| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Achterbergkroniek 4 (1985),
nr. 2
is blijkens het Ten geleide grotendeels gewijd aan Achterbergs bundel Blauwzuur op initiatief van de onlangs overleden Jan Vermeulen. Na een bijdrage van Hans van Straten over deze Secretaris van Achterberg belicht R.L.K. Fokkema ‘Blauwzuur als editorisch probleem.’ A. Middeldorp en Bert Voeten schrijven beiden een artikel over de problematiek rond de zogenaamde asyl-gedichten onder de titel Over ‘Blauwzuur’ gesproken... Na een opstel over Rijm- en rechtsdwaling bij Achterbergs ‘H.v.B.’ van E.P.A. Lucas buigt ook Albert Jan Govers zich over de vraag Asylgedichten, waarom een uitzondering? In Een misleidend manifest stelt Kees van Domselaar dat het gedicht ‘Manifest’ niet bij voorbaat in directe relatie met biografische gegevens geïnterpreteerd dient te worden en dat Blauwzuur als geheel meer een ‘verzamelbundel’ is van niet voor publicatie geschikt geachte gedichten. Willem M. Visser belicht in Wat niet goed is... over enige editietechnische kwesties en A. Middeldorp geeft in De dichter achter de berg de tekst van een lezing over locale en regionale herkenningspunten in de gedichten van Achterberg. Tenslotte een boekbespreking van E.P.A. Lucas Over A. Middeldorps De wereld van Gerrit Achterberg.
| |
Dietsche warande & Belfort 130 (1985),
nr. 9
Hierin een lezing van Marcel Janssens over Taal en menswording, waarin hij een groot aantal taalaspecten belicht, - In de ‘Kroniek’-rubriek een bijdrage van Jaak de Maere over P.H. Dubois' jongste werk Requiem voor een verleden tijd. Koen Vermeiren tenslotte bespreekt Hubert Lampo's De eerste sneeuw van het jaar.
nr. 10
is een themanummer, getiteld Tekst en toon, over relaties tussen literatuur en muziek. Kees Vellekoop en Frank Willaert belichten De troubadours en hun lyriek, Karel Porteman onderzoekt Enkele aspecten van het literair muziekleven in de zeventiende eeuw, Jozef Robijns vraagt de aandacht voor Het Duitse romantische lied en Geert van der Speeten schrijft een opstel over De lyriek van Mark Insingels talige mathematica. Stefaan Top zet Onze marktzangers in de kijker en Jan M. Broekman besluit de aflevering met zijn bijdrage Stem, muziek en tekst bij Wim Mertens/Soft Verdict.
| |
Dokumentaal 14 (1985),
nr. 4
Inventarisaties van Lopend onderzoek in de vakgroepen oude Nederlandse letterkunde, Nederlandse letterkunde van de twintigste eeuw en Nederlandse taalkunde van de K.U. Nijmegen. - De rubriek Proefschriften in voorbereiding. - Piet Visser maakt Enkele notities over de samenstelling van de bibliografie van de gebroeders Schabaelje. - Dirk Spijk en Birgitta Hogendoorn geven in Variantenonderzoek een demonstratie van een poging tot automatisering aan de hand van Een voorbereiding van E. du Perron. - Mathieu Knops heeft Aanvullingen op F. Claes: Lijst van Nederlandse woordenlijsten en woordenboeken gedrukt tot 1600. - Van de hand van Dr. W.E. Hegman De Middelnederlandse handschriften uit de Grey Collection in de Suid-Afrikaanse bibliotheek te Kaapstad: aanvullingen en verbeteringen. - H.Chr. van Bemmel signaleert een Onopgemerkt gebleven liedboekje uit 1642 met bijdragen van bekende Nederlandse dichters. - Verder o.a. de vaste rubrieken Gepromoveerd, Pas verschenen en Recensies.
| |
Forum der letteren 26 (1985),
nr. 4
Een themanummer dat de verbanden tussen beeldende kunst en literatuur belicht. - Ter inleiding dient Woord en Beeld van Theo van Loon. - Elmer Kollaard toont in zijn artikel Over Symbolisme in literatuur en schilderkunst aan,
| |
| |
dat er een sterk verband bestaat tussen de terminologie waarmee Charles Morice omstreeks 1890 het symbolisme in de letterkunde beschrijft en de begrippen waarmee Albert Aurier kort daarna schilders als Gauguin en Bernard verdedigt. - In Symbolen en de receptie van de ‘Memories’ van Fernand Khnopff onderzoekt Theo van Loon, of kategorieën uit de letterkunde geschikt zijn om de receptie van de veelal symbolistisch genoemde ‘Memories’ te beschrijven. - A. Kibédi Varga gaat in op de Woord-beeldrelatie in het surrealisme en laat zien dat deze stroming zowel een psychische als een politieke wijziging in het menselijk bestaan beoogde. - Tenslotte beschouwt Ingrid Duin de Existentialistiese kunstkritiek in Frankrijk van Sartre en zijn navolgers. - Verder van de hand van J. de Rooij nog een bijdrage over Mogelijke initiatieven tot spellingwijziging. Een bijdrage tot de meningsvorming over spellingregeling, en van F.H. van Eemeren en T. Kruiger Het identificeren van argumentatieschema's.
Boekbesprekingen: Terry Eagleton, The Function of Criticism (door Frank Albers); J. Hoeksema, Categorial Morphology (door Anneke Neijt); William Ray, Literary Meaning (door Frank Albers); Clem Neutjens, Methoden als listen: Literatuuranalyses (door P.F. Schmitz); Maarten van Buuren, Ongebaande wegen. Opstellen over literatuur (door Wam de Moor).
| |
De gids 148 (1985),
nr. 8
In dit novembernummer bevat de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ een bijdrage van Wiel Kusters over drie ‘Pegasus’-gedichten van Leo Herbergs, A. Roland Holst en Hans Tentije.
| |
Interdisciplinair tijdschrift voor taal- en tekstwetenschap 5 (1985),
nr. 3
Dit speciale nummer over Taalontwikkelingsonderzoek onder redaktie van Jan Hulstijn opent met een Inleiding: Theorie en methode door de redakteur. - In zijn artikel In, op en onder: over de aard van ontwikkelingsvolgorde in de taal bespreekt Paul van Geert de vraag of het verwerven van nieuwe woorden door kinderen wordt gestuurd vanuit voortalig verworven konsepten die geheel of gedeeltelijk met de betekenis van de te verwerven woorden korresponderen. - In Taalontwikkeling en grammatika geeft Pieter Muysken een overzicht van een aantal recente ontwikkelingen in de generatieve grammatika die van belang zouden kunnen zijn voor de studie van taalontwikkeling. - Theo Bongaerts en Peter Jordens staan stil bij Ontwikkelingen in tussentaal. Tweede-taalontwikkeling als herstructureringsproces. Aan de hand van een aantal voorbeelden trachten zij te illustreren hoe de T2-leerder in de eerste fasen van zijn T2-ontwikkeling, gebruikmakend van cognitieve principes à la Slobin, voor zichzelf een intern consistent systeem probeert op te bouwen in de confrontatie met het doeltaalaanbod en hoe hij in verdere ontwikkelingsfasen dit aanvankelijke systeem steeds weer herstruktureert en geleidelijk meer in overeenstemming brengt met het systeem van de doeltaal. - In haar bijdrage Waar blijft de tijd? Over de factor tijd in taalverwervingsonderzoek gaat Korrie van Helvert in op een aantal belangrijke keuzemomenten binnen longitudinaal taalverwervingsonderzoek met betrekking tot de factor tijd zowel in de fase van dataverzameling als in de fase van databeschrijving. - In De tijd als parameter in een computermodel voor T2-ontwikkeling toont Lucie Huiskens, hoe met behulp van een contextvrije grammatica een regelsysteem in ontwikkeling beschreven kan worden. - Implicationele schaaltechnieken worden in taalverwervingsonderzoek veel toegepast. In Implicationele analyse en taalverwerving betogen Roeland van Hout,
Koen Jaspaert en Anne Vermeer dat aan een reeks van fundamentele vragen m.b.t. deze techniek nauwelijks voldoende aandacht is geschonken. - De ontwikkeling van het werkwoord: plaats, vorm, type is de titel van een bijdrage waarin Liesbeth Verhulst-Schlichting de resultaten weergeeft van een beschrijvend onderzoek naar de ontwikkeling van het werkwoord bij het Nederlandse kind tot vier jaar.
| |
| |
| |
Levende talen
nr. 406
Jan Smits acht in de praktijk van het moedertaalonderwijs Aansluiten bij de leefwereld van de leerling: een dilemma. - Over haar ervaringen als docent aan de Taalschool voor Vluchtelingen te Rotterdam schrijft Wilma van der Westen, onder de titel: Uitgaan van de situatie van cursisten. - Yvonne Zevenbergen en Lidy Zijlmans vragen aandacht voor Mustafa op de markt. De leefwereld nader bezien. - In Thematisch werken in de meertalige klas in het basisonderwijs geven Mieke Hezemans-Dirkmaat en Claartje Hülsenbeck hun visie op taalonderwijs in een meertalige klas. - Herkenning is het eerste leesplezier, vindt Annerieke Freeman-Smulders. - Wam de Moor en Martin Thijssen doen in Leerlinggericht literatuuronderwijs in theorie en praktijk verslag van een Nijmeegs onderzoek naar problemen van leraren.
nr. 407
Folkert Kuiken, Ineke Vedder en Chris van Veen geven in Spreekintenties voor volwassen anderstaligen. Wat bedoelt u? een overzicht van een serie lessen voor het NT2-onderwijs. - Max Verbeek vermengt met zijn boekpromotie in de middenklassen Het nuttige en het aangename. - Bart Bijl schrijft in Dordts debatteren over de mogelijkheden van Academic Debate voor het Nederlands voortgezet onderwijs. - W.I.M. van Calcar geeft in Grammatica & tekstinterpretatie aan, wat de studieverkorting van de N.L.O. voor gevolg heeft voor het onderdeel taalkunde-Nederlands aan D'Witte Leli. - Guus Extra beziet De positie van etnische groepstalen in het voortgezet onderwijs. - Willy Smedts draagt Bouwstenen voor het onderwijs in de woordvorming aan. Een benadering in zes stappen van vreemde woorden op het stuffix - ist.
| |
Literatuur 3 (1986),
nr. 1
opent met een bijdrage van W.P. Gerritsen over de toneelschrijver Tankred Dorst en de mythe van koning Arthur, met name over de wijze waarop Tankred Dorst voor zijn toneelstuk Merlijn of 't barre land de traditionele Arthurmythe heeft gebruikt en omgewerkt tot een eigentijdse ‘parabel over het menselijk bestaan’. - In Het boek van een generatie vraagt Ton Anbeek de aandacht voor de toentertijd zeer populaire maar nu haast vergeten debuutroman Quia absurdum van Nico van Suchtelen. - Onder de titel Medeleven volgens voorschrift en verzen op bestelling schrijft Adèle Nieuweboer een bijdrage over achttiende-eeuwse gelegenheidsgedichten. - Voorts een artikel van Renske Vijfvinkel over Bordewijks roman ‘Blokken’ en Eisensteins film ‘Pantserkruiser Potemkin’. - In ‘Ik zing de kragt der kleinigheden...’ belicht Wim Rutgers koloniale negentiende-eeuwse poëzie in de Curacaosche Courant. - Tenslotte een gesprek van Rudolf Geel met Peter van Gestel, de bewerker van Herman de Mans Het wassende water tot achtdelige dramaserie. - In de rubriek ‘Recensies’ boekbesprekingen van A.A. Keersemaekers, Wandelend in den nieuwen lust-hof (door Mieke B. Smits-Veldt), H. Pleij, Het literaire leven in de middeleeuwen, E.K. Grootes, Het literaire leven in de zeventiende eeuw en J. Schouten, Verlichting in de letteren (door H.M. de Blauw), Peter van Zonneveld en Christiane Berkvens-Stevelinck, De Leidse Maskerade van 1835 (door Henk Eijssens), Maar toen het lag ontdekt, leek het verraad; opstellen over het proza van J. Slauerhoff, ed. Dirk Kroon (door Rudi van der Paardt), Het leed der mensheid laat mij vaak niet slapen; bloemlezing uit het proza van Henriëtte Roland Holst, ed. H. Schaap (door Henk Pröpper), A.F. van Oudvorst, Over Opwaaiende zomerjurken van
Oek de Jong (door Ben van Melick) en tenslotte de Literaire leerbundels over Achterberg, Claus, 't Hart, Minco en Slauerhoff (door Gerard Streefkerk).
| |
Maatstaf 33 (1985),
nr. 11-12
Dit dubbelnummer is vrijwel geheel gewijd aan Emile Zola's roman L'Oeuvre en bevat bijdragen van S. Dresden, Leo van Maris, A.W.G. Kingma-Eijgendaal, E. van der Sterre, H.L. Wesseling en Ton Anbeek, waarbij de laatste De ontvangst
| |
| |
van Zola's L'Oeuvre in Nederland onderzoekt.
| |
Ons erfdeel 29 (1986),
nr. 1
Joris Note schetst Gerard Walschaps blijvende betekenis. - Ernst H. Kossmann staat stil bij De Taalunie en de viering van onze onenigheden. - Hannah van Buuren kreëert Ruimte van leven. Romankunst van Nederlandse feministen. - Onder het motto: ‘Als ik ons niet noteer’, vraagt T. van Deel aandacht voor de poëzie van Willem van Toorn. - Haalt het woordenboek het jaar 2000?, vragen Guy Janssens en Dirk Geeraerts zich af. - Julien Vermeulen blikt terug op Een kwarteeuw Afrika-literatuur in Vlaanderen (1960-1985). - Tenslotte de traditionele Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXXXIII, onder redaktie van E. van Raan.
| |
Ons geestelijk erf 59 (1985),
nr. 2-3
Dit lijvige dubbelnummer is geheel gewijd aan Geert Grote & Moderne Devotie en bevat de teksten van de voordrachten die op het Geert Grote-congres in september 1984 te Nijmegen zijn gehouden, onderverdeeld in de rubrieken ‘Mystiek, theologie en filosofie bij de moderne devoten’, ‘Institutionele aspecten van de Moderne Devotie’, ‘Intellectueel leven’, ‘Materiële cultuur en dagelijks leven in de frater- en zusterhuizen en kloosters’, ‘Invloed en doorwerking van de Moderne Devotie’ en ‘Vrouwen en de Moderne Devotie’.
| |
Onze taal 55 (1986),
nr. 1
Sipke Westveen maakt opmerkingen bij Het Nederlands van de computer. - C.A. van Beurden en L.J.M. Rutten bezien de hedendaagse ParlemenTaal. - A.C. Goeman en P.Th. van Reenen presenteren in Hypercorrecte klinkerverlenging een voorbeeld van dialektonderzoek. - ‘Letterwoorden’ als NOS en UNIFIL worden door Robert-Henk Zuidinga omgedoopt tot Acroniemen. - Onder de titel: Taalvariatie bespreekt Cor Hoppenbrouwers het boek van Jo Daan, Kas Deprez, Roeland van Hout en Jan Stroop, Onze veranderende taal. - In de rubriek Van woord tot woord stelt Marlies Philippa: Schoenmaker, blijf bij je stiel, waarbij ze de ie-klank in ij-woorden zoals ‘bijzonder’ nagaat. - Verder in deze aflevering een groot aantal ingezonden stukken.
| |
Over Multatuli 1985,
nr. 15
opent met een In memoriam Garmt Stuiveling door Eep Francken en Em. Kummer. - Voorts Douwes contra Dekker, een bijdrage van B. Luger over twee onbekende schaakpartijen, aangetroffen in een jaren over het hoofd gezien notitieboekje van Douwes Dekker. - In Rabbi, wat is des keizers? belichten Eep Francken en H.H. Wiessner de wijze waarop J. Leopold Hz. Multatuli ter verantwoording riep voor diens voordracht van maart 1878 te Breda. - Gé Nabrink publiceert het tweede deel van het Rumoer rond de Max Havelaarherdenking, waarna Jan J. van Herpen het nummer besluit met een opstel over de perikelen rond de Multatuliprijsvraag 1931-1935.
| |
De revisor 12 (1985),
nr. 6
bevat naast een reeks bijdragen over de auteur Claude Simon en een gedeeltelijke vertaling van Ariosto's Orlando Furioso een artikel van Herman Stevens over Vestdijks Juffrouw Lot.
| |
Septentrion 14 (1985),
nr. 31
Herman de Coninck karakteriseert L'univers positif de Rutger Kopland: immobilité, insignifiance, inutilité, absurdité. - Peter de Klerk vraagt aandacht voor Raymond de Kremer/Jan Ray et le Réalisme Magique (Vlaams auteur, 1887-1964).
| |
Spektator 15 (1985/'86),
nr. 3
Naar aanleiding van Willem Brakman, De reis van de douanier naar Bentheim en Marcel Proust, A la recherche du temps perdu schrijft Ernst van Alphen Over Bahlsen cakes en madeleines, Kunst en werkelijkheid bij Brakman en Proust. - In Hans Faverey: een (de)constructie onderzoekt Paul Claes het gedicht ‘In memoriam P. van Delft’. - Mikel M. Kors
| |
| |
geeft een analyse van de ‘Brief aan Lycidas’, een imaginair reisverhaal in de Algemeene Spectator (1742-1746). - Carlos Gussenhoven buigt zich Over de fonologie van Nederlandse clitica. - Het nieuwe boek van W.A.P. Smit, Kalliope in de Nederlanden. Het Renaissancistischklassicistische epos van 1550 tot 1850 (...) staat centraal in: J.J.V.M. de Vet, Smits Kallipe voortgezet: het Nederlandse epos uit de 18e eeuw in kaart.
Boekbesprekingen: M.K. van Dort-Slijper, Grammatica in het basisonderwijs (door Peter Nieuwenhuijsen); Henk Lammers, Leo Lentz en Hans van Tuijl (red.), Taalbeschouwing in discussie, Peter Nieuwenhuijsen, De enpee en de didactiek van het ontleden, Ton Dijkstra en Gerard Kempen, Taal in uitvoering. Inleiding tot de psycholinguïstiek (door Geert Jan Hartman); Douwe W. Fokkema, Literary history. Modernism, and Postmodernism (door K. Beekman); De briefwisseling tussen Lodewijk van Deijssel en Albert Verwey. Dl. II: september 1894 - april 1898. Met een woord vooraf en voorz. van aant. bez. door Harry G.M. Prick (door Gideon Lodders); De Borchgravinne van Vergi naar het Handschrift-Van Hulthem en het Gentse fragment uitg. en toegel. door Ria Jansen-Sieben. 3e, verm. uitg. met een letterkundige uitleiding door F.P. van Oostrom (door R.J. Resoort); Bredero. Red. M.A. Schenkeveld-van der Dussen. Werkgroep publicitaire vaardigheden van het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal-en letterkunde te Utrecht (door Marijke Barend).
| |
Standpunte 38 (1985),
nr. 5
D.H. Steenberg en L.C. Minnaar vervolgen hun bijdrage over Die Bybelse horison in die Afrikaanse letterkunde; 'n werkraamwerk. - In Verhaal en suksesverhaal probeert Henriëtte Roos de factoren te achterhalen die proza ‘gewild’ maken. - Salomi Louw belicht in Die ‘goddelike gereg’ Bartho Smits drama Die man met 'n lyk om sy nek. - In Sharply in focus bespreekt Ernest Pereira ‘the human, ironic vision of Eveleen Casteleyn’ naar aanleiding van haar jongste bundel Menslikerwys gesproke, waarna Theo de Plessis de aflevering besluit met een bijdrage over Die tweede uitgawe van ‘Die Afrikaanse Beweging’ deur J.C. Kannemeyer.
| |
Taalkundig bulletin 15 (1985),
nr. 4
Frans Zwarts geeft een taalkundige analyse van De zaak ‘vrijwel’. - Jack Hoeksema onderzoekt Wortels, stammen en de sjwa. - Geert E. Booij doet hetzelfde met Stammen en wortels. - A. Sassen is Een syntactisch ingvaeonisme? op het spoor. - Eric van Oosterhout acht Schooltaal-huistaal: een kwestie van taalkundig en maatschappelijk belang.
| |
I.N.A. 3 (1985),
nr. 1-2
Hierin maakt A. Ritter enige Bemerkungen zu dem Niederländischen Wort ‘Duit’ und zu dem Deutschen Wort ‘Deut’. - D.H. Steenberg beschrijft in Breyten Breytenbach en Zen een verkenning van de bundels (‘Yk’) en Eklips. - R.J. van Maele belicht Die poetische Erbschaft Louis Paul Boons en Edgar G. Polomé onderzoekt de Words of American origin in Dutch. - G.J. de Klerk typeert Die briewe van Stijna Snacks als ‘voorbeelde van 'n nie-standaardvorm van Afrikaans uit die negentiende eeu’ en H. Combecher buigt zich over twee gedichten van J.C. Bloem: Na de bevrijding I-II. - In ‘Maar dit terloops en ter saliger nagedagtenis’ schrijft N.J. Snyman een opstel over D.J. Opperman. - Voorts een bijdrage van Annemarie Bisschoff over Die literêre blitsverkoper structureel benader, waarin zij de aspecten die een boek tot bestseller maken nader onderzoekt, en een Analyse und Interpretation des Gedichts ‘De Waterlelie’ von F. van Eeden door S. Krahé.
| |
Tijdchrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 102 (1986),
nr. 1
Bart Besamusca presenteert een diplomatische uitgave van het enig overgeleverde fragment van ‘Beerte metten breden voeten’. - Olf Praamstra geeft in Stichtelijke lectuur een analyse van het vroege kritische werk van Conrad Busken Huet
| |
| |
(1855-1859). - F. de Tollenaere onderzoekt De etymologie van ‘Muishond’ (we-zel).
Boekbeoordelingen: W.A.P. Smit, Kalliope in de Nederlanden. Het Renaissancistisch-klassicistische epos van 1550 tot 1850. Tweede deel. III. Hoogwater (1700-1780) (door L. Strengholt); P.C. Hooft, Emblamata Amatoria/Afbeeldingen van Minne/Emblèmes d'Amour. Ingeleid, uitgegeven en toegelicht door K. Porteman, met een vertaling van de Latijnse disticha door A. Welkenhuysen (door B.F. Scholz); Tvrouwe-lof. Een cyclus van vijf gedichten van de jonge Constantijn Huygens. Uitgegeven, ingeleid en toegelicht door F.L. Zwaan (door P.E.L. Verkuyl).
| |
Tijdschrift voor Taalbeheersing 7 (1985),
nr. 4
F.H. van Eemeren, R. Grootendorst en B. Meuffels doen verslag van twee Gedifferentieerde replicaties van identificatieonderzoek. Daarbij proberen ze een min of meer afgerond beeld te verkrijgen van de geschiktheid van de gekozen meetinstrumenten en van de invloed die verschillende faktoren uitoefenen op het gemak waarmee enkelvoudige argumentatie wordt geïdentificeerd. - J. Vos komt tot een kritische benadering van Schrijfprocesonderzoek en schrijfmethoden: het onderzoek van Flower en Hayes en het leerboek van Flower. - Tony Hak beschouwt Tekst-analyse als methode van ideologieonderzoek. - In Een taak-analytische benadering van het leren lezen en diagnostiserend onderwijzen doet M.J.M. Mommers verslag van een onderzoek waarin hij nagaat hoe enkele ‘leesvoorwaarden’ en komponenten van aanvankelijk lezen zich ontwikkelen. - R. Overeem brengt enkele quasi-logische en pragmatische argumenten in de diskussie over het Draagmoederschap ter sprake. - Moet een kritiek op een betogende tekst volledig zijn? Volgens A. Rube hoeft dat niet, als hij maar voldoende rekening houdt met de relevantie, het gewicht en de onderlinge afhankelijkheid van de argumenten in het betoog waarop hij reageert, en met de mate waarin die argumenten om kritiek vragen. - Tenslotte nog een boekbeoordeling van: Ton Dijkstra en Gerard Kempen, Taal in uitvoering. Inleiding tot de psycholinguïstiek (door M.A. Haft-van Rees), en van de hand van E.T. Féteris, R. Grootendorst en H.J. Plug een Bibliografie ‘argumentatietheorie’ 1984 (1).
| |
Wetenschappelijke tijdingen 14 (1985),
nr. 4
Prof. Dr. L. Wils roept De taalpolitiek van Willem I in herinnering.
| |
Vestdijkkroniek 1985,
nr. 49
Is een themanummer rond Vestdijk en de muziek. Het nummer opent met een bijdrage van Maarten 't Hart over Het muzikale toeval bij Vestdijk, gevolgd door Klapwieken van een gevallen engel, een opstel van Etty Mulder over Vestdijks muziekessays. W. Bronzwaer belicht in zijn artikel Apollo bij Vestdijk en Strawinsky, waarna Rob Schouten De muzikale opzet bij Vestdijk nader onder de loep neemt. - Jean Brüll sluit het nummer af met het zevende deel van de Vestdijkiana extrachronica.
| |
Werkgroep 19e eeuw, Documentatieblad 9 (1985),
nr. 3
is een themanummer over Het beeld van de zeventiende eeuw in de negentiende eeuw en opent met een bijdrage van Peter van Zonneveld onder deze titel, gevolgd door een opstel van P.B.M. Blaas, die in De Gouden Eeuw enige kanttekeningen maakt bij het beeldvormingsproces in de negentiende eeuw. In Gezicht en vergezicht belicht B. Luger vooral enige perspectiefproblemen in het beeld van de 17e en 19e eeuw, waarna E.A. Koolhaas in een eerste deel van een uitvoerig artikel De negentiende eeuw en de zeventiende-eeuwse schilderkunst als ‘een vraagstuk van Ouden en Modernen’ typeert. Evert Wiskerke besluit de aflevering met Enkele stemmen over Vondel in de negentiende eeuw.
R.W.W.M.v.d. Drift
W. Merlijn
|
|