| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 10 (1982), nr. 95.
In dit april-nummer opent Jaap T. Harskamp, die onder de titel Schelden en scheppen de correspondentie van Gustave Flaubert onder de loep neemt. - Anton Constandse toont ons Henrik Ibsen als verkondiger van een nieuwe cultuur. - Eva E. Abraham-Van der Mark vraagt aandacht voor Jean Rhys, de buitenstaander. - Theo Wilton van Reede en Arjan Onderdenwijngaard schrijven over Literatuur en repressie in Indonesië. Over het verzinnen van een schrijver is de titel van een bijdrage van Wiel Kusters. - Eddy van Vliet wijdt in Recht op antwoord een artikel aan het leven en werk van Roger van de Velde. - Tenslotte gaat Tom Baudoin nader in op kinderliteratuur en de ‘kinderblik’ in zijn artikel De kinderblik van Reiner Zimnik.
| |
Dietsche warande & Belfort 127 (1982), nr. 4
opent met een In memoriam Louis Roppe, door Johan Fleerackers. - Albert Westerlinck concentreert zich op Goethe en zijn drang naar ruimte. - In de rubriek ‘Kroniek’ bespreekt André Demedts Noordnederlandse romans, en wel De verschrikkingen van het noorden, van Andreas Burnier, De helm van aarde van Wim Hazeu en Niet meer bang zijn van Adriaan van der Veen. Marcel Janssens onderzoekt de Fantastiek bij Maurice D'Haese, Stefaan Evenepoel bekijkt De verzamelde gedichten van Jotie T'Hooft van nabij en Koen Vermeiren schrijft over De taal-spelen van Gust Gils.
| |
Dokumentaal 11 (1982), nr. 1:
Dit nummer bevat o.a. een Inventarisatie van lopend onderzoek aan het Instituut De Vooys van de Rijksuniversiteit te Utrecht.
| |
Dutch crossing 1872, nr. 6
Dit maart-nummer opent met een mededeling van de redactie, waarin een ieder wordt uitgenodigd om mee te dingen naar ‘a book prize for the best English translation of any poem by Elsschot.’ - Voorts een bijdrage van M.C. van den Toorn over Dutch second-person pronouns. - Willem Frederik Hermans: an English sampler is de titel van een artikel van Paul Vincent. - In Intimations of universal life wijst Theodor Weevers op frappante overeenkomsten in het werk van twee auteurs die elkaar(s werk) zeker niet gekend hebben: de Amerikaanse Willa Cather en Albert Verwey. - Reagerend op de artikelen van R. Vanderauwera en van A. Lefevere (Dutch crossing 1981, nr. 15) schrijft William Woods over Translation as a source-accommodating activity.
Als bijlage bij deze aflevering fungeert Signalement van boeken gedrukt in de Nederlanden en van Nederlandstalige boeken voor 1800 in de Dutch Church Library door Karel Bostoen, een boekje van 54 blz., waarin 325 titels zijn verwerkt. Een register op personen en op drukkers en boekverkopers maakt het materiaal toegankelijk.
| |
De gids 145 (1982), nr. 3/4
Dit dubbelnummer opent met een kort bericht van Harry Mulisch over de veranderingen binnen de redactie. - A.B. Lapian schrijft over. De V.O.C. in de contemporaine Indonesische literatuur. - Een uitvoerig opstel Over onzichtbare opvoeding in het onderwijs is van de hand van A.M.J. de Keijzer. - In de rubriek ‘Kroniek & kritiek’ geeft Aleid Truijens onder de titel Chaos en harmonie: twee romandebuten een korte analyse
| |
| |
van Hölderlins toren (van Kester Freriks) en Positieve helden (van Thomas Graftdijk) en tracht aldus een antwoord te vinden op de vraag waarom de twee romans vrijwel onopgemerkt gebleven zijn.
| |
Interdisciplinair tijdschrift voor taal- en tekstwetenschap 2 (1982), nr, 2:
Het eerste themanummer van dit tijdschrift gaat over conversatieanalyse. Paul ten Have schrijft in Sociologische gespreksanalyse over de rol van de etnomethodologische richting. - In het artikel van Hanneke Houtkoop en Harrie Mazeland Beurtwisseling en grotere gesprekseenheden wordt aan de hand van een transcriptie van één lang informeel gesprek onderzocht hoe het beurtwisselingsmodel van Harvey Sacks, Emanuel Schegloff en Gail Jefferson aangevuld moet worden om de manieren waarop gespreksdeelnemers rekening houden met langere gesprekseenheden als verhalen te verdisconteren. - Dick Springorum en Jan Hardeveld besteden in hun bijdrage Van verhaal naar context: reacties op verhalen van cliënten in institutionele gesprekken aandacht aan de reakties op verhalen die de formele gang van zaken in een institutioneel gesprek min of meer bedreigen. - Situaties waarin niet-deelnemers aan sollicitatie-gesprekken interrumperen worden door Martha Komter in Indringers belicht.
| |
Levende talen nr. 372:
Marijke Barend beziet Historische teksten in de klas, terwijl Kees de Bot zich afvraagt: Hoe relevant is neurolinguistisch onderzoek voor het talenonderwijs? Verder o.a. een boekbespreking van: Jan Uyttendaele, Cursorisch lezen; poëzie is amusement, een poëziewerkschrift voor de middelste klassen van middelbaar, technisch en vernieuwd secundair onderwijs (door Remco Ekkers).
| |
Maatstaf 30 (1982), nr. 4
opent met een bijdrage van F.L. Bastet over Ouida en Louis Couperus. - Martien Kappers-den Hollander schrijft over Jean Rhys and the Dutch Connection. - E.B. de Bruyn wijst in De homofilie bij Martialis op het gevaar, dat subjectieve factoren vertalingen kunnen beïnvloeden. - In zijn Ceterum censeo bespreekt Rob Schouten het jongste werk van Wiel Kusters, Martin Veltman, Leo Vroman en Wijnand Steemers.
| |
The modern language review 77 (1982), nr, 2:
Deze aflevering bevat o.a. een bijdrage van David Blamires met Reflections on some recent ‘Ulenspiegel’ studies.
| |
Moer 1982, nr. 2
is een thema-nummer over Intercultureel onderwijs en bevat een twaalftal bijdragen hierover. ‘De verschillende auteurs in dit nummer gaan in de eerste plaats in op de inhoud van het onderwijs aan allochtone en autochtone leerlingen en de consequenties voor de school als geheel’, aldus de inleiding van de redactie.
nr. 3
Hierin geeft Cees Tahey suggesties voor het werken met strips in het moedertaalonderwijs aan de hand van een aantal concrete lesideeën. - Sjaak Kroon en Ridi Liebrand laten een aantal mogelijkheden zien voor lessen over taalvariatie. - Reagerend op een ar- | |
| |
tikel van Bernard Schut schrijft Jan Griffioen over Autonomie en Normale functionaliteit. - Tenslotte geeft Kees Sluis kritisch commentaar op twee ACLO-M-publikaties.
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 35 (1982)m nr. 2
Dit nummer bevat o.m. een artikel van Octavio Paz, getiteld: Vertalen: letterkunde en letterlijkheid. - Opmerkelijk is de bijdrage van Georges Adé met diens Van het stadhuis naar de maagden. - In de ‘Kronieken’ bespreekt J.J. Wesselo onder de titel Schijn en wezen (2) Cees Nootebooms Een lied van schijn en wezen, Een eilandje van pijn van W.G. van Maanen en Ansichten uit Amerika van Willem Brakman. Hugo Bousset schrijft over Het bewegen van het hoge gras op de top van de heuvel van Claude van de Berge, Ronald Soetaert belicht Bezonken Rood van Jeroen Brouwers en Georges Wildemeersch maakt kritische kanttekeningen bij de bloemlezing De Nieuwe Romantiek (ingeleid door Guy van Hoof). Koen Vermeiren bespreekt Wolkers' Brandende liefde en Anne Marie Musschoot vraagt zich af: ‘Is Tantes (1924) Cyriel Buysses meesterwerk?’. Hans van de Waarsenburg blijft, na lezing van de Literaire documenten van en over Theun de Vries, nog met veel witte plekken en vraagtekens zitten. Als reactie op een vernietigende recensie schrijft Joris Denoo Een stille brief aan Alstein.
| |
Ons erfdeel 25 (1982), nr. 2:
In Renaissance van de retorica. Het vak taalbeheersing als nieuw onderdeel van de neerlandistiek geeft Antoine Braet een overzicht van de stand van zaken van het vak taalbeheersing aan de Nederlandse universiteiten. - Onder het motto: Laten wij de tederheid dan veinzen vraagt Hugo Brems aandacht voor de poëzie van Luuk Gruwez. - Wim Rutgers beziet in Edgar Cairo als Taalman: van Srananman tot Eurocreool? het steeds in diens werk terugkerende thema van de Surinaamse taalsituatie in verband met de kulturele identiteit. - J.H.W. Veenstra tenslotte gaat Marsmans ups en downs na.
| |
Onze taal 51 (1982), nr. 4:
W.B. Rombouts neemt Enkele voorbeelden van interlinguistiek onder de loupe. - Wat heeft Frida Balk tegen de VON?, vragen Peter Dekkers en Willem Mooijman zich af, daarmee reagerend op een artikel van haar hand in het januarinummer. - G. de Wit stelt Nogmaals: Supervisant aan de orde. - In Nederlands in den vreemde 6. Oost, west ... vraagt J. Stroop ditmaal aandacht voor de rol van het Nederlands op het taalgebruik van Australische emigranten. - F.K.M. Mars gaat in Duimt u of duimt u niet? de herkomst van de uitdrukking ‘duimen voor iets’ na. - In de rubriek Van Woord tot Woord bespreekt Marlies Philippa het woord Lommerd.
nr. 5
Over het vertalen binnen EG-verband gaat Vertalen voor Europa van H. Cohen. - Th.M. de Jongh staat stil bij Klemtoonregel en klemtoonteken. - M. Baeyens plaatst kanttekeningen bij de z.i. foute titel van de ‘Lijst van Landennamen’. - Van Woord tot Woord van Marlies Philippa tenslotte behandelt het woord Inseinen.
| |
De revisor 9 (1982), nr. 2
In dit nummer schrijft Martien Kappers-den Hollander ter inleiding een korte bijdrage over de contacten tussen Jean Rhys en Jan van Houts, waarna van beiden een kort ver- | |
| |
haal is opgenomen. - Jan Bervoets wijdt een artikel aan Alexander Ver Huell en zijn fantastische verhaal 'No. 470, Hoogewoerd. - Frans van Dooren richt zijn aandacht op de Nobelprijswinnaar voor Literatuur 1974, de Italiaan Eugenio Montale en vertaalde Vijf gedachten uit: Ossi di Seppia. - In het tweede deel van de reeks Poëzie en beeldende kunst houdt T. van Deel zich bezig met Vaas-gedichten en geeft een Aanvulling op ‘Poëzie en beeldenden kunst (I)’. - W.A.M, de Moor geeft ons alvast twee fragmenten uit een biografie Over J. van Oudshoorn die in september 1982 zal verschijnen. -Robert Anker geeft in Op zoek naar de olifant het tweede deel van het drieluik over poëzie. - Na een korte inleiding Over George Steiner door W. Bronzwaer en Maarten van Buuren volgt een vertaling van Steiners Whorf, Chomsky and the student of literature. - R.L.K. Fokkema sluit het nummer af met een artikel over De editie van de poëzie van A. Roland Holst.
| |
Spektator 11 (1982/'82), nr. 5:
H.F.A. van der Lubbe schrijft Over echte en schijnbare partitieve woordgroepen, waarin hij een aantal beschouwingen en konklusies geeft naar aanleiding van het eerder verschenen artikel van Klein over De interne structuur van partitieve constructies. - Onder de titel: Mensen die het schip ingaan gaat F.J.H. de Bree in op: H. Pleij, Het gilde van de Blauwe Schuil. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen. - H. Duits presenteert zijn tweede artikel in de reeks: ‘De Moordt schuilt onder bruiloftskleên’, twee spelen over de Parijse bloedbruiloft en de politieke actualiteit in het midden van de zeventiende eeuw. - Willem J. van der Paardt reageert in Intersubjectiviteit inzake waardeoordelen op een eerder verschenen bijdrage van Jettie Schaap (10/4). - G.C. Kuiper bespreekt in Grotius' poëzie verzameld: Hugo Grotius, De Dichtwerken (...) Vert. en toegel, door B.L. Meulenbroek, m.m.v. (...) A.C. Eyffinger.
Boekbesprekingen o.a. van: A. Hagen, Standaardtaal en dialectsprekende kinderen. Een studie over monitoring van taalgebruik (door René Appel); G.A.T. Koefoed en J. van Marle, Aspecten van taalverandering; een verzameling inleidende artikelen (door Henk Bloemhoff en Cor Hoppenbrouwers); M.C. van den Toorn, Nederlandse grammatica. Zevende herziene druk (door G.E. Booij); L.E. Wirth-van Wijk, Uit en rondom de Spreeckonst van Petrus Montanus (1635) (door E. Ruijsendaal); G.E. Booij, J.G. Kerstens en H.J. Verkuyl, Lexicon van de taalwetenschap. Tweede, geheel herziene druk (door T. van Haaften); J.M. van der Horst, Kleine Middelnederlandse Syntaxis (door Jo Heymans); J. Terwan en C. van de Weteringh, Van inleiding tot samenvatting; een leidraad voor het schrijven van technische en natuurwetenschappelijke rapporten. Vierde, gewijzigde druk (door J.H. Maureau); Francis Bulhof, Over ‘Het land van herkomst’ van E. du Perron (door Ph. Noble); J.S. de Ley en B. Luger, Walden in droom en daad. Waldendagboek en notulen van Frederik van Eden e.a. 1898-1903 (door Johan Frieswijk); Siem Bakker en Jan Stassen, Bert Schierbeek en het onbegrensde. Een inleidende studie over de experimentele romans. Met een bibliografie samengesteld door Aldert Walrecht en Aloys van den Berk (door S. Bogman); Jacob Groot, Nieuwe Muziek. Een Herman Gorter-boek (door Enno Endt); J.C. Bloem, Gedichten. Historisch-kritische uitg., verz. door A.L. Sötemann en H.T.M, van Vliet. 2 dln. Dl 1 Teksten; Dl. 2 Apparaat en commentaar (door G.J. van Bork); Arend Jan Bolhuis,
| |
| |
Over ‘De Wandelaar’ van Martinus Nijhoff (door G.J. Vis); Was ik er ooit eerder? Een bundel opstellen aangeboden aan Dr. H.A. Wage bij zijn afscheid van de School voor Taal- en Letterkunde, onder red. van S.A.J. Faassen (door B. Luger); Jacob Campo Weyerman, De Rotterdamsche Hermes. /Fotomechanische herdruk van de 59 afleveringen verschenen tussen 13 sept. 1720 en 4 sept. 1721/. Ingel. door Adèle Nieuweboer (door Peter Altena); S.F. Witstein, Een wett-steen vande ieught. Verzamelde artikelen, bijeengebracht door Ton Harmsen en Ellen Krol. Met een inl. van E.K. Grootes (door Mieke B. Smits-Veldt); G.A. Bredero, Schyn-heyligh. Ingeleid en toegelicht door E.K. Grootes. Met de tekst van P.C. Hoofts Schijnheiligh; (door P.J. Verkruysse); Jacob van Maerlant, ‘Historie vanden grale’ und ‘Boek van Merline’. Nach der Steinfurter Handschrift herausgegeven von Timothy Sodmann (door W. Kuiper).
| |
Standpunte 35 (1982), nr. 2
Hierin o.m. een artikel van L. Renders, getiteld: Tuisgemaak: knutselwerk of kwaliteit?, waarin hij enige kritische kanttekeningen maakt bij de reeks ‘Literatuur van die Lae Lande’. - Met de vraag: De aarde is het paradijs? begint H.P. van Coller zijn analyse van het gedicht ‘Werelddeel’ van Lucebert. - In Op die grense van die drama belicht P.J. Conradie dramatisch werk van Hennie Aucamp. - Tenslotte bespreekt Ia van Zyl Een bruid in de morgen van Hugo Claus.
| |
Taal en tongval 33 (1981), nr. 1/2
Bij de aankondiging van dit huidenummer voor Prof. V.F. Vanacker in NTg 75 (1982), p. 288 is helaas een bijdrage uit de opsomming weggevallen, te weten de sociolinguistische studie van R. Willemijns, ‘Attitude en gedrag: de (soms) verhullende rol van cijfers’.
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 4 (1982), nr. 2:
M.G.M. Elling doet in Beschrijving van tekststructuur als uitgangspunt voor begrijpen, samenvatten en onthouden een vergelijkend onderzoek naar de bruikbaarheid van de modellen van Drop, Meijer en Van Dijk. - Drop dient hem uitgebreid van repliek, onder de kop: Dwarsverbindingen - Waarin?- Ad Welschen verdiept zich in Formuleer vaardigheid en de cognitieve balans bij het schrijven - Ed Tan overziet Struktuur en kognitie in de theaterwetenschap; de plaats van de receptie-theoretische benadering. Daarnaast nog een kort referaat van M. Bruynzeels en P.J. Schellens over Grammatica-onderwijs als zinsbouwonderwijs; een boekbeoordeling van: G.J. Westhoff, Voorspellend lezen. Een didaktische benadering van de leesvaardigheidstraining in het moderne vreemdetalenonderwijs (door Paul Looymans); en van de hand van A. Truijens een Bibliografie ‘Schrijven’ 1965-1980 (2).
| |
Tirade 26 (1982), nr. 276/277
Ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag is dit dubbelnummer geheel gewijd aan de schrijver Nescio. Het is - blijkens de inleiding - verzorgd door Lieneke Frerichs, die uit de nalatenschap een aantal teksten koos, die door Grönloh rond 1900, resp. rond 1950 zijn geschreven.
| |
| |
| |
Werkgroep 19e eeuw. Documentatieblad 6 (1982), nr. 1
In dit nummer geeft Kees Thomassen een Overzicht van titels van boeken over negentiende-eeuwse Nederlandse en Vlaamse onderwerpen, voorkomende in Brinkman's cumulatieve catalogus van boeken voor 1980. - Bij de ‘Aankondigingen en mededelingen’ bericht W. van den Berg, dat een interuniversitaire werkgroep voorstellen heeft gedaan ‘om te komen tot een bibliografie van het oorspronkelijk-Nederlandse en in het Nederlands vertaalde fictionele narratieve proza uit de periode 1670-1830.’
nr. 2
opent met een opstel van Olf Praamstra over De voorlezingen van Busken Huet in de winter van 1860-61. - Pieter R.D. Stokvis geeft Some American views of The Netherlands during the nineteenth century.
| |
Wetenschappelijke tijdingen 4 (1982), nr. 1:
Frank Peeters biedt in Jef Goossenaerts en het Vlaamse volkstoneel een propedeuse van theaterhistoriografie.
r.w.w.m.v.d. drift
w. merlijn
|
|