| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 10 (1982), nr. 91
Dit nummer, grotendeels gewijd aan de schrijfster Hella S. Haasse, opent met een bijdrage van Hella Alofs over haar leven en werk. Hierna volgt een artikel van Margaretha Ferguson: Hella, Indië, Indonesië en ik. Johan Diepstraten heeft een gesprek met de schrijfster, dat als titel kreeg: De ‘gewaarwording van verleden’ is voor mij iets onmisbaars. In Elckerlyc in Kleio's kleed schrijft Chris van der Heyden vooral over Hella Haasses historische romans. Charles Vergeer belicht Mme de Merteuil en Angenies Brandenburg noemt Hella Haasse ‘gewoon’ een klassieke vrouwelijke schrijver. Tussen zelfportret en legkaart is de titel van Hanneke van Buurens onderzoek naar het thema ‘creativiteit’ in De verborgen bron en De ingewijden. Anne Marie Musschoot maakt in De roman als spiegelstructuur notities bij de lectuur van Huurders en onderhuurders. Met een bibliografie sluit Aloys van den Berk het thema af.
Charles Vergeer vervolgt in Brieven van A. Roland Holst II diens briefwisseling met Arthur (en Annie) van Schendel (vgl. Bzzlletin 89).
nr. 92.
Dit januarinummer kan met recht een ‘Sprookjesnummer’ genoemd worden: het bevat maar liefst 23 bijdragen over dit thema.
| |
Dietsche warande & Belfort 126 (1981), nr. 10
opent met Paul Snoeks Gedicht om de dag te beginnen, gevolgd door een Adieu Paul Snoek van Albert Westerlinck. - Luc Lambrechts schrijft in Fictie en engagement (over) de romans van Günter Grass. - In de rubriek ‘Kroniek’ bespreekt Philip Vermoortel Tweemaal Hermans, nl. Homme's hoest (1980) en Uit talloos veel miljoenen (1981), besteedt Koen Vermeiren aandacht aan de Verhalen van Piet Valkman en lijkt Maurits Engelborghs gevonden te hebben waarnaar hij heeft Gezocht: George Orwell.
| |
Dietsche warande & Belfort 127 (1982), nr. 1
Hierin o.a. de tekst van een lezing van Marcel Janssens over de vraag waarom diverse Nederlandstalige schrijvers en schrijfsters Nog altijd geen Nobelprijs hebben gekregen. - In de rubriek ‘Kroniek’ bespreekt Rudolf van de Perre Blauwdruk voor een vriendschap van Aleidis Dierick en Ademhalen van Jan Veulemans. Het werk van Enige Vlaamse vertellers wordt belicht door Fons Vandergraesen en in Het geleverde bewijs ziet Guido Geerts De nieuwe streef lijst woordenschat voor 6-jarigen (...) als een mislukte poging tot integratie.
| |
Dokumentaal 10 (1982), nr. 4
Deze aflevering bevat ò.a. recensies van A.J.M. Broos, Lijst van Boek- en plaatwerken uitgegeven door of in samenwerking met Johannes Allart (door B. Dongelmans) en: Der Vrouwen Natuere ende Complexie [...]. Een Volksboek naar de Utrechtse druk van Jan Berntz. van omstreeks 1538, bez. en ingel. door W.L. Braekman (door P.C.A. Vriesema).
| |
| |
| |
Forum der Letteren 22 (1981), nr. 4
H. Hillenaar gaat het verband tussen Literatuur en psychoanalyse in Frankrijk na. - V.J.J.P. van Heuven en J.W. de Vries bezien in Begrijpelijkheid van buitenlanders: de rol vanfonische versus niet-fonische factoren. - J.A. Dautzenberg bespreekt de relatie tussen Vertelruimte en fysische tijd in de literatuur.
Boekbesprekingen o.a. van Ger J. de Haan, Conditions on rules. The proper balance between syntax andsemantks (door Th. van den Hoek); Gideon Toury, In Search of a Theory of Translation (door Ria Vanderauwera); Peter V. Zima, Literatuur en maatschappij. Inleiding in de literatuur- en tekstsociologie (door Jeannette den Ouden); en P.D. Juhl, Interpretation (door Elrud Ibsch).
| |
De gids 144 (1981), nr. 9/10
E.M. Barth opent dit dubbelnummer met een onderzoek Naar een praxisgeoriënteerde theorie van het intersubjectief argumenteren. - Carolijn Visser beziet De toekomst van de jeugd. - Over een blauwe en rode diamant is een ‘nerveuze vertelling’ van Jacob Israël de Haan, voorafgegaan door een Inleiding van Rob Delvigne en Leo Ross. - In de rubriek ‘Kroniek en kritiek’ besteedt Aleid Truijens ruime aandacht aan Leon de Winter en zijn werk.
| |
De gids 145 (1982), nr. 1
Dit eerste nummer van 1982 heeft als titel Amsterdam en de wereld van 1632 en bevat een viertal bijdragen over dit thema.
| |
Glot 4 (1982), nr. 2/3
Deze dubbele aflevering bevat de teksten van de lezingen gehouden op de zesde morfologiedag, 24 april 1981 te Groningen.
Jack Hoeksema presenteert Twee theorieën over samenstellende afleidingen. - Michael Moortgat en Harry van der Hulst buigen zich over Geïnterpreteerde morfologie. - Anneke Neijt en Wim Zonneveld onderzoeken De aantrekkingskracht van -baar. - N.F. Streekstra, T. de Graaf en P. Procee informeren de lezer over Syllabegrenzen en fonetische experimentatie. - Deirdre W. Wheeler beziet Morfofonologische alternanties in categoriale fonologie. - Ron van Zonneveld tenslotte geeft een uitgebreid overzicht van Affix-valentie.
| |
Levende talen nr. 367
H. Blok en G. Rijlaarsdam vragen aandacht voor de Beoordeling van schrijfprodukten door leerlingen: evaluatie van de kwaliteit. - Jan Berits schetst De kantoeren van spelling - 83. - Onder de titel Een beoordelingsvoorstel beoordeeld geeft Carel Jansen kommentaar op de eerder gepubliceerde beoordelingsvoorstellen van Gericht-Schrijvenprodukten door Hans van Tuijll en Jan de Zanger. - Verder een bijdrage van Carola van der Voort ‘Door school ik leer goed Nederlands praten en dan ik kan een mooie toekomst bouwen’. Nederlands aan anderstaligen binnen het voortgezet onderwijs.
Een boekbespreking tenslotte van Taalbeheersing als nieuwe retorica, onder redactie van A. Braet (door Jan de Roder).
| |
| |
| |
Maatstaf 29 (1981), nr. 11/12
Met een Kreet uit een kelderwoning opent J.M.A. Biesheuvel deze dubbele aflevering. - Verder poëzie van o.a. Charles B. Timmer, Jan Kal en Peter de Vos en proza van Ger Verrips en Sal Santen. - In zijn Ceterum censeo heeft Rob Schouten oog voor J. van Toorens Oogwenken.
| |
Maatstaf 30 (1982), nr. 1
Hierin naast Jeroen Brouwers' Jacob Hiegentlich. ‘Men liet den Jood niet binnen’, waarmee het nummer opent, o.a. een bijdrage van Joyce & Co over Jacques Laurent. - Rob Schouten bespreekt in Ceterum censeo nieuw werk van Benno Bernard, Marcel Koopman, Toon Tellegen en Oda Blinder. - In Multatuli in het bordeel; daarom en zodoende reageert Eep Francken op de bijdrage van Harry G.M. Prick, die het stuk op zijn beurt weer van een reactie voorziet.
| |
Moer 1982, nr. 1
Deze eerste aflevering van de nieuwe jaargang opent met een artikel van Herman Meddens over het onderwijs in praten en luisteren. - Het derde artikel in de serie over België is geschreven door Dora Smeesters. Zij geeft een overzicht van de ontwikkeling van het Nederlands als schooltaal in Vlaams-België. - Johan Eimers en Sjaak Kroon interviewden Utz Maas over het Duitse onderwijs en noteerden zijn ideeën over verantwoord moedertaalonderwijs. - Chris Rippen schrijft over bloemlezingen in magazinevorm: leeslessen met Tikker, Klapper en Bumper. - In de rubriek ‘Boekbesprekingen’ recenseert Dorian de Haan Standaardtaal en dialectsprekende kinderen van A. Hagen en bespreekt Willem Mooijman Drama, een handboek voor dramatische vorming van Hans van Dam en Towards a theory of drama in education van Gavin Bolton.
| |
Neophilologus 66 (1982), nr. 1
Hierin onder meer een bijdrage van A.M. Kinghorn over Comparative literature and the ‘universal’ ideal. - J. Spiele en M. Drijkoningen-Leyh belichten Quelques fragments inconnus du Roman de la Rose conservés a Leyde (UB-BPL 2552,3).
| |
Nieuw Vlaams tijdschrijft 34 (1981), nr. 6
In dit nummer o.a. Dagboekbladen van R.A. Cornets de Groot, waarin Mulisch' De compositie van de wereld centraal staat. - In de ‘Kronieken’ bespreekt J.J. Wesselo Cees Nootebooms Een lied van schijn en wezen en maakt A.G. Christiaens notities Bij de ‘Hetaere’ van Slauerhoff.
| |
Ons geestelijk erf 55 (1981), nr. 4
In deze aflevering een opstel van P. Verdeyen s.j. over Jan van Ruusbroec te Brussel. - J.M. Willeumier-Schalij doet in Ruusbroec's werk in het middeleeuwse tijdsbeeld verslag van een receptie-onderzoek.
| |
Onze taal 50 (1981), nr. 12
F. Jansen gaat in op Krom Nederlands van en tegen gastarbeiders. - Opperlands in Opsterland luidt het opschrift dat Peter van Lint meegaf aan zijn bespreking van Bat- | |
| |
tus' Opperlandse taal- en letterkunde. - J. Stroop vervolgt zijn artikelenserie Nederlands in den vreemde. 5. Het Verre Westen. - D. Bouwhuis beziet het verband tussen Spelling en dyslexie. - M. Steehouder en C. Jansen schrijven over Problemen rond overheidspnblikaties.
| |
51 (1982), nr. 1
In dit nummer o.a. een bijdrage van Frida Balk-Smit Duyzentkunst, Onze Taal en de Minister van Onderwijs, waarin zij opmerkingen maakt naar aanleiding van de departementale bijdrage ‘Er wort steels meer fout gesgrefen’. Verkennende nota over het moedertaalonderwijs.
| |
Spektalor 11 (1981/'82), nr. 4
Dit themanummer over De schwa in het Nederlands wordt ingeleid door de gastredacteuren J. van Marle en W. Zonneveld.
F.J. Koopmans-van Beinum vraagt aandacht voor Akoestische enperceptieve aspecten van klinkercontrastreductie en de rol van de fonologie, en G.E. Booij doet hetzelfde m.b.t. Fonologische en fonetische aspecten van klinkerreductie. - Mieke Trommelen onderzoekt aan de Nederlandse schwa: zijn vorm, zijn gedrag, en zijn rol in het rijm. - J.G. Kooij werpt zich op de Epenthetische schwa: processen, regels en domeinen. - Een niet-generaliserende analyse van schwa-deletie vormt het onderzoeksobjekt van J. van Marle. - Wim Zonneveld besluit dit nummer met The descriptive power of the Dutch theme-vowel.
| |
Standpunte 34 (1981), nr. 5
In deze aflevering wijdt Ernst Lindenberg een opstel aan Antonissen se opstelle. - Hennie Aucamp schrijft over Die mitologisering van Dirk Ligter. - Het Inleidende hoofstuk tot 'n beplande geskiedenis van Afrikaans is van de hand van J. du P. Scholtz. - Stanley G. Ridge belicht New South Afrikan writing, 1978-79 - II. Poetry. - Ernst van Heerden tenslotte maakt notities bij het gedicht Die Doper in die woestyn van N.P. van Wijk Louw.
nr. 6
bevat o.m. een artikel van N.P. van Wijk Louw over de Versamelde gedigte van Eugène N. Marais. - In Slotsom oor 'n Eybersgedig bespreekt D.J. Hugo het gedicht Slot van Elisabeth Eybers. - Op uitvoerige wijze belicht Roswitha Schutte H.A. Mulder - dichter en criticus (1906-1949). - Henning Snyman beschrijft in Aspekte van die simbool de metafoor-verhouding in D.J. Oppermans Komas uit 'n bamboestok. - E.C. Britz bespreekt in Wat die fregatskip Johanna Maria is Arthur van Schendels roman Het fregatschip Johanna Maria.
| |
Studia neophilologica 53 (1982), nr. 1
In dit nummer o.a. een boekbespreking van Leif Gustafsson, Nominalpräpositionen untersucht besonders an Hand deutscher und niederländischer Urkunden 1250 - 1550 (door Dieter Rosenthal).
| |
| |
| |
Taal en tongval 33 (1981), nr. 1/2
Dit dubbelnummer is een huidenummer, aangeboden aan Prof. V.F. Vanacker bij zijn zestigste verjaardag. - W. Pée zet Professor Dr. Valeer Frits Vanacker in het zonnetje. - Gaan Vlamingen altijd gaan dansen?, vragen M.-A. Baert en A. de Meersman zich af. - Jo Daan schrijft over Roet. - A. de Gussem onderzoekt Iets in verband met de verwerving van opake fonologische regels. - J. de Rooij bespreekt de konstruktie ‘Het is gisteren beginnen te vriezen’. - G. de Schutter beziet Oordelen over variatie in dialekt en standaardtaal, en M. Devos en W. Vandeweghe doen hetzelfde m.b.t. Res-reisvormen in de Zuidnederlandse dialekten. - H. Dewulf, J. van Keymeulen en F. Verstraete geven over Westvlaamse expansìe en standaardizering: een sociolinguïstische benadering. - H. Entjes plaatst kanttekeningen Bij een streektaalgedicht van Johanna van Buren. Herhaald woordgebruik als stilistische ontsporing?, en J. Goossens plaatst Kanttekeningen bij de meervoudsvorming van substantieven in het Nederlands en zijn dialecten. - M. Gysseling onderzoekt Substraat-invloed in het Nederlands. - R. Haeserijn vergelijkt Enkele 19de-eeuwse menu 's in het Nederlands - M. Hoebeke schetst Enkele fonologische tegenstellingen tussen Oudenaards en Ronses. - G. Janssens vraagt aandacht voor Het Vlaams van Nederlanders. - H.T.J. Miedema verdiept zich in Dier ‘Duur’ (adj.), lie(d) ‘lieden’ en dergelijke gevallen van ontronding in Zuidwest-Friesland. - A. Moerdijk schrijft over Transitivering van ‘staan’ in Nederlandse dialecten. - H. Ryckeboer schetst de ontwikkeling Van groepstaal naarstadsdialekt in West-Vlaanderen. - De grammatikale struktuur van de familienaam Vanacker staat centraal in de bijdrage van J. Taeldeman, Omtrent ‘Vanacker’. - Over de rol van
de ogen in de Middeleeuwse toekenning van toenamen en spotnamen gaat Ogen en toenamen van C. Tavernier-Vereecken. - A. Weynen tenslotte bespreekt in Hiltiken een ander woord voor ‘bikkelen’.
nr. 3/4
J. Goossens schrijft over De Taalatlas van het Zuidoosten van het Nederlandse taalgebied en het Noorden van het Duitse Rijnland. - H. Eickmans onderzoekt de Mogelijkheden en grenzen van de automatische vervaardiging van taalkaarten. - L. Draye lost in Brauw: een puzzel uit het WNT op.
Boekbesprekingen o.a. van S.G. Hopkes, Friesland - Engeland. Kulturelle undgeschichtliche Beziehungen. Sprachliche Verwandtschaft (door R.H. Bremmer jr.), en het Liber Amicorum Weijnen (door M. Devos).
| |
Tijdschrijft voor Nederlandse taal- en letterkunde 97 (1981), nr. 4
F.L. Zwaan bespreekt De varianten van Hoofts Brief van Menelaus aan Helena 1636. - G. Kamphuis plaatst Enkele kanttekeningen bij de biografie van Constantijn Huygens door Jacob Smit. - W.J.J. Pijnenburg gaat De etymologie van ‘hufter’ na. - Verder nog een bijdrage van F. de Tollenaere over het woord Baert. ‘Rijswerk aan en op de dijken en oevers’. Een Westvlaamse bewijsplaats?
Boekbeoordelingen: J.C. Bloem, Gedichten. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet. Deel 1 Teksten, deel 2 Apparaat en commentaar (door Margaretha H. Schenkeveld); L.H. Mosheuvel, Een roosvenster. Aantekeningen bij Een winter aan zee van A. Roland Holst (door Margaretha H. Schenkeveld); Jacob Smit, 1596-1687. De grootmeester van woord- en snarenspel. Het leven
| |
| |
van Constantijn Huygens (door P.E.L. Verkuyl); en Studies voor Damsteegt aangeboden door bevriende vakgenoten ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden op 16 januari 1981 (door G.C. Zieleman).
| |
Werkgroep 19e eeuw. Documentatieblad 5 (1981), nr. 4
‘Op vrijdag 21 en zaterdag 22 november 1980 werd te 's-Gravenhage door de Werkgroep 19e eeuw een symposium gehouden over het jaar 1830. Centraal stond de vraag welke betekenis de gebeurtenissen van 1830 voor Noord- en Zuid-Nederland hebben gehad’, aldus het Ten Geleide van dit nummer. In dit licht schrijft Peter van Zonneveld over De Belgische Opstand en de Nederlandse literatuur.
r.w.w.m.v.d. drift
w. merlijn
|
|