| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Dietsche warande & Belfort 128 (1983), nr. 10
Hierin een bijdrage van Johan J. Ducheyne, getiteld Boek en cassette, video, teletekst en computer: beeld van een crisis? - Aan de hand van haar roman Het stilstaand water van de schorpioen belicht Marcel Janssens Het ambigu vrouw-zijn bij Renée van Hekken. - Jos van Damme richt zijn aandacht op de vertalingen van Claus, Snoek, Gils, Lampo en de anderen in het land der Sovjets.
129 (1984), nr. 1
Dit eerste nummer van de nieuwe jaargang opent met een Eregroet van Gerard Walschap aan de in 1984 70-jarige Albert Westerlinck. - In Het verdriet van Angelino neemt Philip Vermoortel Van Schendels Angelino en de lente nader onder de loep. -In de ‘Kroniek’-rubriek bespreekt André Demedts de jongste Zuidnederlandse romans van Guido van Puyenbroeck en Leo Mets. Nakaartend over ‘Het verdriet van Belgie’ is de titel van een bijdrage van Marcel Janssens. In Verdisconteerd in taal belicht Rudolf van de Perre Het heraldieke dier van Hedwig Speliers. Tenslotte een artikel van Paul Gillaerts over de ontvangst van de Verzamelde gedichten van Guillaume van der Graft en de thematiek ervan.
| |
Dokumentaal 12 (1983), nr. 4
B. van Selm vraagt aandacht voor Neerlandistisch onderzoek en de documentatie anno 1984. - J.A. Gruys, P.C.A. Vriesema en C. de Wolf doen dat voor De Nederlandse bibliografie van 1540-1800: de STCN (Short-title Catalogue, Netherlands). - Ch. M.G. Berkvens-Stevelinck, S.A.J. van Faassen en C.A.J. Thomassen kondigen Het nationaal brievenproject aan. - Charles van Os verschaft Informatie over het BDS Bibliografisch Documentatiesysteem van het Instituut voor Toegepaste Taalkunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen). - Verder de rubrieken Iniventarisatie van proefschriften in voorbereiding. Uitgaven in voorbereiding en Pas verschenen - Tenslotte een recensie van: A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen en A.N. Paasman, Vermakelijk bibliografisch ganzenbord. Een eerste handleiding bij systematisch-bibliografisch onderzoek op het gebied van de Nederlandse letterkunde (door P.J. Verkruijsse).
| |
Forum der letteren 24 (1983), nr. 4
Opvattingen over de rol van taal in socialisatie is een artikel waarin Erica Huls een overzicht biedt van ontwikkelingen die zich de laatste vijfentwintig jaar hebben voorgedaan in de gedachtenvorming over de rol van taal in het proces van de reproduktie van de sociale mogelijkheid. - In Vorm en geestelijke occupatie zet Antoine Bodar uiteen dat Jolles' leer over de Einfache Formen niet van Franse, Zwitserse of Russische origine is, maar teruggaat tot Goethe en direkt bij Spengler aansluit. - Van de hand van Frieda Balk-Smit Duyzentkunst is het artikel Getransformeerde directe rede en toch geen indirecte rede: Over de grammatica en poëtica van Judith Herzberg. - D.W. Fokkema geeft een Reactie en commentaar. Het begrip ‘code’ in de literatuurwetenschap, waarin hij ageert tegen de weerlegging van het gebruik van het begrip ‘code’ in de literatuurwetenschap door P.F. Schmitz (FdL 21/1980, p. 283-295), met een Nawoord van P.F. Schmitz zelf. - Ton van Haaften en Annelies Pauw verweren zich met
| |
| |
Een onbevangen taalbenadering tegen de polemische reaktie op een eerder artikel van hen door Van der Lubbe. - In Mechanistisch versus hermeneutisch. Of: Helder versus onhelder? geeft Frank Berndsen een reaktie op een reaktie van Horst Steinmetz (FdL, 24/2 en 3).
Boekbesprekingen o.a.: A.G.H. Anbeek van der Meijden, ‘In puinhopen voel ik mij prettig, ergens anders hoor ik niet thuis’. Over de wederopbouw van de Nederlandse literatuurgeschiedschrijving en Herman Pleij, De wereld volgens Thomas van der Noot, boekdrukker en uitgever te Brussel in het eerste kwart van de zestiende eeuw (door Sophie Levie); T. Scholten, Arn. Evers en M. Klein, Inleiding in de ‘transformationeel-generatieve taaltheorie (door J.W. de Vries); Jonathan Culler, Barthes en Henk Hillenaar, Roland Barthes; existentialisme, semiotiek, psychoanalyse’ (door Frans de Haan); J.J. Oversteegen, Beperkingen, Methodologische recepten en andere vooronderstellingen in de moderne literatuurwetenschap en H. Verdaasdonk, Literatuur en kapitaal. Over kwaliteitsstandaarden inzake literatuur (door Rudi van der Paardt).
| |
De gids 146 (1983), nr. 8-9
In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ vervolgt Wiel Kusters zijn reeks Ondergronds leven en vraagt hij onder de titel Imagine there's no heaven de aandacht voor het engelmotief in de poëzie van Jaap Harten.
nr. 10
Verlichting, Biedermeier en Romantiek is de titel van een bijdrage van Peter van Zonneveld over literatuur en samenleving in Nederland in 1830. - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ maakt Wiel Kusters in Ondergronds leven enige notities bij De ijsprinses van Eric Terduyn en bij een ‘tafel’-gedicht van Pierre Kemp.
| |
Gramma 7 (1983), nr. 1
Ludo Th. Verhoeven bespreekt de vraag: Hoe begrijpen jonge kinderen tekst? Onderliggende vaardigheden bij tekstbegrip. - H. Klifman onderzoekt Nederlandse taalstudie in triviumverband: motieven en uitwerkingen. - M. Klein beziet Vooropstaande PP's en de thematische relaties. - Wim Zonneveld pleit voor een samengaan van Autonome componenten en werkgemeenschappen (in de Stichting Taalwetenschap van Z.W.O.). - G.R.W. Dibbets geeft in Lochenen: Belachchelijk? Argumentatie in een hach(ch)elijk spellingsprobleem. - M.C. van den Toorn raapt Morfeemsplinters bij elkaar. - Jos Verkroost doet verslag van een sociolinguïstisch onderzoek onder een groep meisjes van ongeveer 16 jaar naar Toekomstverwachting en taalgebruik. - Norvel Smith onderkent Vroege invloeden op het Sranan van Berbice Nederlands: enkele mogelijkheden. - Annemarie van den Doel en Anne-Marie Rijswijk stellen de vraag: ‘Wie heeft er nog iets leuks meegemaakt?’. Narratieve technieken in vertellingen van hinderen.
Boekbesprekingen: P. van de Craen en R. Willemijns (red.), Sociolinguistiek en Ideologie (door Herman Giesbers); Willy Weydema, Simon Dik, Margo Oehlen, Clara Dubber, Akke de Blauw, Strukturen in verbale interaktie; strategieën van sprekers en hoorders in het taalgebruik (door Dick Springorum); D. Geeraerts en G. Janssens, Wegwijs in woordenboeken; een kritisch overzicht van de lexicografie van het Neder- | |
| |
lands (door G.R.W. Dibbets); T. Pollmann, Woorden, klanken, zinnen, talen; een inleiding in de taalkunde (door M. Klein).
| |
nr. 2/3
Kees de Bot en Roeland van Hout bespreken Enkele methodologische kernpunten in taalkundig onderzoek. - Jan van Bakel geeft een uiteenzetting over de Methodologie van de computerlinguistiek. - Paul Eling vraagt aandacht voor Neurolinguistiek: hoe. en waarom? - B. Remmo Hamel plaatst in Cognitieve structuren: taalkundige en methodologische overwegingen bij een longitudinaal onderzoek. - ‘Waar kan dat nu vandaan komen, denkt U?’ Methodologische overwegingen bij een analyse van een fragment uit een spreekuurgesprek, is het motto van een artikel van Paul ten Have. - Cor Hoppenbrouwers buigt zich over Verandering in ongelijksoortige lecten. - Margreet S. van Ierland vraagt zich af: Loont tellen in taal? Een pleidooi voor meer kwantitatieve taalkunde vanuit taalverwervingsonderzoek. - Kees Knops stelt Meet- en manipulatietechnieken in taalattitude-onderzoek centraal. - Jan Koster gaat in op De onsemiotisering van het wereldbeeld. - L.G.N. Noordeman informeert de lezer over Psychologische methoden van onderzoek over het begrijpen van taal. - Toni Rietveld maakt onder de noemer: Sterren in de variantie-analyse een notitie m.b.t. de betekenis van het signifikantieniveau. - Jan Sturm tenslotte plaatst Enkele methodologische opmerkingen bij taalonderzoek ten dienste van onderzoek van het (moedertaal)onderwijs.
| |
Leuvense bijdragen 72 (1983), nr. 4
Johan van der Auwerda doet in ‘Misschien?’ een onderzoek naar het gebruik van ‘misschien’ in vragen, zowel in beslissingsvragen als in vraagwoordvragen. - A. Sassen onderneemt een poging tot De verklaring van de uitdrukking: ‘iemand een loer draaien’. Boekbesprekingen o.a.: T. Scholten, A. Evers en M. Klein, Inleiding in de transformationeel-generatieve taaltheorie (door F.G. Droste); F.H. van Eemeren en R. Grootendorst, Regels voor redelijke discussies (door Dick Springorum).
| |
Literatuur 1984, nr. 1
‘Literatuur is een nieuw tijdschrift over Nederlandse letterkunde. Het richt zich tot lezers (...) die behoefte hebben aan iets dat leesbaar is zonder oppervlakkig te zijn, en wetenschappelijk verantwoord zonder academische zwaarwichtigheid.’ Het tijdschrift ‘wil een beeld geven van het veelvormige letterkundige onderzoek aan de universiteiten van Noord en Zuid’, hoofdzakelijk d.m.v. ‘bijdragen waarin wordt getracht de Nederlandse literatuur in een breder cultuurhistorisch kader te plaatsen’, en zal tweemaandelijks verschijnen met zes à zeven artikelen en een journalistieke afdeling (recensies en nieuws) in elk nummer. Aldus het redactionele Ter inleiding.
In deze eerste aflevering onderneemt Ton Anbeek een speurtocht naar Existentialisme in de Nederlandse literatuur. - David Brumble III doet ons in Bredero in Texas verslag van zijn vertaling en de opvoering van De Spaanschen Brabander. - In Lyriek is de moeder der politiek belicht Harry Scholten de opvattingen over poëzie en maatschappelijk engagement in de dichtersbeweging der Vijftigers. - Petronella Johanna de Timmerman (1724-1786), een vrouw van de Verlichting is de titel van de bijdrage van
| |
| |
P.J. Buijnsters. - In ‘Rubber’, een bestseller uit de jaren dertig wijst J. Goedegebuure op Rudy Kousbroeks gebrek aan documentatie bij de beoordeling van de zgn. Forum-stijl omstreeks 1931 en adviseert ter oriëntatie Hans Antens studie Van realisme naar zakelijkheid. - F.P. van Oostrom onderzoekt in Reinaert bij de NSB de inhoud en achtergronden van de in 1941 verschenen antisemitische Reinaert-bewerking van Robert van Genechten. - P.H. Schrijvers schrijft Over de dromer Martinus Nijhoff. - In de rubriek ‘Recensies’ o.a. besprekingen van een Nieuwe Reinaert-editie (door F.P. van Oostrom), Hoofse minne en prentkunst (door Piet J.A. Franssen), Nederlandse emblemata, ed. P.J. Meertens (door Willemien B. de Vries) en W.H.M. Smulders' De literaire misleiding in De donkere kamer van Damokles (door Frans A. Janssen). In de ‘Nieuws’-rubriek tenslotte meldt H.T.M. van Vliet dat sinds 1 juni van het vorig jaar een Bureau Basisvoorziening tekstedities in het leven is geroepen, dat ‘een initiërende, stimulerende en ondersteunende rol (zal) moeten gaan spelen op het gebied van de voorbereiding en de publikatie van (wetenschappelijke) tekstedities, in het bijzonder van de Nederlandse letterkunde’.
| |
Maatstaf 31 (1983), nr. 8
Hierin een bijdrage van Antoine Bodar over Het verliteratuurde leven van André Jolles. - In zijn Ceterum censeo bespreekt Rob Schouten poëzie van Cees van Hoore, Robert Anker en Wiel Kusters. - Na analyse typeert Harry Bekkering Nootebooms Rituelen (als) een ongewoon rijk boek.
nr. 9
Onder de titel Jongleren voor de Moeder Gods informeert Peter J.A. Nissen ons over de voorgeschiedenis van een verhaal van Gerard Reve. - Rob Schoutens Ceterum censeo heeft aandacht voor de jongste poëzie van Jos Kunst, Jules Deelder en Theo van Baaren, waarna Ton van Deel uitvoerig ingaat op de poëzie van Rob Schouten.
| |
Naamkunde 15 (1983), nr. 1/4
Deze komplete jaargang in één aflevering opent met een bijdrage van P. Kempeneers, getiteld: Hydronymie van het Dijle- en Netebekken. - H.T.J. Miedema bespreekt achtereenvolgens de toponiemen ‘Hokwerd’ en ‘Oldehove’ in Friesland en De Friese plaatsnamen ‘Akkrum’, ‘Akmarijp’, ‘Snikzwaag’ en ‘Akkerwoude’. - J.A. Coldewey doet een naspeuring naar Niet onderkende vermeldingen van Malsen in de Tielerwaard. - J.M. Bos onderzoekt Veldnamen in verband met de nederzettingsgeschiedenis van Waterland (N.H.). - F. Claes beziet Familieleden afgeleid van toponiemen uit de streek van Diest en Toponiemen met ‘gene’ in de streek van Diest. - J. Devleeschhouwer beschrijft Het ontstaan der Nederlands-Franse taalgrens (II). Boekbesprekingen o.a.: M. Bakker, Topomomy fan Akkrum en Nes (door H.T.J. Miedema) en-R. van Passen, Geschiedenis van Wilrijk (door C. Marynissen).
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 36 (1983), nr. 4
In Een vermeende vriendschap; Van Ostaijen versus Du Perron kenschetst Hedwig Speliers hun relatie als ‘een vriendschap van het misverstand’. - Ding en theorie is de titel van een opstel over kunstwerk, kunst en filosofie n.a.v. Theodor W. Adorno's Ästhetische Theorie, geschreven door Boris Dagoelash. - Voorts de Huidetoespraak
| |
| |
Arkprijs 1983, gehouden door Marc Galle, gevolgd door het Dankwoord van de prijswinnaar Bert van Hoorick. - De rubriek ‘Kronieken’ opent met een bespreking van Bert van Hooricks In tegenstroom; herinneringen 1919-1956, door Pol Hoste. Ron Elshout belicht in Dichter tegen de tijd en de zwaartekracht Rein Bloems jongste bundel Van de aarde en Annemarie Musschoot heeft aandacht voor het werk van Hans de Greve. Bert Schierbeeks bundel Binnenwerk wordt onder de loep genomen door Hugo Bousset en in Het vernieuwende Vlaamse proza in kaart gebracht bespreekt Paul van Suetendael J.J. Wesselo's Vlaamse wegen.
| |
Ons geestelijk erf 57 (1983), nr. 4
opent met het derde hoofdstuk van De gelukz. Ida de Lewis (...), door A. Steenwegen. - J.M. Willeumier-Schalij belicht de Profetie en verlossing in Jan van Meerhouts Passie-mozaiek. - Was Machtild of Hackeborn's Book of Goslye Grase translated from Middle Dutch? is de vraag die M.G. Sargent en V. Gillespie trachten te beantwoorden. - Tenslotte geven J.W. Ten-Doesschate en R.J.C.M. Vlems een aanzet tot een reconstructie van Het boekenbezit der Zutphense kloosters.
| |
Onze taal 53 (1984), nr. 1
In deze aflevering o.a. bijdragen van J. Renkema, Het jaar van Orwell. Bestaat nieuwspraak? en van E.J. van der Spek, Guépins pleidooi voor de retorica. - J. Renkema vergelijkt Spoorboekjes 1949 en 1983 en presenteert een Mode-ABC 1983. - Verder een boekbespreking van: J.P. Guépin, De Beschaving.
| |
De revisor 10 (1983), nr. 6
Deze aflevering heeft Literatuur en gnosis tot thema en bevat naast.Een inleiding en Een gesprek met Harry Mulisch, beide door Piet Meeuse, onder meer een bijdrage van Ferd Drijkoningen over de Esoterische aspecten van het surrealistische wereldbeeld. - M. Klein sluit het nummer af met Het verborgen leven van Cecile van Even, een theosofische interpretatie van Couperus' Extaze.
| |
Spektator 13 (1983/'84), nr. 3
Mede n.a.v. Oversteegens Besprekingen en Kruithofs Tussenspraak komt Jan van Luxemburg m.b.t. de interpretatie van literaire werken tot de bevinding: De interpretatie jubileert. - Jan Koster traceert Subjectsporen in het Nederlands. - Piet J.A. Franssen vraagt aandacht voor Dat Bedroch der Vrouwen, een onderzoek naar de functie van een 16e-eeuwse verhalenbundel II. - R. van Bezooijen geeft Een vergelijkende stemkwaliteitsbeschrijving van vier groepen Amsterdammers. - R.P. Botha presenteert A red cardfor Sies de Haan and Els Elffers, dit n.a.v. hun kommentaar op zijn Inleiding tot generatief taalonderzoek: Een methodologisch handboek. - Els Elffers en Sies de Haan dienen hem van repliek in De taalkundige als methodoloog.
Een reactie op R.P. Botha: A red card for Sies de Haan and Els Elffers.
Boekbesprekingen: F.P. van Oostrom, Reinaert Primair. Over het geïntendeerde publiek en de oorspronkelijke functie van Vanden Vos Reinaerde (door F. Lulofs); P.J. Verkruijsse, Matthaeus Smallegange (1624-1710): Zeeuws historicus, genealoog en vertaler. Descriptieve persoonsbibliografie. Met een verantwoording van de gevolgde methode van partiële interne collatie (door Frans A. Janssen).
| |
| |
| |
Standpunte 36 (1983), nr. 6
Hennie Aucamp onderzoekt Poësie in die verbygaan: posters en graffiti. - In Slotsom oor',n Eybersgedig? maakt Ia van Zyl duidelijk dat ‘die laatste woord in hierdie gesprek nog nie gespreek is nie’ (vgl. Standpunte 34/6 en 35/6). - Peter Louw belicht de motieven Sirkel en reghoek in die gedig ‘Creatie’ van Gerrit Achterberg. -Truida Lijphart plaatst enige Kanttekeninge by T.T. Cloete: ‘Literêre geskiedskrywing’. -E.C. Britz noteert zijn Indrukke van ‘Hulsels van kristal’, de huldigingsbundel voor Ernst van Heerden. - Met 'n Interpretasiemodel (voor) politieke poësie sluit Albert Zandvoort het nummer af.
| |
Taal en tongval 35 (1983), nr. 3/4
A. Weijnen staat stil Bij het verschijnen van het W.L.D. (Woordenboek van de Limburgse Dialecten). - Kas Deprez, Georges de Schutter en Rudi de Remiens stellen Stadsantwerps vs. Plattelandsantwerps. Een tweede attitude-onderzoek in Antwerpen. - Lut Keymeulen ondezoekt de Konditionering en implikaties van de mouillering in het Hofstaads (059). - F. Debrabandere gaat de herkomst van het Westvlaams ‘Kerpenten’ na, een werkwoord dat zeuren, zaniken, klagen e.d. betekent. - De vraag: Is De Keyn een tweetalige naam? wordt door F.K.M. Mars ontkennend beantwoord.
Boekbespreking o.a.: Einar Haugen, J. Derrick Mc Clure en Derick Thomson, Language Today (door Geert van der Meer); L. de Wachter, Spaans in de spreektaal van de Sinjoor. Gebundelde overdrukken van de artikelenreeks ‘Op zoek naar sporen van het Spaans doorheen onze spreektalen, inzonderheid in die van de Sinjoor’ (door Yvette Stoops); J. Molemans m.m.v.J. Meertens, Zonhoven. Historischnaamkundige studie (door L. van Durme); Martin Vanhaesebroeck, Toponymie van Deinze 1100-1600 (door C. Tavernier-Vereecken); Jozef van Loon, Bijdrage tot de morfeemgeschiedenis en geografie der Nederlandse Toenamen (door C. Taveniers-Vereecken); Leo Wintgens, Grundlagen der Sprachgeschichte im Bereich des Sprachlandschaft zwischen Maas und Rhein (door J. Goossens).
| |
Taalkundig bulletin 13 (1983), nr. 4
Jan Jullens schrijft Over telwoorden en congruentie. - Siemon Reker onderzoekt De fonologische status van de glottisslag. - A. Sassen vergelijkt Transitieve adjectieven in het Nederlands.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 99 (1983), nr. 4
J. Bosch geeft een analyse en interpretatie van Bilderdijks kleine leerdicht ‘De Taal’ van 1822. - P. Kralt doet hetzelfde Naar aanleiding van ‘Antiek toerisme’ van Louis Couperus. - B.C. Damsteegt stelt Simon Stevin en de ‘Thesaurus’ van Plantijn centraal. Willemien B. de Vries beziet Westerbaen met het oog op ‘Hofwijck’. Nogmaals Hofwijck, r. 25-26 en ‘Aenden Leser; voor de Bijschriften’, r. 5 e.v. - Op een eerder verschenen artikel van Geeraerts reageert F. de Tollenaere met: Nogmaals ‘Lexicografie en linguïstiek. Het probleem der woordbetekenis’, Reichling gerehabiliteerd?
Boekbeoordelingen: P. van der Vliet, Wolff & Deken's Brieven van Abraham Blankaart. Een bijdrage tot de kennis van de Reformatorische Verlichting (door W. Stoker); Het zal koud zijn in 't water als 't vriest. Zestiende-eeuwse parodieën op gedrukte
| |
| |
jaarvoorspellingen. Tekstuitgave met inleiding en commentaar door Hinke van Kampen, Herman Pleij, Bob Stumpel, Annebel Venmans en Paul Vriesema (door W. Wa-terschoot).
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 5 (1983), nr. 4
Onder het motto: ‘Hoe meer, hoe beter?’, gaat B. Meuffels na, onder welke voorwaarden het betrekken van méér beoordelaars de betrouwbaarheid van de opstelbeoordeling verhoogt. -H.H. Tillema geeft in Diagnose van kennisstructuren bij leerlingen aan, hoe kennisstrukturen veranderen tijdens de bestudering van een tekst. - M. Vincent van Mechelen inventariseert De normen en waarden van spellingssystemen. - J. Renkema doet een Onderzoek naar woordenrijkdom. Taalstatistische analyse via een microcomputer. - J. Vos presenteert in Descriptief onderzoek naar heuristische schrijfstrategieën een samenvatting van de resultaten van theoretisch-deskriptief onderzoek naar de wijze waarop de macrostruktuur van een bepaald type teksten tot stand komt. - Renate Bartsch en Hilda Nobach geven een boekbeoordeling van: Marie Agnes van Rees, Illocutionaire Strekking; Betekenis en Regels voor Gesprekken. Van de hand van R. Grootendorst tenslotte een Bibliografie argumentatietheorie 1982.
| |
Werkgroep 18e eeuw. Documentatieblad 1983, nr. 59-60
Dit dubbelnummer is geheel gewijd aan de oprichting, beginjaren en achtergrondsituatie van ‘een van de vele genootschappen: de Maatschappij van Verdiensten ter spreuke voerende “Felix Meritis”, opgericht te Amsterdam in 1777’.
| |
Werkgroep 19e eeuw, Documentatieblad 7 (1983), nr. 4
opent met een bijdrage van A. de Jonge en W.W. Mijnhardt over Het genootschapsonderzoek in Nederland. - Evert Wiskerke en Marita Mathijsen publiceren het vierde deel van de Bibliografie literaire tijdschriften (...) 1830-1839.
R.W.W.M.v.d. DRIFT
W. MERLIJN
|
|