| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 16 (1987)
nr. 144
is grotendeels gewijd aan Latijnse dichters en bevat een twaalftal bijdragen over dit thema. - Voorts heeft Michael Boll een gesprek met Henk Romein Meijer. - In de rubriek ‘Tijdschriften’ vraagt Peter van den Hoven de aandacht voor het Documentatieblad kinder- en jeugdliteratuur en Leesgoed, tijdschrift over kinderboeken.
| |
Dietsche warande & Belfort 132
(1987), nr. 2
opent met een redactioneel Afscheid van Pieter G. Buckinx. - Ivo Verheyen probeert in Marnix Gijsen: Homo Ironicus aan te tonen, dat deze auteur ironie als constructief element in zijn werk toepast. -Pszisko Jacobs vraagt de aandacht voor Witholt Gombrowicz, de man achter zijn werk, Jaak de Maere bespreekt Noorderzon van Renate Dorrestein en Jan Schoolmeesters buigt zich over de Verzamelde gedichten van Jos de Haes. -Mijnheer de Radèn Adipati Huys is het begin van de tafelrede, die Marcel Janssens heeft uitgesproken bij zijn aftreden als voorzitter van de Commissie ter Bevordering van de Nederlandstalige Literatuur in België. - Voorts boekbesprekingen van Het perspectief van de worm van Staf Soeters (door Fernand Auwera) en Mit anderen Augen ed. Van Uffelen en Vekeman (door Dirk Delabastita).
| |
Driemaandelijkse bladen 38 (1986)
nr. 3-4:
In Kimm, Kloppenburg en Co doet R.A. Ebeling verslag van een onderzoek naar herkomstnamen uit noordwestduitse toponiemen in de provincie Groningen anno 1947. - J. van der Kooi biedt in Burleske satire en leugenverhaal een Lyste van Rariteiten. - ‘Van binnenluyden ende borgherschup’, een bijdrage tot de studie van taalverhoudingen binnen de stad Groningen. F. Veldman gaat de herkomst van ingezetenen van de stad Groningen in het begin van de 16de eeuw na, aan de hand van de stadsrekeningen.
Noordoostmiddelnederlands - Noordmiddelnederduits -(West)middelneder-duits - (West)middelnedersaksisch vormen het uitgangspunt van enige Vorbemerkungen zur Schreibsprachenlandschaft der heutigen östlichen Niederlande im spaten Mittelalter und in der frühen Neuzeit, door H. Niebaum. - Siemon Reeker schrijft over Schriftelijk dialect-onderzoek en ‘ronding’ in Groningen, van ‘k wait naif’ tot ‘k woit noit’. - Naamkundige schetsen: kan men namen beschermen?, is een bijdrage van R.A. Ebeling. -In de rubriek Kortom boekbesprekingen van: Elisabeth Piirainen, Flumamen in Vreden; F. de Tollenaere, Waar komen onze woorden vandaan?; Dr. A.H.G. Schaars, Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten (WALD); Remi van Schaïk, Walfridus van Bedum, Een duizend jaar oude Groninger overlevering.
| |
De gids 150 (1987)
nr. 2
is blijkens de redactionele inleiding een speciaal nummer, waarvoor een aantal auteurs ‘die Nederland goed hebben leren kennen, maar een groot deel van hun leven elders hebben doorgebracht’, als gastschrijver zijn uitgenodigd. - Harry Mulisch opent de aflevering met Het spel van de traditie, een welkomstwoord, uitgesproken op 19 januari in het Amsterdamse Rijksmuseum, waar De gids zijn
| |
| |
150-jarig bestaan vierde. - E.H. Kossman hield bij deze gelegenheid ook een lezing, getiteld Anderhalve eeuw Nederlandse cultuur. - Peter King maakt enige Kanttekeningen over de ontvangst van Nederlandse literatuur in Engeland. - Tolerantie in de Nederlandse letteren is volgens Marc Galle ver te zoeken en hij spreekt dan ook de hoop uit, ‘dat verdedigers van het vrije woord in onze vrije wereld verder waakzaam zullen blijven’. - Voorts een opstel van Herman Liebaers over de Brusselse Koninklijke Bibliotheek en een bijdrage van Albert Helman, die Uit op verkenning door literair Nederland concludeert: ‘De vondst, de ontdekking, de creatie zijn zoek en schijnen altijd uit te zullen blijven’.
In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ schrijft Remco Ekkers over de poëzie van Bert Schierbeek.
| |
Leuvense bijdragen 75 (1986)
nr. 3:
In deze aflevering o.a. een bijdrage van J.L.M. Hulsker over Simon Stevin en Petrus Montanus (en Spiegel?). - Verder van de hand van D.L. Gold: Still more on the Origin of New York City English Sliding pon(d).
Boekbesprekingen o.a.: V. Fromkin & R. Rodman, Universele taalkunde, een inleiding in de algemene taalkunde, bewerkt door A. Neijt (door L. Melis); F.H. van Eemeren, R. Grootendorst en T. Kruiger, Argumentatieleer 1: Het analyseren van een betoog (door W. van Belle); G. de Schutter en P. van Hauwermeiren, De structuur van het Nederlands; Taalbeschouwelijke grammatica (door W. van Belle).
| |
Levende talen
nr. 419:
Onder de titel: Functionele schrijfvaardigheid in het Examen Nederlands LBO en MAVO beschrijft Harjet Robben in het kort de voorgeschiedenis van het examen funktioneel schrijven; ze vergelijkt dit examen met de traditionele opstelopdracht en presenteert de resultaten van het examen in 1986.
Boekbesprekingen o.a.: F. Montens en A.G. Sciarone, De kennis van het Nederlands bij buitenlanders en de toetsing en certificering ervan: enkele voorlopige opmerkingen (door Ed Olijkan); Ed Olijkan, Tekstboek. Een bundel teksten voor het geven van Nederlands aan leerkrachten Eigen Taal en Cultuur. M.m.v. Anneke van Vriesland (door Susan van der Broek, Willemijn Bronzwaer en Monique Knaapen).
| |
Literatuur 4 (1987)
nr. 2
opent met een bijdrage van Jaap Goedegebuure over Verhaal en waarheid in Hella Haasses historische romans. - In Verzen van en filosoof onderzoekt Anja van de Wege het gebruik van beeldspraak in het proza van J.A. Dèr Mouw. - W.H. Morel van Mourik schrijft een artikel over De afkomst van Ferguut, CA. Zaalberg vraagr de aandacht voor Albert Verwey (1865-1937) en Mieke B. Smits-Veldt heeft Een gesprek met prof. dr. L. Strengholt over zijn relatie met Huygens, de motivatie en liefde voor zijn vak, de stand van het Huygens-onderzoek en de toekomst. - In de rubriek ‘Bijschrift’ presenteert P.J. Buijnsters De neerlandicus als boekenhater en de tweede aflevering van de reeks ‘Genootschapsleven’ wordt ingenomen door een bijdrage van E.B.M.J. Blomme over de Stichting J.H. Leopold en de Nacht van het Boek, die eind maart in Tilburg werd gehouden. -
In de rubriek ‘Recensies’ boekbesprekingen van Roman van Lancelot ed. Bruggink, Geeraardt Brandt, Het leven van Joost van den Vondel ed. Van Oostrom en
| |
| |
Schenkeveld-van der Dussen, en John Blake, Reisbrieven ed. Van den Berg (door Peter Burger), Vondel, Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza ed. SmitsVeldt en Spies (door P.J. Verkruijsse), De briefwisseling Dr. P.H. Ritter - Willem en Jeanne Kloos (1916-1949) en De brief-wisseling Dr. P.H. Ritter - Herman de Man (1928-1946) ed. Van Herpen (door P.J. Verkruijsse), H.G.M. Prick, Causerie over Frans Ehrens in diens briefwisseling met Andries Bonger (door G.J. Johannes), Erik Slagter, Tekst & Beeld; Cobra en Vijftig, een bibliografie (door Gerard de Vriend), Ton Anbeek, Na de oorlog; de Nederlandse roman 1945-1960 (door Jaap Goedegebuure) en 't Is vol van schatten hier... (door Ton Anbeek).
| |
Maatstaf 35 (1987)
nr. 2
bevat de nieuwe rubriek ‘Bibliopolis’, waarin Boudewijn Büch zich deze keer buigt over de ‘literaire pathografie’ van Hanlo, Achterberg en De Mérode. - Henk Wolzak heeft een gesprek met de 80-jarige nestor van de vertaling uit het Russisch, Charles B. Timmers, gevolgd door een Bibliografie tot en met 1986.
| |
Moer 1987
nr. 1
opent met een redactioneel ‘In memoriam’ van Sibe Soutendijk voor de overleden onderwijsvernieuwer Co van Calcar. - Aan de hand van zijn ervaringen met betrekking tot de invoering van Maleis op scholen in de regio Assen geeft Hans Straver een overzicht van belemmerende en bevorderende factoren inzake OETC. - J. Lowyck en E. van Gelder gaan in hun artikel in op de vraag welke vernieuwingen er in het schrijfonderwijs didactisch wenselijk zijn. - Voorts een bijdrage van Theo Vesseur over 37 jaar actieve betrokkenheid in vormen van (taal)-onderwijs. - Cor Geljon beschrijft zijn ervaringen met een theatervoorstelling over racisme en discriminatie voor leerlingen van een middelbare school.
| |
De negentiende Eeuw 10 (1986)
nr. 4
is, zoals het eerste artikel van Peter van Zonneveld aangeeft, een themanummer over Seksualiteit en moraal in Nederland 1800-1850. -H.Q. Röling belicht de Victoriaanse moraal in Nederland; een historiografische plaatsbepaling. - Bernard Kruithof onderzoekt de Seksuele voorlichting in N utsverhandelingen en Sylvia van den Berg, Irene Lindhout en Peter van Zonneveld beschrijven De seksuele moraal in de ‘Vaderlandsche Letteroefeningen’ 1800-1820. - Voorts bijdragen over onwettige geboorten, seksualiteitsbeleving van de burgerij, het naakt in de Noordnederlandse kunst in de periode 1770-1830 en de seksuele moraal en de seksen.
| |
N.W.T. 1987
nr. 1
bevat onder meer een bijdrage van Hans Warren, die in Meten met twee maten terugkijkt op 35 jaar literatuurkritiek.
| |
Ons erfdeel 30 (1987)
nr. 1:
Ad Zuiderent vraagt aandacht voor Gerrit Krol en de feiten. - L. Strengholt onderkent Constantijn Huygens' authentiek dichterschap. - Wilma Cornelisse geeft een overzicht van het Moedertaalonderwijs in Nederland. - Willem van Toorn beziet het Nederlands theater: traditie en vernieuwing. -Anne Marie Musschoot verdiept zich in de dichtkunst van Leonard Nolens, ‘Het is belangrijk dat ik onbelangrijk blijf’. - Hans van den Bergh gaat in op Verdrongen vooroordelen. Een controverse over
| |
| |
de roman ‘Mystiek lichaam’ van Frans Kellendonk. - Tenslotte de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXXXVIII, onder redaktie van Hans Klop.
| |
Onze taal 56 (1987)
nr. 2/3:
Drs. Trude Schermer schrijft over Gebarentaal in Nederland. - In hun rubriek ParlemenTaal verwijzen C.A. van Beurden en J.M. Rutten ditmaal naar de Raad van State als bewaker van onze taal. - In Het Afrikaans: mag het ietsje meer Zuid- Af rika zijn? reageert Hans den Besten op een eerder artikel van Prof. Paardekooper over de ware aard van het Afrikaans, gevolgd door een korte repliek van laatstgenoemde. - Prof. Dr. H.B.G. Casimir stoort zich aan het debacle, het automobiel en het katheder. - G. Lansink presenteert de Topvijftig van misspelde woorden. - Peter Nieuwenhuijsen vraagt aandacht voor Spelling en spellingregeling. De Taalunie geeft een voorzet. - J.L. Rijsdijk beziet Spelling en de diversiteit in taal en spraak, met een naschrift van J. de Rooij, schrijver van Spelling en Spellingregeling. - In haar rubriek Van woord tot woord let Marlies Philippa op de Kleintjes en de unieke funktie van diverse verkleinwoorden.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 103 (1987
nr. 1:
In Genre en gewest onderzoekt E. van den Berg de geografische spreiding van de ridderepiek. - Dirk Geeraerts vervolgt zijn bijdrage Over woordverlies in lexicaal - semantische overgangsgebieden II. - F. de Tollenaere reikt met Nogmaals ‘pril’ en ‘verprillen’ de sluitsteen van een etymologisch verhaal aan.
Boekbeoordelingen: J. Noordegraaf, Norm, Geest en Geschiedenis. Nederlandse taalkunde in de negentiende eeuw (door C.F.P. Stutterheim); J. Taeldeman, De klankstructuur van het Gentse dialect. Een synchrone beschrijving en een historische en geografische situering (door G.E. Booij); J. Vlasselaers, Literair bewustzijn in Vlaanderen 1840-1893. Een codereconstructie (door Walther Gobbers).
| |
De revisor 14 (1987)
nr. 1
Het verlangen om te verdwijnen is de titel van een bijdrage van J. Heymans, die een gesprek had met J. Ritzerfeld. - Gerrit Krol spreekt een Dankwoord na de uitreiking van de Constantijn Huygensprijs uit en De tijd met handen breken is een bijdrage van Herman Stevens over de poëzie van Hans Tentije. - In de rubriek ‘Gemengde gevoelens’ geeft H.H. ter Balkt kritisch commentaar op de poëziecritici A. Zuiderent en R.L.K. Fokkema; G.H. Wynia schrijft tenslotte Een reactie op interpretaties van.lellema's poëzie.
| |
Tirade 31 (1987)
nr. 308
Hierin een bijdrage van Simone Dubois over De vriendschap in het leven van Belle van Zuylen. - Wam de Moor wijst op het verband tussen een onvoltooid gebleven roman en het nooit gepubliceerde toneelstuk Marionetten, spel van geld van J. van Oudshoorn, gevolgd door een hoofdstuk uit de roman. - In ‘Poëziekroniek’ belicht Tomas Lieske de poëzie van Theo van Baaren.
| |
De zeventiende eeuw 3 (1987)
nr. 1:
Mieke B. Smits-Veldt staat stil bij Exempla en didactische patronen in de tragedies van Samuel Coster. - Herbert Meeus doet verslag van een inventarisatie van Genres in het ernstige Nederlandse renaissancetoneel 1626 - 1650. - Arthur Eyffinger beziet De politieke component van het humanistendrama. - Van de hand van Paul
| |
| |
Vandenbroeck een bijdrage Zur Herkunft und Verwurzelung der ‘Grillen’, Vom Volksmythos zum Kunst- und literaturtheoretischen Begrijf, 15. - 17. Jahrhundert. - Louis Peter Grijp is Op zoek naar de reien van Geeraerdt van Velsen. -Tenslotte de rubriek Signalementen.
R.W.W.M. van der Drift
WA.A.M. Merlijn
|
|