| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
De boekenwereld 3 (1987)
nr. 3
In deze aflevering o.a. een bijdrage van Sjaak Hubregtse over Nederlandse pockets verzamelen. - Verder de rubriek Uit de tijdschriften, waarin de redaktie haar lezers op de hoogte wil houden van belangrijke en interessante artikelen over Nederlandse boeken en prenten.
| |
Bzzlletin 16 (1987)
nr. 146
heeft Hongaarse literatuur als thema en bevat een tiental bijdragen over dit onderwerp. Voor neerlandici is de bijdrage van Emöke Bosch-Ablonczy over De Nederlandse literatuur in Hongarije 1945-1986 van bijzonder belang. - In zijn Bedenksels belicht Peter van den Hoven twee belangrijke jeugdboeken, namelijk De straat waar niets gebeurt van Els Pelgrom en De jonge prinsen van Guus Kuijer.
| |
Dietsche warande & Belfort 132 (1987)
nr. 4
Er is leven na de satire is de titel van een bijdrage van Jan Flamend, waarin hij de aandacht vraagt voor het proza van Kees van Kooten. -Piet van Bouchaute schrijft een opstel Rond de journalistiek van Karel van de Woestijne, Hugo Bousset belicht De goudwaterbron van Hugo Raes en Koen Vermeiren bespreekt Moeder is een rat van Willy Spillebeen. Ton Anbeeks Na de oorlog; de Nederlandse roman 1945-1960 wordt besproken door Marcel Janssens, waarna Piet Ghijselinck de aflevering besluit met een bespreking van Het Sigmaplan van Jef Geeraerts.
| |
Dokumentaal 16 (1987)
nr. 1
De rubrieken Vakgenootschap, Gepromoveerd en Pas verschenen. - In de rubriek Aanvullingen op... o.a. Meer 17de-eeuwse gelegenheidsgedichten in de Koninklijk Bibliotheek door Adèle Nieuweboer. - Recensies: Objectieve persoonsbibliografie van GA. Bredero (1618-1969); samengesteld door E.K. Grootes, P.C. Punt en P.J. Verkruijsse (door Marja Geesink); Diederik C. Grit, Dansk skønlitteratur i Nederland og Flandern 1731-1982. Bibliografi over oversaettelser og studier / Deense letteren in Nederland en Vlaanderen 1731-1982 (door B. Luger); Willem Godschalck van Focquenbroch, Afrikaense Thalia, uitgegeven door Jan Helwig (door Jos Leenes); P.P. Schmidt, Zeventiende-eeuwse kluchtboeken uit de Nederlanden. Een descriptieve bibliografie (door A.P.J. Plak en P.J. Verkruijsse).
| |
Forum der letteren 28 (1987)
nr. 1
Th.A.J.M. Janssen vraagt aandacht voor De betekenis van het Nederlands. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de taalkunde en taalbeheersing van het Nederlands aan de faculteit der letteren van de Vrije Universiteit te Amsterdam. - Lies Wesseling gaat in op Louis Ferron en de historische roman, waarbij ze de evolutionaire waarde van Ferrons fiktie onderzoekt; de relatie tussen zijn eerste vijf romans en het genre van de historische roman staat hierbij centraal. - A. Daams-Moussault en B.P.F. Al plaatsen Kanttekeningen bij het onderwerp ‘basiswoorden schaf’. - Onder de titel: Naar zijn beeld en gelijkenis, of de identiteit van en tussen instanties reageert Mieke Bal op: R. Marres, ‘Vertelinstantie en ik-verteller. Enkele opmerkingen over De theorie van vertellers en verhalen van Mieke Bal’ (Fdl. 27, p. 296-300). - W. van
| |
| |
Peej doet in ‘The Linguistics of Writing’ verslag van een in Glasgow gehouden symposium.
Boekbesprekingen: Frank Berndsen, ((Probleem)oplossings-) hulpmiddelen). Deel I: een postpositivistisch model van de struktuur van wetenschap. Deel II: de wetenschapstheoretische struktuur van het literatuurwetenschappelijk onderzoek naar betekenis (door Eric Vos); Twespraack vande Nederduitsche letterkunst (1584) ingeleid, geïnterpreteerd, van kommentaar voorzien en uitgegeven door dr. G.R.W. Dibbets (door M.J. van der Wal); P. Ricoeur, Temps et récit II: La configuration dans 1e récit de fiction; P. Ricoeur, Temps et récit III: Le temps raconté; A. Wijzenbroek, Hermeneuse van een literaire structuur; Dostoevskij's Speler (door H.J. Pott); T. Ensink, Over Interpreteren. Een studie in cognitieve sociolinguïstiek (door F. Jansen); J. Hills Miller, The Linguistic Moment (door Rob Wolfs).
| |
De gids 150 (1987)-5
nr. 4
In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ schrijft Remco Ekkers over het jongste werk van Theo van Baaren en Benno Bernard.
| |
Leuvense bijdragen 76 (1987)
nr. 1
Rudi Hendrickx verdiept zich in The construction of a basic vocabulary. A socio-linguistic or statistical problem?
Boekbesprekingen o.a.: M. Hogenhout-Mulder, Proeven van Tekstkritiek. Een onderzoek betreffende de tekstgeschiedenis van de Renout van Montalbaen en de Perceval (door M. Joyce); Dietrich Harm & Peter Gebhardt (Hrsg.), Erkenntnis der Literatur. Theorien, Konzepte, Methoden der Literaturwissenschaft (door Jan Flamand); Joris Vlasselaers, Literair bewustzijn in Vlaanderen 1840-1893. Een codereconstructie (door Raymond Vervliet); R. Salverda, Leading conceptions in linguistic theory (door Jelle Kaldeway); Clemens Knobloch, Sprachpsychologie. Ein Beitrag zur Problemgeschichte und Theoriebildung (door F. van Besien); H. van der Hulst, Syllabe Structure and Stress in Dutch (door W. Zonneveld); M. Duinhoven, Lees, maar raak! Middelnederlandse tekstinterpretatie (door M. Joyce); Woordenboek van de Vlaamse dialekten, deel 1: landbouwwoordenschat. Aflevering 2: Behuizing, door Magda Devos, Hugo Ryckeboer, Jacques van Keymeulen (door Herman Crompvoets).
| |
Levende talen
nr. 421
Een themanummer over Taalonderwijs Basisonderwijs, onder redaktie van Ab van den Berg, Hans Hulshof en Ed Olijkan. - Ron Oostdam, Rob Schoonen en Huub van den Bergh pleiten voor Periodiek peilingsonderzoek naar het taalonderwijs op de basisschool; prestaties en aanbod. - Marjolein van Dort-Slijper en Jannemieke van de Gein schrijven over Vernieuwing in het grammatica- onderwijs. - Josje Sijtstra presenteert Enkele uitgangspunten van Taalkabaal, een programma voor het onderwijs aan de leerjaren 2 t/m 6 van voorheen de lagere school. - Piet Litjens, Ellen Gaertman en Heleen Lindijer gaan in op de Cursorische aspecten van Allemaal Taal. Een thematisch-cursorisch programma Nederlandse taal voor meertalige groepen in het basisonderwijs. - Theun Meestringa en Maaike Hajer stellen in hun bijdrage Onderwijs in eigen taal en cultuur, een vak in ontwikkeling een nieuw vak aan de orde waar volgens hen alle kinderen met een niet-Nederlandse kulturele achtergrond recht op hebben.
Boekbespreking: M.K. van Dort-Slijper, Grammatica in het basisonderwijs (door Hans Hulshof).
| |
| |
| |
Literatuur 4 (1987)
nr. 3
opent met een bijdrage van Herman Pleij over Literatuur en stad in de middeleeuwen, waarin hij de ontwikkeling van volksliteratuur tot stadsliteratuur nader onderzoekt. - In Tergende tegenstrijdigheden? vraagt Hans van den Bergh aandacht voor ‘de harde kern’ van Multatuli's ‘Ideeën’, ‘één grote geloofsbelijdenis in de zedelijkheid van de natuurlijke, onbedorven mens’. - Jaap van Zweden wijst op het verband tussen Marga Minco's Het bittere kruid en het Oude Testament. - In Een veldtocht in sonnetten bespreekt W. Vermeer een door Michiel Vlack vervaardigde reeks sonnetten over de Slag bij Nieuwpoort. - Carola Henn schrijft over Oorlog en collaboratie: variaties op een thema in de romanliteratuur van Nederland en Vlaanderen. - Het derde deel in de reeks Genootschapsleven wordt ingenomen door een bijdrage van E.B.M.J. Blomme over het Multatuli-genootschap. - In de rubriek ‘Recensies’ boekbesprekingen van G.A. Bredero, Verspreid werk ed. Stuiveling-Damsteegt (door Mieke B. Smits-Veldt), Schrijversprentenboek Conrad Busken Huet ed. Praamstra, Luger en Prick; Conrad Busken Huet, Tijgergenoegens ed. Praamstra en Conrad Busken Huet 1886-1986 (Maatstaf-nummer 4/5) (door W. van den Berg), P.H. Schrijvers, De mens als toeschouwer; essays over Romeinse literatuur en Westeuropese tradities (door Klaas Bekkering), S. Vestdijk & Theun de Vries, Briefwisseling ed. Van Faassen (door Rudi van der Paardt), Jeroen Brouwers, Hélène Swarth; haar huwelijk met Frits Lapidoth 1894-1910 (door Gé Vaartjes), Gerard Reve, Zelf schrijver worden (door Rudolf Geel) en Hij is reeds aan de overzijde: necrologieën van schrijvers ed. Jeroen Brouwers (door Dick Welsink).
| |
Maatstaf 35 (1987)
nr. 4
Deze aflevering bevat onder meer het derde deel van Boudewijn Büchs reeks Bibliopolis en een tiental brieven uit de briefwisseling van Hans Warren en de Vereniging van Letterkundigen (okt. '86 - jan. '87).
| |
Moer 1987
nr. 2
is een themanummer over Geletterdheid, blijkens het voorwoord een poging om ‘zo een aantal kwesties in het taalonderwijs met elkaar in verband te brengen’. Michael Elias opent de aflevering met de bijdrage Een cultuur van geletterdheid, gevolgd door een artikel van Addie Gerritsen over Boekenhaat. Wim Westerman belicht vervolgens de Cultuurverschillen in geletterdheid, terwijl Jan Sturm zich buigt Over geletterd worden, leesonderwijs en eigen onderzoek. Nieuwe geletterdheid staat centraal in het opstel van Emile Nielen, waarna Fie van Dijk de uitspraak ‘Lezen en schrijven verandert werkelijk het bestaan van de mens’ nader belicht.
| |
NWT 4 (1987)
nr. 2
bevat een artikel van Paul de Wispelaere over het Dagboek 1953-1969 van Withold Gombrowicz en een bijdrage van Jaap Goedegebuure over Hans Warren.
| |
Ons erfdeel 30 (1987)
nr. 2
Paul Gillaerts beaamt: Guillaume van der Graft ‘Ik ga niet verloren’. -Jos Borré biedt in De tweede adem van de marathonloper een overzicht van het romanoeuvre van Fernand Auwera. - Jan Deloof roept in Ingrid Jonker. Een sentimenteel verhaal een vergeten Zuidafrikaanse dichteres in de herinnering (1933-1963). - Remieg Aerts jubileert mee met De Gids 1837 - 1987. Schets van een cultuurmonument. - Peter Wezel beziet Maarten 't Hart in het Russisch.
| |
| |
- Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXXXIX, onder redaktie van H. Klop.
| |
Onze taal 56 (1987)
nr. 4
De taal van de jurist staat vaak ter diskussie wegens curieus taalgebruik. Andere kenmerken verdienen evenwel meer aandacht van de taalkundige: aanspreking, terminologie, verwijzingen en tradities. Aldus A. Maes in zijn Lekenmoraal voor juristen. - Mr. J.G. van der Steenhoven en C.A. Zaalberg doen ieder afzonderlijk een onderzoekje naar de betekenis van de juridische frase Hetwelk doende, enz. - In de rubriek ParlemenTaal van C.A. van Beurden en L.J.M. Rutten ditmaal voorstellen, regels en de praktijk van hoofdlettergebruik. - In Vlaanderen en de Vlaamse Beweging uit dr. Yvette Stoops kritiek op de mening over de rol van de Vlaamse Beweging van Benno Barnard, die haar vervolgens van repliek dient. - De rubriek De Woordenaar van J.J. Bakker is ditmaal Angelsaksisch getint en gaat over anglicismen en amerikanismen. - Bestaan er Discriminerende woordenboeken? E.J. van der Spek maakt onderscheid tussen de woordenboekmaker die discriminerende woorden beschrijft en de taalgebruiker die discrimineert bij het gebruik van zijn taal. - C. Kostelijk onthult het geheim van de Bloempjes van Catharina. - In Jeugdtaal schrijft H. Heestermans over knerpen, boppe vogels, limbo's en dombo's: jeugd taal van toen en hu. - In een Lesje Brabants signaleert W. Sterenborg eigenaardigheden van het Brabants, met parallellen in Holland. - J.J. van Raalte stelt in Mc Kinsey en de Nederlandse taal het taalgebruik van bureau Mc Kinsey aan de kaak. - Ingeborg van der Geest, Frank Jansen en Anneke Zaalberg tenslotte presenteren De wanorden van 1986, waarbij de yuppies, plaatjes en gebeurens hoogtij vieren.
nr. 5
Anneke Neijt noemt Automatisch vertalen een gebied in ontwikkeling. - F. Mars breekt zich het hoofd over Gekheid, gekte, gekkisme. - In hun rubriek ParlemenTaal maken C.A. van Beurden en L.J.M. Rutten duidelijk dat ook de vrijheid van het politieke woord grenzen kent. - Henk Boeke stipt het verband tussen Tekstverwerkers en controle van de Nederlandse spelling aan. - Beslist de computerindustrie over onze spelling?, vraagt Jan Weitjens zich verontwaardigd af. - In de rubriek Van Woord tot Woord schotelt Marlies Philippa de lezer voor, hoe Nederlands onze alledaagse maaltijden zijn. - Tot besluit een diskussie over het verfriezen van plaatsnamen in Friesland. Prof. dr. Tony Feitsma stelt zich daarbij op het standpunt: Friese plaatsnamen: wennen aan het gewone, terwijl Prof. dr. B.C. Damsteegt zich wat dit betreft enigszins terughoudender opstelt in De spelling van Friese plaatsnamen.
| |
De revisor 14 (1987) nr. 2
is een themanummer over het leven en werk van de Duitse auteur Friedrich Hölderlin (1770-1843). Van bijzonder belang voor neerlandici is het fragment van Luceberts vertaling van Exodus, gevolgd door een bijdrage van F.J.M. de Feijter over de relatie tussen Lucebert en Hölderlin.
| |
Taal en tongval 39 (1987)-2
nr. 1
J.A. van Leuvensteijn beziet De werkwoordelijke eindgroep in Gouds taalgebruik uit de 14de en de 16de eeuw. - E. Mooijman buigt zich over Het Lieveheersbeestje in de Germaanse talen. Een bijdrage tot het onderzoek naar benoemingsmotieven van Coccinella septempunctata. - Van de hand van W. Pijnenburg een artikel over De zondagen in de 13de eeuw. Naar een Atlas van Vroegmiddel-nederlandse Taalvarianten. - G. de
| |
| |
Schutter zet zich aan Woorden kiezen: nieuw en oud in het lexicon van Nederlandse dialecten in België. - ‘Zijn’-kultuur moet niet wezen, vindt Jo Daan. - H.F. Schatz staat stil bij De taal van emigranten in de Verenigde Staten. - De Etymologische invallen van A. Weijnen gaan ditmaal over het Zeeuwse ‘kikke’ (doodgooien) en het Westbrabantse ‘lurp’. - J.B. Berns schrijft over Rijnlandse Dialectologie.
Boekbesprekingen: D. Gorter, G.H. Jelsma, P.H. van der Plank, K. de Vos, Taal in Fryslan (door Jo Daan); G. van der Meer, Frisian ‘Breaking’. Aspects of the origin and development of a sound change (door H.T.J. Miedema); Ferdinand Holthausen, Altfriesisches Wörterbuch (door H.T.J. Miedema).
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 9 (1987)
nr. 1
Deze aflevering staat geheel in het teken van Taalbeheersing in de markt en verschijnt onder gastredaktie van Carel Jansen en Egbert Woudstra. - A. Braet beziet De retoriek van een p.r.-tekst. - Als het taalverkeer stagneert, heet de bijdrage van Michaël Steehouder over probleemoplossingen in funktioneel schriftelijk taalverkeer. Uitgaande van een analysefase waarin blijkt welke keuzes gemaakt moeten worden bij de toespitsing op een te onderzoeken taalverkeersprobleem ontwikkelt hij een zgn. innovatief tekstmodel. - In Een standaard voor een rapport: de oplossing van een communicatieprobleem in de praktijk doen Jorien Enning en Peter van Steen verslag van een door hen verzorgde bedrijfstraining ter oplossing van een kommunicatieprobleem. - In Het analyseren en beoordelen van betogende teksten schetsen F.H. van Eemeren en R. Grootendorst een theoretisch verantwoorde benadering van de praktische problemen die zich voordoen bij het analyseren en beoordelen van betogende teksten of tekstonderdelen in gesprekken, diskussies en andere vormen van mondelinge of schriftelijke kommunikatie. - Titus Ensink tekent voor Toepassingen van gespreksanalyse. Hij bespreekt de linguïstische, sociologische en kognitieve invloed op de gespreksanalyse en noemt de belangrijkste onderzoeksthema's, waarna hij beziet tot welke toepassingen gespreksanalytische inzichten zouden kunnen leiden. - Uitgaande van de begrippen kwantitatief tegenover kwalitatief onderzoek, kenmerkend voor Interactie-analyse respektievelijk Conversatie-analyse, gaat Ton van der Geest nader in op methodische verschillen tussen beide analyses. Zijn artikel heet: Interactieanalyse versus conversatie-analyse: methode, inhoud en toepassingen. - In hoeverre interaktie tussen mensen en computers vergeleken mag worden met interaktie tussen mensen onderling, stelt M.J.M. van de Pol aan de orde in De computer als gesprekspartner. Schrijvers en computers,
de stand van zaken. Welke toepassingen voor schrijvers biedt de computer op dit moment, welke effekten hebben ze op de werkwijze van de professionele schrijver en welke rol kan de computer spelen in het schrijfonderwijs? Op deze en dergelijke vragen geven Thea van der Geest, Carel Jansen en Paul Looymans antwoord.
nr. 2
J. Schilperoord onderzoekt: Hoe dicteren ervaren dicteerders? - In De beoordeling van de samenvatting Nederlands VWO: de analytische beoordelingsprocedure in de examenpraktijk doen A.C. Hendrix en P.F. Sanders verslag van een onderzoek naar het funktioneren van een analytische beoordelingsprocedure voor de beoordeling van de samenvattingsopdracht in het C.S.E. Neder- | |
| |
lands van het VWO. - In Taalaanbod en culturele oriëntatie als voorspellers van tweede-taalvaardigheid gaan Marieke Boers, Linde van den Bosch en Ludo Verhoeven na, in hoeverre taalaanbod en culturele oriëntatie als voorspellers van tweede-taalvaardigheid van allochtone kinderen in Nederland aangemerkt kunnen worden. - Paul Looymans, Kees Maat en Dick Schrauwen vervolgen hun artikel Een schrijfcursus via ALEXIS: teamwork van docent en computer (2). - J.H. Maureau bespreekt: A.M. Fontein en A. Pescher-ter Meer, Nederlandse Grammatica voor Anderstaligen. - Pieter Muysken doet hetzelfde met: Johan Taeldeman & Hilde Dewulf (eds.), Dialect, Standaardtaal en maatschappij, en P.H. van der Plank, Taalsociologie; een inleiding tot de rol van de taal in het maatschappelijk verkeer. - Bij zijn beoordeling van het proefschrift van G. Verhoeven is P. Reitsma volgens Carel Jansen Over de grenzen van een betamelijke recensie heengegaan. - Tot besluit de Bibliografie ‘argumentatietheorie’ 1985 (2) van de hand van E.T. Féteris, R. Grootendorst en H.J. Plug.
| |
Tirade 31 (1987)
nr. 309
opent met een bijdrage van Ineke Bulte, die onder de titel De stamboom van Aart en het hogere gelijk van Kees de aandacht vraagt voor Alberts' roman De bomen (1953). - In ‘Wat raakt het mij wat men met je gedaan heeft’ belicht Jan Fontijn Frederik van Eedens verblijf in Parijs (1885) en zijn relatie met een morfiniste. - Jaap Goedegebuure onderzoekt in Poëzie op het verdwijnpunt de poëzie van Hans Faverey. - De Poëzie-kroniek van Thomas Lieske is geheel gewijd aan de bundel Tot hier toe; gedichten en liedjes voor toneel, radio en televisie 1938-1985 van Annie M.G. Schmidt.
R.W.W.M. van der Drift
W.A.A.M. Merlijn
|
|