De Nieuwe Taalgids. Jaargang 77
(1984)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 385]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over copulatieve samenstellingenM.C. van den ToornCopulatieve samenstellingen hebben weinig aandacht getrokken in vergelijking met determinatieve, die in de meeste gramatica's een uitvoeriger behandeling te beurt valt. Wanneer woordstructuur dezelfde vormelijke eigenschappen bezit als syntactische structuur, anders gezegd: als een vergelijkbaar regelsysteem op beide soorten structuur toepasbaar zou zijn (verg. Selkirk 1982, 2) - waar veel voor te zeggen valt -, dan vinden we in de morfologie van de samenstellingen dezelfde bouvvprincipes als in de zinsgrammatica terug: nevenschikking en onderschikking. En ook in de zinsgrammatica heeft nevenschikking altijd minder aandacht gekregen dan onderschikking. Nu vertoont onderschikking in de syntaxis wel een grote overeenkomst met onderschikking in de samenstelling, maar er is ook een groot verschil: de syntaxis - althans van het Nederlands en het Duits - kent rechtswaartse vertakking, de samenstelling daarentegen linkswaartse vertakking. Op grond daarvan is duidelijk dat de bouw van een determinatieve samenstelling een spiegeling is van een vergelijkbare woordgroep:
De volgorde van de leden is dwingend, in ieder geval bij de samenstelling (bij de weergave daarvan is de X-bar-notatie niet toepasbaar), misschien in iets mindere mate bij de woordgroep; men vergelijke:
Dezelfde bouwprincipes liggen ten grondslag aan:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 386]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waar nu bij de determinatieve samenstelling altijd onderschikking in de structuur zichtbaar moet zijn, is bij de copulatieve sprake van nevenschikking van de leden. We nemen als voorbeelden twee samenstellingen waarvan het eerste lid zelf een determinatief compositum is:
Het verschil in relatie tussen de leden blijkt uit het accentpatroon van (5)(a) en (5)(b):
De volgorde van de leden is bij copulatieve samenstellingen in principe vrij: naast tuinman-chauffeur is chauffeur-tuinman evenzeer mogelijk. In een aantal gevallen is de volgorde van de leden vast geworden door conventie. Enkele voorbeelden:
Dit type samenstelling dat in de moderne Germaanse talen goed bekend is - in de Oudgermaanse talen was het zeldzaam - is vooral gebruikelijk bij persoonsnamen (vgl. Hatcher 1951, 1952; Jeziorski 1983). Wanneer twee functies of beroepen in één persoon samenvallen, kan altijd een copulatieve samenstelling van het bovengenoemde type gevormd wqrden. Sommige combinaties liggen uiteraard weinig voor de hand: stoker-portier is eerder te verwachten dan minister-portier, maar toch is denkbaar dat een minister die thuis bij herhaling de deur voor bezoek opent, van een vriend te horen krijgt: ‘Jij lijkt tegenwoordig wel een minister-portier!’ Vooral met collega- (bij voorkeur als eerste lid) zijn veel combinaties denkbaar. Wanneer de combinatie geheel vast | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 387]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is geworden, wordt ook in de spelling geen verbindingsstreepje meer toegepast:
Copulatieve samenstellingen die geen personen aanduiden (met het feature < - levend >) zijn er ook, maar wel in mindere mate, bijv.:
Bij enkele van deze composita is niet altijd uit te maken of het verband tussen de samenstellende leden copulatief of determinatief op te vatten is: hoeslaken kan betekenen ‘stuk textiel dat laken èn hoes is’ of ‘een soort laken, nl. een laken als een hoes’. Dat geldt m.m. ook voor torenflat, lidstaat, buurland, gidsland, vasalonderneming, klokradio e.a. Wanneer de leden van de samenstelling omkeerbaar zijn, is het compositum copulatief: voor wie torenflat hetzelfde is als flattoren of hoeslaken hetzelfde als lakenhoes is dat het geval. Wie bij omkering van de leden betekenisverschil aanwezig acht, interpreteert determinatief. Een treffende illustratie van deze omkeerbaarheid van de leden geeft Gerard Reve, waar hij de aankoop van een lampje in de vorm van een hert beschrijft: hij noemt dat voorwerp het lampjeshert of hertlampje (Archief Reve 1931-1960, Baarn 1981, blz. 58).
Aparte vermelding verdienen de copulatieve samenstellingen van eigennamen. Vooral bij geografische namen is het type gebruikelijk (ook bij namen van stations):
Behalve geografische namen worden ook persoonsnamen en firmanamen tot copulatieve samenstellingen gevormd. In de commerciële naamgeving komt het type zonder en (dus niet het type Vroom en Dreesman, Peek en Cloppenburg) vooral voor, naar het schijnt, bij resultaten van fusies:
Vergelijkbaar daarmee is de aanduiding van studieboeken door auteursnamen: namen van auteurs zonder en (dus niet het type De Vries en Te Winkel, Dik en Kooij) komen vooral voor, naar het schijnt, wanneer de tweede naam die van een latere bewerker is:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 388]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een opvallend soort copulativa van voornamen is te vinden bij het modeverschijnsel kinderen dubbele voornamen te geven, meestal met een koppelteken gespeld. Bij meisjesnamen bestaat een voorkeur voor Marie als eerste lid (Marie-Josee, Marie-Louise, Marie-Therese), bij jongensnamen een lichte voorkeur voor Jan als tweede lid, maar ook andere combinaties zijn mogelijk (Dirk-Jan, Geert-Jan, Kees-Jan, Mient-Jan, Jan-Kees, Erik-Hans). Copulativa van namen zijn voorts ook de combinaties van twee achternamen ter aanduiding van echtparen en gehuwde vrouwen (de heer en mevrouw De Vries-Aalberse).
Behalve bij substantiva komen copulatieve samenstellingen ook voor bij adjectiva. Enkele voorbeelden:
Bij (12)(a) compareren geografische adjectieven voorzover hun combinatie expliciteerbaar is d.m.v. en: een Duits en Nederlands woordenboek. Daarnaast komen ook deter-minatieve combinaties voor, zoals Zeeuws-Vlaams, Belgisch-Limburgs e.a. Bij (12)(b) is sprake van een koppeling van kleuraanduidende adjectiev.en, explici-teerbaar door en: de vlag is rood en wit. Determinatieve combinaties als roodbruin, geelgroen hebben die mogelijkheid niet als ze de betekenis hebben ‘roodachtig bruin’, resp. ‘gelig groen’. Bij (12)(c) vinden we een groot aantal koppelingen van geleerde formaties; bij manisch-depressief is een verheldering d.m.v. en goed mogelijk: gedrag.dat (nu eens) manisch en (dan weer) depressief is. Het type dient onderscheiden te worden van determinatieve samenstellingen als orthodox-marxistisch, antiek-romeins e.v.a. waarbij het eerste lid een nadere kwalificatie van het tweede bevat (zie daarvoor ook Siebert 1969, Rosengren 1972). Bij (12)(d) denken we aan talloze ad hoe-samenstellingen in reclametaal, zoals zacht-bros, fris-zurig, bitter-zoet, royaal-praktische tas, en in literair taalgebruik, zoals blank-teer, trotsch-blij, stil-ontsteld, warm-hartstochtelijk (uit I. Boudier-Bakker, Het spiegeltje (1917), Amsterdam 6de druk, resp. blz. 10, 23, 86, 143). De hier opgesomde gevallen betreffen alle vrij recente formaties. Oude copulatieve samenstellingen van adjectieven zijn zeldzaam; een veel genoemd voorbeeld is doofstom. In de Oudgermaanse talen waren adjectief-samenstellingen van deze soort niet frequent (zie o.m. Carr 1939, 41 ff).
Een derde woordsoort die in copulatieve samenstellingen optreedt, is het telwoord. Telwoorden nemen in de grammatica een bijzondere positie in, doordat ze uit een gesloten klasse van een klein aantal basismorfemen bestaan. Er kunnen echter letterlijk oneindig nieuwe samenstellingen mee gevormd worden en ze leveren daardoor een mooi voorbeeld van een generatieve grammatica (zie daarvoor Van Katwijk 1965). Van het type telwoord + telwoord (Num + Num) komen copulatieve en determinatieve composita voor: resp. bijv. honderddrie dat de betekenis ‘100 + 3’ heeft, en bijv. driehonderd dat de betekenis ‘3×100’ heeft. T.a.v. de copulatieven valt op te merken dat | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 389]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij getallen onder de honderd de numeralia in een samenstelling Num + Num altijd als optelling begrepen moeten worden; het laagste getal staat steeds voorop (echter niet in alle Germaanse talen zoals het Engels en het Skandinavisch). Er zijn twee types:
Bij getallen boven de honderd staat het grootste getal voorop; het voegwoord en is facultatief: honderdfenjeen, honderd(en)twintig, duizend(en)drie.
Copulatieve samenstellingen, zowel substantivische als adjectivische, trouwens ook de numeralia, hebben een aantal kenmerken gemeen. Echte dvandva-composita, zoals ze sedert de Oudindische grammatica ook genoemd worden (dvandva betekent ‘tweeling’) moeten voldoen aan de volgende eisen:
Bij deze composita heeft men gemeend verschillen te moeten vaststellen tussen copulatieve vormingen van soortnamen en die van eigennamen. Alleen in het laatste geval zou er sprake zijn van echte dvandva-vormen; bij het type tuinman-chauffeur daarentegen zou sprake zijn van karmadhâraya, een ondersoort van de determinatieven (Bauer 1978, 67 ff; ook bij Erben 1983, 37). In Venn-diagrammen voorgesteld is dat als volgt te veraanschouwelijken: Sleeswijk - Holstein tuinman - chauffeur
Bij de geografische namen zouden beide namen niet semantisch samenvallen, terwijl een persoon die tuinman en chauffeur is, beide functies (in één en dezelfde persoon) verenigt, wat in het gearceerde deel van de beide cirkels aangeduid wordt. Toch lijkt ons dit een subtiliteit die op een aanvechtbare interpretatie stoelt: ook bij copulatieve samenstellingen van geografische namen is sprake van een samenval. Hoewel de twee componenten een eigen bestaan kunnen blijven leiden, zijn ze toch te beschouwen als | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 390]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
één bestuurlijke eenheid (ook bijv. als namen van spoorwegstations); als samenstelling, dus als woord, brengen ze in hun totaliteit iets nieuws tot uitdrukking (vgl. ook Jeziors-ki 1983). Hun karakter van echte dvandva blijkt uit de omkeerbaarheid van de leden en de mogelijkheid tot tussenvoeging van en: Berkel en Rodenrijs, Elzas en Lotharingen. Dit laatste is onmogelijk bij onderschikking zoals Amsterdam-Bijlmer, Rotterdam-Hofplein: *Amsterdam en Bijlmer, *Rotterdam en Hofplein.Ga naar voetnoot1
Als uitbreiding van bovengenoemde dvandva-samenstellingen komt een drieledig type samenstelling voor, dat als merkwaardigheid heeft dat alle drie de componenten gelijktijdig samengesteld worden: Holland-Amerika-Lijn is geen samenstelling van *Holland + Amerikalijn, evenmin van *Holland-Amerika + lijn. In dit opzicht wijken ze dus af van schijnbare drieledige composita als vracht-auto-chauffeur, staatsbos-beheer, bureau-stoel-leuning e.a. die altijd tot tweeledige teruggebracht kunnen worden: (vracht auto) chauffeur, enz. Dit geldt trouwens voor alle determinatieve samenstellingen, ook zeer lange, en het vloeit voort uit de recursiviteit van de herschrijfregel die de produktie van samenstellingen verantwoordt. De drieledige composita die we hier op het oog hebben, hebben steeds een laatste lid dat een connectie (in de meest ruime zin) aangeeft tussen de dvandva die attributief bij het laatste lid staat: Holland-Amerika-Lijn is ‘de lijn(dienst) tussen Holland en Amerika’. In principe kan deze vorming uitgebreid worden, maar dat komt niet veel voor, bijv. Java-China-Japan-Lijn. Enkele voorbeelden, met eigennamen (13) zowel' als met soortnamen (14) zijn:
Grensgevallen zijn frambozen-bessenjam, appel-perendrank, vanille-mokka-ijs e.d.; het eerste lid kan hier ook als bepaling bij de laatste twee worden opgevat: A(BC) en. dus niet (AB)C, zoals bij de voorbeelden in (13) en (14) het geval is.
Ter afronding nog een opmerking over de echte dvandva. In de tijd dat men samenstellingen nog transformationeel trachtte te beregelen, werden dvandva-formaties als girlfriend, fighterplane gerelateerd aan ‘The girl is a friend’, ‘The plane is a fighter’ (Lees 1960, 126 ff). Lees, die deze voorstellen deed, behandelt ape-man bij dit type, maar frogman bij een soort samenstellingen dat d.m.v. like geëxpliciteerd moest worden: ‘The man is like a frog’ (t.a.p. 158), een interpretatie die later door Levi, die overigens niet terugschrikt voor een transformationele beregeling, afgewezen wordt omdat deletie van like niet lukt zonder verandering van betekenis (zie daarvoor verder Levi 1978, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 391]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
108 ff). Ook in het Nederlands bieden aapmens en kikvorsman moeilijkheden. Terwijl voor het eerste woord een interpretatie als ‘een wezen dat aap en mens (of mens en aap) tegelijk is’ nog wel lukt, is dat bij kikvorsman (en vele andere, zoals manwijf, hemdjurk, vlinderdas, sleehak, boothals) in veel mindere mate het geval. Het lijkt er meer op dat het eerste lid hier als determinatief element geïnterpreteerd moet worden. Daarmee is de weg geopend voor een principiële ambiguïteit, die de Germaanse talen hier gemeen hebben: waar in het Frans homme grenouille alleen maar de betekenis ‘duiker’ kan hebben, kan eng. frogman, hd. Froschmann, de. frømand, ndl. kikvorsman altijd meer betekenen, bijv. ‘man die kikkers verkoopt’ (vgl. Bauer 1978, 83; Handwerker 1982).
In aansluiting bij Selkirk (1982, 16) zouden de regels voor de vorming van copulatieve composita kunnen luiden:
Het is echter wel noodzakelijk dat geen identieke elementen rechts van de pijl samengesteld worden: formaties als chauffeur-chauffeur zijn semantisch niet welgevormd. Daarom zou de regel aldus bijgesteld kunnen worden:
(Voor de Numeralia gelden trouwens nog beperkingen op de volgorde; V is niet als categorie opgenomen; de enkele denkbare gevallen, zoals zweefvliegen, zijn nogal marginaal). Bovendien geldt nòg een semantische beperking: Xien Xj moeten toepasbaar zijn als predikaten bij één en hetzelfde subject, bijv.:
Daarmee is tevens aangegeven dat veruit de meeste copulatieve samenstellingen ‘functies’ (meer speciaal dubbelfuncties) aanduiden.
Literatuur:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 392]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Slotopmerking: Voor veel animerende gesprekken die aan de totstandkoming van dit artikel voorafgingen dank ik dr. M. Klein; het stuk werd geschreven in het kader van de voorwaardelijke financiering; programma nr. 84 KUN 16-12. |
|