| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 14 (1985),
nr. 128
Hierin een bijdrage van August Hans den Boef over Het proza van Tom Pauka. - Hoe ver voert innerlijke vaart belicht Pim Lukkenaar Awater en gros et en détail. - Voorts een artikel van Elsbeth Etty over Het proza van Henriëtte Roland Holst, een opstel van W.S. Huberts over Vestdijk en Maeterlinck en het vijfde deel Jaap T. Harskamps Musico-literaire opstellen.
| |
Dietsche warande & Belfort 130 (1985)
nr. 6
In de ‘Kroniek’-rubriek van deze aflevering belicht Lut Missinne Het anagram van de wereld van Herman Portocarero.
nr. 7
Hierin een bijdrage van Paul Claes over Claus' oedipodie. - In de ‘Kroniek’-rubriek recensies van Het tijdloze verzet van Jos Smeyers (door Koen Vermeiren), Reis door mijn kamer van J.M.A. Biesheuvel (door Hugo Bousset) en Gedichten 1954-1983 van Ben Cami (door Dirk de Geest).
| |
Dokumentaal, 14 (1985),
nr. 3:
Dit nummer bevat o.a. een Overzicht van lopend onderzoek: vakgroep Nederlandse letterkunde Rijksuniversiteit Groningen (1985-1986). - Anton Bossers beschrijft de recente ontwikkelingen op het gebied van Bibliotheekautomatisering en neerlandistisch onderzoek. - Geautomatiseerd literatuuronderzoek in de openbare bibliotheek. Ook voor Neerlandici?, een idee aan de hand gedaan door Joep van Dijk. - Walter Haeseryn publiceert een lijst van nog openstaande ANS-problemen. - Verder de rubrieken Gepromoveerd en Pas verschenen. - Onder de titel: Over Kloek geschreven... geeft P.J. Verkruijsse een recensie van J.J. Kloek, Over Werther geschreven... Nederlandse reacties op Goethes ‘Werther’ 1775-1800. Proeve van historisch receptie-onderzoek.
| |
Dutch crossing 1985,
nr. 26
The lie of the land is de titel van een bijdrage van Charles Ford over ‘the foundations of painting and the history of (Dutch) art’. - Chris Bissell schrijft A note on the phonetics of g/ch. - Voorts een uitvoerig opstel van Theo Hermans over Vondel on translation en een bespreking van de Algemene Nederlandse Spraakkunst door Roel Vismans.
| |
Forum der letteren, 26 (1985),
nr. 3
De dekonstruktieve literatuurkritiek van J. Hillis Miller: Een bijzonder einde of een einde zonder begin? Na een uiteenzetting en kritische bespreking van Millers literatuuropvatting karakteriseert Rob Wolfs haar uiteindelijk als een overschrijding van de grenzen tussen literatuur(kritiek) en filosofie. - In Klassieke statusleer en moderne retorische argumentatietheorie laat Antoine Braet zien dat de klassieke statusleer, die primair betrekking heeft op de bewijslast in een strafproces, ook op beleidsdiskussies van toepassing is. - Vincent J. van Heuven en Els van Houten bezien De klinkers in het Nederlands van Turken; daarbij doen zij verslag van een onderzoek naar de onverstaanbaarheid van klinkers, gesproken door Turken in korte een-lettergrepige Nederlandse woorden en presenteren zij een analyse van de identificatiefouten. - In Italo Svevo: Het heden van het bewustzijn gaat S. Briosi na, hoe Italo Svevo met zijn La coscienza di Zeno (1923) een bijdrage leverde aan het proces van de vernietiging van de 19e-eeuwse narratieve schema's.
Boekbesprekingen o.a.: Kitty M. van Leuven-Zwart, Vertaling en origineel. Een vergelijkende beschrijvingsmethode voor integrale vertalingen, ontwikkeld aan de hand van Nederlandse vertalingen van Spaanse narratieve teksten (door Cok van der Voort); Algemene Nederlandse Spraakkunst. Onder redactie van G. Geerts, W. Haeseryn, J. de Rooij, M.C. van den Toorn (door J.G. Kooij);
| |
| |
H. van der Hulst, Syllable Structure and Stress in Dutch (door Ron van Zonneveld); Carlos Gussenhoven, On the Grammar and Semantics of Sentence Accents (door C.E. Keijsper).
| |
Gezelliana 14 (1985),
nr. 1-2
opent met een uitvoerige analyse van Gezelles gedicht ‘Ichthys eis aiei’ door Frans Berkelmans. - In Op Henri van Neste geeft Robert Lagrain interpretatieve informatie bij Gezelles ‘Vichtig jaar is't, en de reste kleen geld’. - Jozef Boets belicht in Gezelle als sneldichter een aantal gelegenheidsepigrammen en Piet Couttenier verschaft Enkele nieuwe gegevens omtrent het ontstaan van Gezelles bundel ‘Liederen, eerdichten en reliqua’ (1880). - Voorts een bijdrage van Jozef Boets over Het allereerste? overgeleverde gedicht ‘De dichter in de gevangenis’, gevolgd door het uit het Hoogduits vertaalde prozastuk Hemelzang en spel.
| |
De gids 148 (1985),
nr. 6
Huub Beurskens concentreert zich in Een vieve oude man op erotische poëzie van Pierre Kemp. - In het eerste deel van Alle wegen lopen dood belicht Wiel Kusters de poëtische betekenis van het woordveld ‘weg’, ‘pad’ en ‘lopen’. - De rubriek ‘Kroniek & kritiek’ bevat het tweede deel van De Amerikaan in het Nederlandse proza van Aleid Truijens en Rik Planting, een bijdrage van Wiel Kusters over de ‘hond’ in de poëzie van Ed. Hoornik, en tenslotte de neerslag van een Gesprek met Martin Veltman door Frans de Roover.
| |
Gramma, 9 (1985),
nr. 2
E.D.J. Schils en F. Reelick doen verslag vn een onderzoek naar Woordutiliteit, woordfrequentie en woorddispersie, gevolgd door: Roeland van Hout en Anne Kerkhoff, Nogmaals utiliteit, frequentie en dispersie: een replicatie. - Frans Hinskens gaat in Visies op variatie en verandering in verschillende lecten in op de bruikbaarheid van het lecten-model voor de beschrijving en verklaring van variatie en verandering in niet-standaardvariëteiten.
Boekbesprekingen: W.J.J. Pijnenburg en J.J. van der Voort van der Kleij, Woordenboek Middelnederlands (door G.R.W. Dibbets); onder de titel: Een inleiding in de generatieve grammatica, maar welke? bespreekt Ad Foolen enkele inleidende teksten op dit gebied; Egon Berendsen, Ellis Visch en Wim Zonneveld, Generatieve fonologie en de linkerkant van de grammatica + Reader (door Haike Jacobs); Harm Klifman, Studies op het gebied van de vroegnieuwnederlandse triviumtraditie (door Frans Schaars); naar aanleiding van: Ant. M.J. van Uden, Gebarentaal van doven en psycholinguïstiek: een kritische evaluatie reageert B. Tervoort met: De psycholinguïstiek van gebarentaal onkritisch geëvalueerd.
| |
Leuvense bijdragen, 74 (1985),
nr. 2
G. Geerts, G. Hellemans en K. Jaspaert vergelijken het Standaardnederlands en dialect in Leuven. - P. Swiggers buigt zich On the underlying ‘Velar Nasal’ in Dutch. Boekbesprekingen o.a.: P.G.J. van Sterkenburg en W.J.J. Pijnenburg, Van Dale Groot Woordenboek van Hedendaags Nederlands (door D. Geeraerts); I. Strasser, Diutish - deutsch. Neue Ueberlegungen zur Entstehung der Sprachbezeichnung (door F. Claes); Algemene Nederlandse Spraakkunst. Onder redactie van G. Geerts, W. Haeseryn, J. de Rooij en M.C. van den Toorn (door B. Donaldson).
| |
Levende talen,
nr. 403
Arie van Groningen en Peter Zevenbergen gebruiken het boek ‘Universele taalkunde’ van Fromkin & Rodman om hun lessen ‘taalbeschouwing’ van voorbeelden en opdrachten te voorzien; een voorbeeld hiervan geven zij in De taal der dieren: een taalbeschouwingsles. - Boekomslagen: praktisch beginnen met jeugdliteratuur, vindt Sonja Pol. - Hans van Helden en Cor Geljon stellen zich in Leerstijldifferentiatie in het moedertaalonderwijs de vraag, wat differentiatie naar leerstijlen zou kunnen inhouden en illustreren hun bevindingen met een naar vier leerstijlen uitgewerkt lesvoorbeeld. Boekbespreking:
| |
| |
Victoria Fromkin & Robert Rodman, Universele taalkunde. Een inleiding in de algemene taalkunde. Bewerkt door Anneke Neijt (door Arie van Groningen en Peter Zevenbergen).
| |
Literatuur 2 (1985),
nr. 5
opent met een bijdrage van W. van Anrooij over Dichter, kroniekschrijver en wapenkundige: heraut Gelre en zijn werk. - In De werkelijkheid van het woord geeft Aanna de Koning een zgn. deconstructieve kritiek van W.F. Hermans' verhaal ‘Manuscript in een kliniek gevonden’. - Annie Verhaeghe legt in Alchemie en literatuur verband tussen ‘De Vluchtende Atalanta’ van Hugo Claus en Maiers emblemenboek Atalanta Fugiens. - Voorts een bijdrage van Martien J.G. de Jong over Symbolistische transpositie als belangrijke literaire kunstgreep. - Deugd en beschaafde gezelligheid is een artikel van Jacqueline Bruggink, Eep Francken en Lily Simonis over het departement Waterland van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, in de jaren 1830-1840. - Tom Baudoin besluit deze aflevering met een opstel over het kinderlijke perspectief in het jeugdboek Kruimeltje.
In de rubriek ‘Recensies’ boekbesprekingen van Dat bedroch der vrouwen ed. Braekman (door P.J.A. Franssen), Een scone lÄ—eringe om salich te sterven ed. De Geus e.a. (door E. Lips), J.C. Weyerman, De leevens bijzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg (...) ed. werkgroep Amsterdamse neerlandici (door L.R. Pol), De wekker van de Nederlandse natie. Joan Derk van der Capellen 1741-1784 ed. Van Dijk e.a. (door J. Stouten), Dit is de vreugd die langer duurt (...) (door T. Anbeek), Staalkaart, opstellen over letterkunde (door T. Anbeek), Lodewijk van Deyssel, Twee gelcende pennen (door W. Timmermans) en de Rondom S. Vestdijk-reeks: I Een hartversterking ed. Wadman; II Biografisch bijwerk ed. Visser e.a. en III Mick de Vries, ‘Knett'rend vuurwerk’: Brieven aan S. Vestdijk ed. Visser e.a. (door R. van der Paardt).
| |
Maatstaf 33 (1985),
nr. 6
bevat naast een bijdrage van Kees Revier Ter nagedachtenis van F.T. Marinetti een opstel van Jos Muyres over Louis Paul Boons medewerking aan het communistische dagblad De Rode Vaan. - In zijn Ceterum censeo bespreekt Rob Schouten De andere ridders van Toon Tellegen, fiere miniature van B. Zwaal en Ingesneeuwd van Miriam Van hee.
nr. 7
Hierin een bijdrage van Martin Ros over Literatuur en fascisme.
nr. 8-9
is in zijn geheel gewijd aan An amazing family! Thomas Mann en de zijnen, zoals de titel van dit dubbelnummer luidt.
| |
Moer 1985,
nr. 4
draagt de titel Jong-leren met taal in de basisschool en bevat een elftal artikelen over dit onderwerp.
| |
Neophilologus 69 (1985),
nr. 4
opent met een bijdrage van Jerold C. Frakes over Metaphysical structure as narrative structure in the medieval romance. - Voorts een opstel van Kevin E. McCleary over Summons, protorhetoric en rhetoric en een artikel van Ronald Veldheer over L'ambiguïté, un pommier de discorde dans le verger linguistique.
| |
Ons erfdeel, 28 (1985)
nr. 4
Onder de titel: Een industrie in poëzie verdiept Jan van der Vegt zich in de dichter Hans Verhagen. - Jan Franken zet zich aan De raadsels van Reinaert. - In Dweilen met de kraan open schrijft Jacques Kaat over ‘De Aansprekers’ van Maarten 't Hart en de problemen rond Engelse vertalingen. - Alleen mijn woorden bevat notities van Daan Cartens bij de poëzie van Christine d'Haen. - In Toerist voor een leven gaat Karel Osstyn het verval bij de romanpersonages van Alfred Kossman na. - Tot besluit de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXXI, onder redaktie van E. van Raan.
| |
| |
| |
Onze taal, 54 (1985),
nr. 9
Onder de titel: Taalhantering, procedures, taaletiquette of gewoon gezond verstand? worden door E.J. van der Spek vier taalvaardigheidshandboeken nader bekeken. - C.P. Emans schetst in vogelvlucht de geschiedenis van de ambtelijke eufemismen voor Bezuinigen. - In de rubriek ‘Discussie’ een kanttekening van F. van Tuil bij De spelling van de persoonsvorm, met als reaktie daarop Werkwoordspelling van W. van Peer. - In Commentaar bij Van der Schaar geeft J.J. Bakker adviezen aan voornaamzoekende (adspirant-)ouders. - Steven Gillis onderzoekt Protowoorden in de taalverwerving: praten zonder woorden - In de rubriek ‘Van woord tot woord’ gaat Marlies Philippa onder het motto: De parel van de Middellandse Zee in op de herkomst van ‘parel’ en ‘Alexandrië’.
| |
De revisor 12 (1985),
nr. 4
Meer dan een spiegeling van een wolk in geslepen graniet is de titel van een gesprek van Wam de Moor met Willem Brakman. - Voorts een opstel van Ineke Bulte over Brakmans novelle De reis van de douanier en een bijdrage van Christien Kok over Brakmans De oorveeg. - Dick Schouten vraagt aandacht voor De ultieme combinatie; waarheid en rhetorica en in Een beeld van Slauerhoff geeft Jeannette M. Hollaar een analyse van Slauerhoffs gedicht ‘Grafbeel van Nôfrit’.
| |
Tirade 29 (1985),
nr. 300
In dit 468 pagina's tellende jubileumnummer beschrijft Ad Fransen (...) een korte voorzomer in de ontstaansgeschiedenis van Tirade. - Hans van den Bergh onderzoekt in Een afspraak met R.J. Peskens ‘welke principes er schuilen achter de bewerking en herinrichting van Peskens’ verhalenbundel Mijn moeder was eigenlijk een Italiaanse. - H. Drion vraagt de aandacht voor de vertaler Johan Hendriksz Glazemaker en zijn Toonneel der werreltsche veranderingen (1645). - Pierre H. Dubois onderzoekt De literaire familie van Jan van Nijlen. - In Dan moet ik er toch zijn als ik hem zoek schrijft Jaap Goedegebuure over de tijdgeest die zich manifesteert in stromingen, modes en trends. - Hanny Michaelis belicht de Mirakuleuze herrijzenissen van ‘vergeten’ literaire werken, met name Bij nader inzien van J.J. Voskuil, gevolgd door een bijdrage van Jan Fontijn over het realisme van dit literaire werk. - In De dichter als plastisch chirurg geeft Cees van Hoore enige interpretatieve informatie over Achterbergs ‘Zeiltocht’. - Voorts een opstel van Wam de Moor over de theorie en praktijk van Ter Braaks dag- en weekbladkritiek en een inleidend commentaar van Aaldert Compagnes Bij Jeugdwerk van Jan Emmens, gevolgd door een aantal nog niet eerder gepubliceerde gedichten. - In de ‘Kroniek’-rubriek bespreekt Herman Verhaar De betekenis van de heer K. van W. Brakman en in de Poëziekroniek belicht Thomas Lieske Gulliver en andere gedichten van Willem van Toorn.
nr. 301
is in zijn geheel gewijd aan de componist Domenico Scarlatti (1685-1757).
| |
Spektator, 15 (1985/'86),
nr. 1
De nieuwe jaargang opent met een themanummer over Literatuurgeschiedenis en Canonvorming, waarbij het begrip ‘canon’ staat voor: ‘een verzameling van literaire teksten die in een samenleving als waardevol erkend worden en die dienen als referentiepunten in de literatuurbeschouwing en in het onderwijs’.
D.W. Fokkema beziet De canon als kritisch en didactisch instrument: een historische analyse. - W. Bronzwaer vraagt aandacht voor Literaire institutie en literaire canon: het geval van ‘Cambridge English’. - J.J.A. Mooy gaat in op Noodzaak en mogelijkheden van canonvorming. - Bij Jaap Goedegebuure staat de Canonvorming na Knuvelder centraal. - John Neubauer tenslotte verdiept zich in Canonvorming en het thema van de adolescentie in de literatuur.
Boekbesprekingen: Van Dale Groot Woordenboek van Hedendaags Nederlands. Door Dr. P.G.J. van Sterkenburg en Dr. W.J.J. Pijnenburg (door
| |
| |
G.E. Booij); B.C. Donaldson, Dutch. A linguistic history of Holland and Belgium (door C. van Bree); Een nyeuwe clucht boeck. Een zestiende-eeuwse anekdotenverzameling uitg. door Herman Pleij, Jan van Grinsven, e.a. (door Dick Kaijser); Jaarboek 1982-1983 / van de / Koninklijke Souvereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent. Dl. XXXIII (door Yves G. Vermeulen); Nicolaas Beets, Het dagboek van de student Nicolaas Beets 1833-1836, uitg., ingel. en toegel. door Peter van Zonneveld, en Hildebrand, De familie Stastok. Een verhaal uit de Camera Obscura naar de eerste druk; ingel. door Peter van Zonneveld, met tek. van Hans Houtzager (door B. Luger).
| |
Standpunte 38 (1985),
nr. 4
In dit nummer schrijft R.H. Gouws een recensie over Die sewende deel van die ‘Woordeboek van die Afrikaanse Taal’. - D.H. Steenberg en L.C. Minnaar richten hun aandacht op Die Bybelse horison in die Afrikaanse letterkunde. - Voorts onderzoekt Eduard Fagan Enkele struktuurprobleme in André P. Brink se ‘Houdden-Bek’ en belicht Peet van der Merwe Die teruggesnoeide digter in D.J. Opperman se ‘Kanarie’.
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing, 7 (1985),
nr. 3
W. Drop vraagt aandacht voor Abstraherend denken voor en bij het schrijven. Dit denken, dat een rol speelt bij beslissingen over de tekstinhoud, het daarin te verwezenlijken perspektief en de presentatievolgorde, dient in de akademische opleiding voor professionele schrijvers nadrukkelijker aandacht te krijgen. - Herre van Oostendorp, Ineke Kok en Martijn den Uijl doen in Zelfcontrole tijdens het lezen verslag van een onderzoek op het gebied van zelfcontrole bij goede versus slechte en jongere versus oudere lezers, voorzien van suggesties voor het onderwijs. - G. Staphorsius en R.S.H. Krom geven in Predictie van leesbaarheid hun bevindingen weer van een onderzoek dat de ontwikkeling ten doel had van een betrouwbaar en valide instrument voor de predictie van leesbaarheid van niet-fiktionele teksten voor de jeugd. - In Redelijkheidsvoorwaarden en discussieregels in juridische en niet-juridische argumentatieve discussies maakt E.T. Feteris aannemelijk dat bijvoorbeeld een socialeverzekeringsprocedure op te vatten is als een gereglementeerde argumentatieve diskussie, waarvoor in beide gevallen dezelfde redelijkheidsvoorwaarden gelden. - J.G. Valbracht zoekt naar Een oplossing voor het volgorde-probleem bij de verdediging van standpunten in alledaagse gemengde discussies. - Van de hand van M.A. Halftvan Rees tenslotte de Bibliografie ‘cognitieve verwerking van teksten’ 1982 en 1983.
| |
Vestdijkkroniek 1985,
nr. 48
opent met de publikatie van S. Vestdijks Inleiding tot de voordracht van de gevangenishoofdstukken uit ‘Pastorale 1943’. - L.F. Abell tracht te achterhalen Waarom Vestdijk tekende voor de Kultuurkamer. - W. Bronzwaar schrijft over Vestdijk en deconstructie, H. Nak onderzoekt in Het slot bij Vestdijk aan de hand van een vijftal romans het kenmerkende einde van de Vestdijkroman en H.A. Wage richt naar aanleiding van P. Kralts Door nacht en ontijd de aandacht op het ‘lerse’ in Vestdijks romans. - Tenslotte bespreekt Rob Schouten de eerste drie uitgaven in de Rondom S. Vestdijk-reeks.
| |
Werkgroep 18e eeuw. Documentatieblad 17 (1985),
nr. 65-66
Dit dubbelnummer bevat de tekst van twaalf voordrachten die gehouden zijn tijdens het Gentse symposium (sept. 1984) over De sexualiteit in de achttiende eeuw.
R.W.W.M.v.d. Drift
W. Merlijn
|
|