| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 14 (1985),
nr. 129
is een thema-nummer dat in zijn geheel gewijd is aan De Tachtigers. H.R.J. van der Veen opent de aflevering met Eenheid en verscheidenheid, waarin hij De Nieuwe Gids over de periode 1885-1894, belicht. In Schrijvers zonder gezicht tracht Charles Vergeer ‘een aantal problemen omtrent foto's van Tachtigers op te lossen, en met name een soort catalogus te bieden van het fotografische werk van Joseph Jesserun de Mesquita’. P. Lukkernaer beschrijft In het voetspoor van Zola Couperus als naturalist, waarna W. Timmermans de relatie tussen Louis Couperus en De Nieuwe Gids onder de loep neemt. W. Savenije onderzoekt de relatie tussen De Tachtigers en de Muziek, Charles Vergeer vraagt de aandacht voor Het zeesonnet van Willem Koos en Kees Joosse belicht in Willem Kloos, een lastige patiënt diens psychisch ziekteproces vanaf de zomer van 1885. In Schoonheid van Smarten onderzoekt Koen Hiberdink de aspecten van literaire decadentie in de bundel Van de liefde die vriendschap heet van Albert Verwey. ‘Ik heb niets dan de stem van mijn hart’ is de titel van een bijdrage van Anneke Reitsma over het leven en werk van Hélène Swarth (1859-1941). In ‘Een werkman in een heerenpakje’ beschrijft Mares Entrop de relatie tussen Aug. P. van Groeningen en De Nieuwe Gids. Bernt Lüger belicht de relatie tussen Prins, Netscher en Strindberg, terwijl Michel Boll een antwoord tracht te vinden op de vraag Waarom Willem Paap geen Tachtiger was. Tenslotte een bijdrage van Hanneke Eggels over het leven en werk van Marie Boddaert (1844-1914) en een opstel van Anneke Reitsma over Jacqueline E. van der Waals (1868-1922).
nr. 130
bevat naast een groot aantal bijdragen over en fragmenten uit de Noorse literatuur een artikel van H. van den Ent, die onder de titel Vocalise het proces van overeenkomst én afwisseling in klanken nader onderzoekt en concludeert dat een nieuw onderzoek naar de verhouding tussen klank en ritme zeer gewenst is. - Jaap T. Harskamp schrijft in het zesde deel van de reeks Musico-literaire opstellen over Muziek en misdaad.
| |
Dietsche warande & Belfort 130 (1985),
nr. 8
De Witte steadyseller is de titel van een lezing van Marcel Janssens ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Ernest Claes. - In de ‘Kroniek’-rubriek belicht Hugo Bousset De vermaledijde vaders van Monica van Paemel en vraagt Koen Vermeiren de aandacht voor Vier nieuwe Clauwaertuitgaven, namelijk De leegte van Jan Veulemans, Dover van Frank Liedel, Aiwa's tocht van Guido Tireliren en Remise van Gaston Braem.
| |
De gids 148 (1985),
nr. 7
In deze aflevering publiceert Wiel Kusters het tweede deel van de poëziereeks ‘Alle wegen lopen dood’.
| |
Interdisciplinair tijdschrift voor taal- en tekstwetenschap 5 (1985),
nr. 2
Deze aflevering onder redaktie van S.C. Dik is geheel gewijd aan studies binnen het kader van de funktionele grammatika over het thema ‘valentie’; daaronder wordt verstaan: de struktuur waarmee een predikaat is geassocieerd in zijn predikaatschema. - S.C. Dik opent met Valentie en valentie-operaties in Funktionele Grammatika - Peter Kahrel bespreekt in Afgeleide intransitieven in het Nederlands en het Engels enkele aspekten van valentiereduktie in beide talen. - Gerjan van Schaaik tekent voor Valentie-reduktie in het Turks en Judith Junger voor Valentiereduktie in het modern Hebreeuws. - A. Machtelt Bolkestein en Rodie Risselada behandelen De tekstuele funktie van valentie: Latijnse drieplaatsige predikaten in kontekst. - In Genominaliseer geeft J. Lachlan Mackenzie een analyse van de Nederlandse ge-nominalisatie, waarbij een centrale rol toebedeeld wordt aan een
| |
| |
predikaatvormende regel die de valentie van het te nominaliseren predikaat reduceert.
| |
Language 61 (1985),
nr. 3
Dit nummer bevat o.a. een bijdrage van Mark Steedman, gewijd aan Dependency and coördination in the grammar of Dutch and English.
| |
Leuvense bijdragen 74 (1985),
nr. 3
A.M. Duinhoven onderzoekt de Dubbele Negatie + OF. - J. Wester en J. Kerkhoff vragen aandacht voor Een grammaticale cijfergrammatica, of: een heuristische waarde voor theoretische taalkunde. - S. Kiedron beziet Niederländische Einflüsse auf die Stammworttheorie von Justus Georg Schottelius. - Als reaktie op een eerdere bijdrage presenteert M.E. Landsberg een Review of David L. Gold: More on a Dutch-origin word in New York City English: sliding pon(d). - M.C. van den Toorn maakt Enkele opmerkingen over samenstellingen van het type V + N.
Boekbesprekingen o.a.: H. Mande, Vanden licht der waerheit (door A.M. Duinhoven); P.G.J. van Sterkenburg, Van woordenlijst tot woordenboek. Inleiding tot de geschiedenis van woordenboeken van het Nederlands (door F. Claes); G.F. Kooyman, Thematisch Woordenboek van het Tungelroys (door H. Crompvoets).
| |
Levende talen
nr. 405
Spreekintenties voor volwassenanderstaligen is de titel van een serie lessen gemaakt door Folkert Kuiken, Ineke Vedder en Chris van Veen, en bestemd voor volwassen buitenlanders die al een behoorlijke spreekvaardigheid in het Nederlands hebben. - In Stilstaan bij poëzie in een luidruchtige wereld beschrijft Frits Litmaath zijn ervaringen met poëzieonderwijs. - Naar aanleiding van een CITO-onderzoek naar de mogelijkheden om met behulp van een analytisch beoordelingsschema de overeenstemming tussen beoordelaars te vergroten heeft ook Ton Hendrix De Samenvatting beoordeeld. Tekstbegrip Nederlands op het CSE van het VWO. - In Computertaalland: Science Fiction of Science Fact? (2) geven Ton Talmon en Inge Bochardt konkrete voorbeelden van computerprogramma's die talig gedrag vertonen en maken ze duidelijk dat mensen met behulp daarvan hun talig gedrag kunnen verbeteren. - Taalbeheersingsonderzoek: banaal en onbruikbaar? Een eerdere aantijging in deze richting van Hofmans en Okkes kan volgens A. Braet niet onweersproken blijven.
| |
Literatuur 2 (1985),
nr. 6
‘Zoals een archeoloog proefsleuven maakt om een locatie voorlopig in kaart te brengen, zo verkent dit thema-nummer (...) in dwarsdoorsnede per eeuw het terrein van de relaties tussen de Noord- en Zuidnederlandse letterkunde’, aldus het redactionele Ten geleide. De reeks artikelen in dit nummer opent met een bijdrage van Aad Nuis over de Noord-Zuidverhouding in 1985, gevolgd door een studie van Georges Wildemeersch over de relaties omstreeks 1950. Vanaf 1900, verzorgd door Anne Marie Musschoot, springt de blik dan telkens honderd jaar terug: de situatie rond 1800 wordt belicht door W. van den Berg, gevolgd door de relaties rond 1700 (door J. Smeyers), 1600 (door A. Keersmaekers), 1500 (door Herman Pleij), 1400 (door A.M.J. van Buuren), 1300 (door J.D. Janssens) en 1200 (door F.P. van Oostrom).
| |
Moer 1985,
nr 5
opent met een discussie tussen Kees 't Hart en Gerrit van der Meulen over (opvattingen over) onderwijs in historische teksten. - Bert Heuffels onderzoekt de globale en analytische beoordeling. - Fie van Dijk licht haar bezwaren toe tegen de nascholingscursus voor leerkrachten met betrekking tot het leesonderwijs op de basisschool. - Aansluitend op het thema van Moer 1985, nr. 4 schrijven Michi Almer, Beate Matznetter en Hetty Vlug een bijdrage over anti-racistisch onderwijs, waarbij zij anti-fascistische jongeren aan het woord laten.
| |
| |
| |
NWT 2 (1985),
nr. 5
Hierin een bijdrage van Benno Bernard, die in Odysseus blijft thuis de poëzie van Toon Tellegen nader onderzoekt.
| |
Ons erfdeel 28 (1985),
nr 3
Maria A. Schenkeveld-van der Dussen schetst een Portret van Bredero. - Stolid and phlegmatic; dàt is volgens Kathleen Verduin het beeld van De Nederlander in de Amerikaanse literatuur. - Bernt Luger beziet De Nieuwe Gids na honderd jaar. - In De ladder neerleggen vraagt Jos Borré aandacht voor het literair, sociaal en politiek-ideologisch engagement in het werk van Walter van den Broeck. - Hans Renders staat stil bij 40 jaar Uitgeverij G.A. van Oorschot: Een leven vol eigenwijze eerbied voor literatuur. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXXXII, onder redaktie van E. van Raan.
| |
Onze taal 54 (1985),
nr. 10
Naar aanleiding van haar 10-jarig bestaan heeft de sektie-Taalbeheersing aan de Rijksuniversiteit Groningen een forumdiskussie gehouden over ‘Normen in het taalgebruik en de grenzen daarvan’. Peter van Lint doet hiervan verslag in Normen in taalgebruik en taalverkeer - J.G.A. Thijs staat o.a. stil bij Hapscheren en anachoreten. - In America aan de heide laat Rob Rentenaar zien dat het Limburgse America wel degelijk vernoemd is naar het werelddeel van die naam en niet als verbastering gezien kan worden van het Duitse ‘am Erica’. - Jos Wilmots signaleert een toenemende Verdoffing van voornaamwoorden. - Conversatie-analyse: zeker moeilijk, schampert Ina Schermer als reaktie op een eerdere bijdrage van Hanneke Houtkoop-Steenstra. - O. Keegel stelt Nogmaals Zijn en Hebben aan de orde. - Aaneenschrijven of niet?, is een vraag waar Dr. W.J. Nijveld zich mee bezighoudt. - In de rubriek Van woord tot woord gaat Marlies Philippa in op de etymologie van Familieleden. - Het onlangs verschenen boek van Mr. Jan Oudenaarden, Wat zeggie? Azzie val dan leggie! over Rotterdamse taaleigenaardigheden wordt besproken door Guus Rombouts.
nr. 11
J. Renkema schrijft Over regels en normen in taalgebruik. - Problemen die zich voordoen als we Duitse namen of bewoordingen binnen een Nederlandse context onvertaald willen laten, zijn volgens O. de Vries Een kwestie van vertalen - E. van der Spek beschrijft het taalgebruik in de reklame, onder het motto: 's Lands grootste kruidenier moet op zijn woorden letten. - Harry Cohen stelt enkele gallicismen aan de kaak, onder de titel: Met SABENA de lucht in. - Het nationaal scheldwoordenboek van Kristiaan Laps staat centraal in Een kluns is nog geen klojo van J.J. Bakker. - In de rubriek Van woord tot woord plaatst Marlies Philippa ditmaal enkele losse Kanttekeningen. - In zijn artikel Wonen er Nederlanders in Friesland? bespreekt Tieme van Dijk het boek van P.H. van der Plank over Taalsociologie. - Riemer Reinsma tenslotte onderkent Bezuiden als uitgangspunt voor achternamen als Bezoen.
| |
De revisor 12 (1985),
nr. 5
In De schoonheid van de witregel beschrijft Gerrit Krol zijn visie op het schrijven van boeken en de functie van het woord- en regelwit. - Piet Meeuse geeft in Daar ga je, Antaios! een uitvoerige bespreking van de in 1984 verschenen en bekroonde essaybundel Houdbare illusies van Carel Peeters.
| |
Spektator 15 (1985),
nr. 2
E.C. Schermer-Vermeer gaat in op De onthullende status van er in de generatieve grammatica. - G. de Vriend beziet De fictie van fictionaliteit. Een proeve van grondslagenonderzoek. - Johan Taeldeman schrijft: ‘De soep is wel eetbaar maar niet etelijk’. Over deverbatieven op - (e)lijk in de Vlaamse dialekten en het A.N. - A.M. Duinhoven onderzoekt aan de hand van een viertal fragmenten Raadsels in de Beatrijs. - Tenslotte een bespreking van: H.G. van der Hulst, Syllable Structure and Stress in Dutch door René Kager, Mieke Trommelen en Ellis Visch, onder de titel: Over Nederlandse lettergreep- en klemtoonstruktuur.
Bij de boekbesprekingen o.a.: J. de Vries/F. de Tollenaere. Etymologisch
| |
| |
Woordenboek. Waar komen onze woorden vandaan? (door W.J.J. Pijnenburg).
| |
Taalkundig bulletin 15 (1985),
nr. 3
Gosse Bouman en Hugo Kelder vragen aandacht voor Tekstinterpretatie en kontekstmodellen. - Met Laten we onze krantenkoppen nu eens gebruiken haakt Peter Jordens in op de eerder in dit blad ingenomen standpunten ter verklaring van restrikties op de syntaktische vorm van krantekoppen in het Nederlands en het Duits.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 101 (1985),
nr 3
W. Waterschoot inventariseert de uitingen van Reinaert over sinen vader. - F. de Tollenaere gaat De etymologie van ‘Pril’ in verband met ‘verprillen’ en ‘verpreulen’ na. - Naar aanleiding van Refereyn IX, 39 en 41-44 uit de bundel van Jan van Stijevoort Ao 1524 vragen N. van der Blom en G.C. Zieleman aandacht voor De rechter en de rijke, de rechter en zijn amicus.
Boekbeoordelingen: E. van den Berg, Middelnederlandse versbouw en syntaxis. Ontwikkelingen in de versifikatie van verhalende poëzie ca. 1220-ca. 1400 (door A.M. Duinhoven); G.A. Bredero, Boertigh, Amoureus en Aendachtigh Groot Liedboeck II. (...) ed. G. Stuiveling c.s. (door L. Strengholt); Allard Pierson, Oudere tijdgenoten (1888), verzorgd door Peter L. Schram (door Olf Praamstra); J. de Vries/F. de Tollenaere, Etymologisch Woordenboek. Waar komen onze woorden vandaan? (door Jan van Bakel); Karel ende Elegast, ed. A.M. Duinhoven (door G.C. Zieleman).
nr. 4
F. de Tollenaere geeft antwoord op de vraag: Hoe is ‘speculaas’ ontstaan? - Van de hand van A.M. Duinhoven is De ‘Beatrijs’ in rijm en proza. Diachrone tekststudie. - In J.H. Leopolds nalatenschap en de moderne editietechniek van H.T.M. van Vliet staat de recente Leopold-uitgave van G.J. Dorleijn centraal.
Boekbeoordelingen: Getijden van de Eeuwige Wijsheid naar de vertaling van Geert Grote, ed. Anton G. Weiler (door C.C. de Bruin); Jan Goossens, Reynaerts Historie - Reynke de Vos (door Maaike Hogenhout-Mulder); Constantijn Huygens' Ooghen-troost, uitgegeven naar de autograaf en de drukken, ingeleid en toegelicht door F.L. Zwaan (door P.E.L. Verkuyl).
R.W.W.M.v.d. Drift
W. Merlijn
|
|