derde lezing. - Emma Brunt geeft aan waarom ze Hedendaags feminisme ‘niet saai, maar beperkt’ vindt. - Een gedicht is als een afgebroken schaakspel is de titel die Hanneke Eggels meegaf aan het gesprek dat ze had met Rutger Kopland. - Voorts analyseert Kees van 't Hof Koplands gedicht Aan het meer. - Na een vergelijking tussen Geur der droefenis en Tonio Kröger vraagt Mirjam Rotenstreich zich af: Is Kossmann Thomas Mann schatplichtig?
nr. 149
Is een themanummer over leven en werk van Annie M.G. Schmidt. Het bevat een dertiental bijdragen.
| |
Dietsche warande & Belfort 132 (1987),
nr. 6
bevat een artikel van Roger Roger over Grensverleggend lileratuuronderwijs. - Voorts bijdragen over Tendensen in de recente Russische literatuur van Emmanuel Waegemans en De smaak van haikoe van Karel Hellemans. - Marcel Janssens bespreekt Wim Zaals Vlak bij Vlaanderen, Erik Spinoy belicht de jongste dichtbundel van M. van den Brande, Hugo Brems vraagt de aandacht voor Spinoys bundel De jagers in de sneeuw, gevolgd door een bespreking van Luc Vancampenhouts roman Met ons alles goed.
| |
Forum der letteren 28 (1987),
nr. 3:
W. van Peer verdiept zien in Het literatuuronderwijs: probleem-analyse en fundering. -H. Schultink beziet Het Nederlands als objecttaal in de internationale linguïstiek. - Gert de Jager vraagt aandacht voor De legitieme normdoorbreking, een analyse van de argumentatie in een debat tussen Hermans en Rodenko. - Met een enquête naar nieuwe samenstellingen voor ‘skeeleren’ als uitgangspunt stelt A. Moerdijk in Lexicale semantiek en compositavorming een le-xicaal-semantische benadering voor de vorming van (determinatieve) composita voor. - Onder de titel: De leesles van Paul de Man bespreekt Rob Wolfe het werk van Paul de Man, toegespitst op de problematiek van het lezen.
Boekbesprekingen: J. Kaldewaij, structuralisme en transformationeel generatieve grammatica (door Els Elffers); Mieke Bal, Femmes imaginaires. L 'ancien testament au risque d'une narratologie critique (door J.P. Fokkelman); J.J. Schoorl, De computer als vertaler (door Anneke Neijt); Kees Meerhoff, Rhétorique el poétique au XVIe siècle, Du Bellay, Ramus et les autres (door Marc van der Poel); Twee eeuwen literatuurgeschiedenis. Poëticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. Onder redactie van G.J. van Bork en N. Laan /.../ (door Hans Renders); W. van Peer, Stylistics and Psychology. Investigations of foregrounding (door F. Jansen); F.H. van Eemeren, R. Grootendorst en T. Kruiger, Drogredenen. Argumentatieleer 2 (door A. Verbiest).
| |
De gids 150(1987),
nr. 8
is een themanummer waarin de Poëzie centraal staat. Behalve gedichten van een groot aantal Nederlandstalige auteurs en opstellen over moderne poëzie in het buitenland bevat dit nummer ‘Is dit genoeg...’. een lezing van A.L. Sötemann ter herdenking van de 100ste geboortedag van J.C. Bloem, gevolgd door een analyse van het gedicht ‘De sluis’ door Wiel Kusters. - In de bijdrage Naar het leven en in de geest onderzoekt F.M. Beekman ‘het eigene van de Nederlandse poëzie’. - De omgekeerde wereld is een opstel van Pieter Spierenburg over volkscultuur en hiërarchie in pre-in- | |
| |
dustrieel Europa.- In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ heeft Johan Heymans een gesprek met T. van Deel onder de titel De kracht van het kleine.
| |
Levende talen
nr. 423:
Willibrord Lohman schrijft over Literatuuronderwijs doelstellingen en toetsing. Inge Hofmans-Okkes betoont zich terughoudend ten aanzien van Boekhouden op ijle hoogten. Over relevantie en kwaliteit van een theoretisch taalbeheersingsonderzoek. - De Vaksectie Nederlands Havo/VWO van de CEVO verschaft in De samenvatting Nederlands VWO op het CSE informatie over de analytische beoordelingsprocedure die vanaf 1988 als bindend correctievoorschrift zal gelden. - In deze aflevering ook een Index 1986.
Boekbesprekingen: T. Smulders, Script, Literatuur in Noord- en Zuid-Nederland (door Peter Burger); A.M. Fontein, A. Pescher-ter Meer en L. Zijlmans, Help! Een cursus Nederlands voor buitenlanders, dl. 3: ‘Zal ik u even helpen?’ (door Jannine den Hartog en Yvonne Zevenbergen).
| |
Literatuur 4 (1987)
nr. 5
Opent met Spiegels; een reflectie, een bijdrage van Hanna Schouten over de betekenis van de spiegels in onze literatuur door de eeuwen heen. - Nop Maas schrijft in Liberale literatuur een en ander over De Nederlandsche Spectator en de letterkunde. -Wilma Keesman belicht de betekenis van Troje in de middeleeuwse literatuur en H.A. Wage schrijft ter gedachtenis over P.N. van Eyck, dichter, criticus, essayist.- ‘Interessant zijn de verschillen’ is de titel van een gesprek dat Jaap de Jong en Dick van Teylingen hadden met Frans Kellendonk. - De rubriek ‘Bijschrift’ bevat een bijdrage van Paul Claes met Vijf stellingen over spelling en in de rubriek ‘Genootschapsleven’ schrijft E.B.M.J. Blomme een bijdrage over het Guido-Gezellegenootschap. -Tenslotte boekbesprekingen van P.W.M. Wackers, De waarheid als leugen; een interpretatie van Reynaerts historie (door Herman Pleij); H.-J. Raupp, Bauernsatiren (door Herman Pleij); Jacobus Revius, Het Hoghe Liedt Salomons, ed. Strengholt (door Jaap de Gier); A.G.L.M., De wonderlyke reisgevallen van Maria Kinkons, ed. Broos (door Rudy Schreijnders); Nederlandse literatuur van de negentiende eeuw; twaalf verkenningen, ed. Van den Berg-Van Zonneveld (door Ellen Krol); J. Slauerhoff, Verwonderd saam te zijn, ed. Lekkerkerker, Martin Kageling, Slauerhoff tussen mare en mythe, Peter Dicker, Slauerhoff, Slodderhof en Gerrit Jan Zwier, Het Slauerhoffjaar (door Rudi van der Paardt); David Mol, Het hoge woord (door L. Strengholt); Kees Helsloot, Willem Frederik Hermans, H. van Galen Last, De spoken van W.F. Hermans, Martie J.G. de Jong, De waarheid (?) omtrent Richard Simmilion, G.F.H. Raat, De vervalste wereld van Willem Frederik Hermans en Koen Vermeiren, Willem Frederik Hermans en Ludwig Wittgenstein (door
Willem Glaudemans).
| |
Maatstaf 35 (1987)
nr. 7
opent met een bijdrage van Harry M.G. Prick, die onder de titel ‘Ik zag mijn vreug-dedroom in wanhoop tanen’ over Lodewijk van Deijssel en zijn vader schrijft.
nr. 8-9
is een dubbelnummer over de verschijningsvormen van Erotiek.
| |
Moer 1987
nr. 4
opent met een bijdrage van Marijke van Biezen en Heleen van der Straaten, die kritische kanttekeningen maakten bij een artikel van Israel Scheffler over het computergebruik op school. - Joke Morshuis en Mimy Bouland beschrijven de geschiedenis van het tijdschrift Interkom. - Geert Koefoed laat zien hoe taalfilosofie in lessen voor leerlingen kan worden omgezet. - Ans Buys en Ton Verhoeven beschrijven het relatief onbekende Middelbaar Dienstverlenings- en Gezondsheidszorg-onderwijs (MDGO) en de plaats van het vak Nederlands daarin.
| |
NWT 1987
nr. 4
opent met een bijdrage van Julian Burnes Over het dwaze van schrijversverering. - Frank Albers schrijft over Het provincialisme van de Nederlandse cultuur. - In De grote dichter en zijn kleine kantjes belicht Herman de Coninck de dichter J.A. dèr Mouw.
| |
| |
- Jacques Kruithof schrijft in De gouden damp van de liefde over Carry van Bruggen, ‘een ongelovige met religieus gevoel, voor wie bestaan iets was dat onderworpen moest worden’. - De wijn en de droesem is een bijdrage van Bart Verschaffel over literair neo-katholocisme.
| |
Ons erfdeel 30 (1987)
nr. 4:
Aad Nuis ontfermt zich Over Renate Rubinstein. - Ruud A.J. Kraayeveld staat stil bij De literaire kritiek in dag- en weekbladen. - Wilfried Ozea beziet Het bibliofiele boek in Vlaanderen na 1980. - Hans van den Bergh noemt J.A. dèr Mouw Een vreemdeling in de literatuur. - José Boyens stelt Jan Wolkers: het beeldend en het literair werk in de weegschaal. - Jan W. de Vries plaatst in Kennis van landen volk enige kanttekeningen bij het onderwijs in Nederlandkunde. - Anne Marie Musschoot vraagt aandacht voor Geert van Istendael: ‘Wie schrijft, vergeef’. - F.H. van Eemeren en R. Grootendorst brengen recente Ontwikkelingen in de argumentatietheorie in kaart. - Guido Geerts onderzoekt De taal van Het verdriet van België. - P.C. Uit den Boogaart mijmert over Vertalen en verraden. Of: waarom een vertaling nooit goed kan zijn. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling XCI, onder redaktie van H. Klop.
| |
Onze taal 56 (1987)
nr. 9:
Rien Elling schrijft over Taalgebruik in het bedrijfsleven: verder kijken dan taal. In het bedrijfsleven met zijn praktische instelling zijn woordkeus en zinsbouw minder belangrijk dan slecht funktionerende en onbegrijpelijke teksten. - R. Roos-Rosius geeft een overzicht van Voornamen in Baarn. - In Ontwikkelingen in de spelling beziet Dr. W.J. Nijveld de kloof tussen de officiële spelling en de praktijk. - Dr. J.W. de Vries verdiept zich voor de tweede maal in Ergerniswekkende werkwoorden (zoals inplannen, afchecken, opstarten en uitselecteren). In zijn rubriek De toren van Babel stelt H. Heestermans De gehate uitdrukkingen van 1986 aan de kaak. - Jan Bruens noemt in Volstrekt een kwaal van gans een volk het woordje ‘volstrekt’ een kwaal bij het spreken. - Hoe pakgraag is uw stuurwiel? G.F. Kooijman ergert zich aan misplaatste lyriek in beschrijvingen. - Onder de titel: Effectiviteit als norm. Taaladviezen voor beroepssituaties bespreekt E.J. van der Spek een drietal recent verschenen handboeken voor bedrijfscorrespondentie; korrektheid blijkt het in de adviezen af te leggen tegen effektiviteit. - P.H.M. Smulders tenslotte maakt Ophef over de Troonrede.
| |
Tirade 31 (1987)
nr. 311
bevat onder meer de Poëziekroniek van Tomas Lieske, die met een uitvoerige bespreking de aandacht vraagt voor het dichtwerk van de dit jaar overleden auteur Dick Hillenius.
R.W.W.M. van der Drift
W.A.A.M. Merlijn
|
|