| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 10 (1981), nr. 88
Deze aflevering opent met een uitvoerig biografisch artikel over Charles Dickens. - Jaap T. Harskamp houdt zich in zijn opstel Creatieve rivaliteit voornamelijk bezig met de artistieke verhoudingen sinds de vroege Romantiek. - Aart van Zoest vraagt aandacht voor De interpretatie van de wereld volgens W.F. Hermans. -Charles Vergeer vervolgt zijn studie over Arthur van Schendels Fratilamur (vgl. Bzzlletin 87).
nr. 89
In dit oktober-nummer belicht Jan van der Vegt de dichter Hans Warren. In Zolang het duurt een eeuwigheid gelukkig bespreekt hij diens poëzie. Hans Warren over zichzelf en zijn werk is de neerslag van een zestal brieven uit de door hen gevoerde correspondentie. Hierna volgen Een korte biografie en Drie gedichten, nl. ‘Peiling’, ‘In lagen’ en ‘Een open raam’. - Een inktvis tussen de vorentjes, zo luidt de titel van een bijdrage van Siem Bakker Over veranderingen in het literaire werk van Jan G. Elburg. - Daan Cartens heeft een gesprek met Josepha Mendels en Willem van Toorn wordt geïnterviewd door Johan Diepstraten. - Jan van der Vegt schrijft over de bundel Impulsen van Hendrik de Vries, gevolgd door Drie Grotesken (‘De slangenvoedster’, ‘stormfurie’ en ‘duiveluitbanning’). - Charles Vergeer tenslotte verdiept zich in De brieven van A. Roland Holst I aan Arthur (en Annie) van Schendel.
| |
Dietsche warande & Belfort 126 (1981), nr. 7
In het kader van de Ruusbroec-herdenking opent dit september-nummer met een bijdrage van Albert Westerlinck, getiteld Ruusbroec en het geluk (± 1381-1981), waarin hij het leven en werk van deze mysticus bespreekt. - In de rubriek ‘Kroniek’ schrijft André Demedts over de Verhalen van Alfred Kossmann, belicht Marcel Janssens Nieuw Vlaams proza van Elisabeth Marain, Alstein en Paul Koeck, waarna Jaak de Maere het nummer afsluit met een bijdrage over Louis Ferron en de geneugten van de plicht n.a.v. diens nieuwe roman Plicht!.
| |
Driemaandelijkse bladen 33 (1981), nr. 2:
In ‘Aoreg kan 't mannegien vertellen’ vertelt Jurjen van der Kooi iets over een Drentse scheper en zijn repertoire. - Verder o.a. de tweede aflevering van een variantenonderzoek in de orale literatuur door J. Bouwhuis, Van Maagden en moordenaars 2.
| |
Forum der letteren 23 (1981), nr. 3:
Dit nummer opent met een bijdrage van Bob Visser over Taalverwerving en probabilistische grammatika's - Christel van Boheemen onderzoekt de oorsprong en betekenis van de term Intertextualiteit, mede aan de hand van enige tekstvoorbeelden. - F.G. Droste analyseert De bijwoordelijke bijzin. - Marianne Roest-Young tracht in Weerzien met Propp diens funktiebegrip te herzien. - Frida Balk-Smit Duyzentkunst beschrijft in Hedendaagse Fetisjisme een nieuwe weg voor de taalwetenschap.
Boekbesprekingen o.a.: Anneke Neijt, Gapping. A Contribution to Sentence Grammar, door Nico van der Zee; Jan van Luxemburg, Mieke Bal en Willem G. Weststeijn, Inleiding in de literatuurwetenschap, door Jaap Goedegebuure.
| |
| |
| |
Gezelliana 11 (1981), nr. 1
In deze aflevering schrijft R. Lagraie over Een herontdekte zelfstandige publikatie van Guido Gezelle en geeft J. Geens een overzicht van De Gezellestudie in 1978 en 1979.
| |
De gids 144 (1981), nr. 6
Naast poëzie van Jacques Hamelink, Margot H. de Hartog, Michel Huisman en Leo Herberghs bevat dit nummer een bijdrage van Aleid Truijens, getiteld De tijd van Cees Nooteboom, over diens Rituelen en Een lied van schijn en wezen.
| |
Leuvense bijdragen 70 (1981), nr. 3:
Dit nummer bestaat uit een artikel van L. Draye, ‘Blaat’ of ‘Blaad’? Historische en hedendaagse aspekten van een duistere T, en een groot aantal boekbesprekingen, waaronder: R.S. Kirsner, The problem of presentative sentences in modern Dutch (door Geert Hoppenbrouwers); G.E. Booy, C. Hamans, G. Verhoeven, F. Balk, Ch.H. van Minnen, Spelling (door G. de Schutter); Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). Uitgegeven door Maurits Gysseling m.m.v. en van woordindices voorzien door Willy Pijnenburg. Reeks I: Ambtelijke bescheiden (door K. Roelandts); R.A. Ubbink, De receptie van Meester Eckhart in de Nederlanden gedurende de Middeleeuwen. Een studie op basis van Middelnederlandse handschriften (door R. Lievens); Vondel bij gelegenheid 1679-1979. Ed. L. Roose en K. Porteman (door P.E.L. Verkuyl); Polyxena, treurspel door Samuel Coster. Van inleiding en aantekeningen voorzien door Drs. G. van Eemeren (door P.E.L. Verkuyl); I. da Costa, Vijf en twintig jaren. Een lied in 1840. Naar het handschrift uitgegeven, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Dr. W.J.C. Buitendijk (door P. Couttenier); Peter King, Gezelle and Multatuli: A Question of Literature and Social History (door P. Couttenier); M. Adriaens, Structuralisme, Poëtiek en Narrativiteit (door Paul Claes); M. Bal, De theorie van vertellen en verhalen (door Paul Claes): D.W. Fokkema en Elrud Kunne-Ibsch, Theories of literature in the twentieth century: Structuralism - Marxism -Aesthetics of Reception - Semiotics (door Paul Claes); A. van Zoest, Semiotiek, over tekens, hoe ze werken en wat we ermee doen (door Paul Claes); Rien T. Segers, The Evaluation of Literary Texts (door Paul Claes); Wolfgang Frier und Gerd Labroisse Hg, Grundfrage der Textwissenschaft. Linguistische und Literaturwissenschaftliche Aspekte (door Paul
Claes); De wetenschap van het lezen. Tien jaar theorie der literaire receptie. Teksten verzameld, vertaald en ingeleid door Marijke Buursink, Karel Hupperetz, Edmund Licher, Koos de Roo en Walter Schönau (door R. Bouckaert-Ghesquiere); en R.T. Segers (ed.), Receptie-esthetica, grondslagen, theorie en toepassing (door R. Bouckaert-Ghesquiere).
| |
Levende talen nr. 364:
Atty Tordoir doet in Taalbeschouwing voor MTO en VTO verslag van een literatuuronderzoek. - R.T. Segers en G.J. Vis ontvouwen in Lezen en lezen is twee enkele gedachten over een literatuurdidaktiek, gebaseerd op de principes van een receptie-esthetische literatuurbenadering. - De overwaardering van oud en poëtisch is de titel van een bijdrage van Wam de Moor, waarin hij verslag doet van een Nijmeegs onderzoek naar de inhoud van literatuurgeschiedenissen en -bloemlezingen voor havo/vwo.
| |
| |
- Harry Bekkering inventariseert Literatuuropvattingen in de moedertaaldidaktiek.
Een boekbespreking van: Ad Foolen, Jan Hardeveld en Dick Springorum, Conversatie-analyse, door J. Mönnink en A. Boeren.
nr. 365:
In De literaire norm gaat Herman Tromp in op de waardering voor jeugdliteratuur - Gert Rijlaarsdam en Henk Blok buigen zich over de Beoordeling van schrijfprodukten door leerlingen: theorie en praktijk. - A.R. Vermeer beziet Ongestuurde tweedetaalverwerving als basis voor een leergang Nederlands voor anderstalige kinderen, gevolgd door een reaktie hierop van Th. Bongaerts. - Op de literatuurdidaktiek van M. Thijssen (nr. 362) reageert Gerda Meyerink met: Verder dan hun neus lang is; M. Thijssen wil blijkens zijn antwoord echter Ook binnen de populaire leessmaken met onderscheidingsvermogen kunnen kiezen. - Ineke Vedder en Folkert Kuiken presenteren hun bevindingen m.b.t. Een samenvattingstoets Nederlands voor buitenlandse studenten.
Boekbesprekingen: B.T. Tervoort, Wetenschap en taal III. Een derde reeks benaderingen van het verschijnsel taal, door P.M. Nieuwenhuijsen; Rien Segers, Het lezen van literatuur. Een inleiding tot een nieuwe literatuurbenadering, door Koos Hawinkels; en G.F.H. Raat, De hondsdagen van Hugo Claus (Synthesereeks), eveneens door Koos Hawinkels.
| |
Maatstaf 29 (1981), nr. 7
Hierin o.m. het titelverhaal van de bundel De zaterdagvliegers van Maarten 't Hart. - Aan de hand van zeven brieven wijdt Rudolf Bakker een artikel aan de kunstenaar Jan Verkade (vgl. ook de Portfolio). - In Ceterum censeo schrijft Rob Schouten over Luceberts Oogsten in de Dwaaltuin, Andreas Burniers Na de laatste keer, Patricia Lasoens Landschap met roze hoed en Hans Faverey's Lichtval.
nr. 8/9
Dit dubbel-nummer opent met een aantal Fragmenten uit ‘Geheim Dagboek’ deel I 1942-1944 van Hans Warren. - Harry G.M. Prick introduceert Lodewijk van Deyssels Bitter, kil en zilt; over Joris-Karl Huysmans' Là Bas. - Oranje 's beeld in later ogen is de titel die J.A.L. Lancée geeft aan zijn bijdrage die wil aanknopen bij het artikel van Charles Vergeer over de historische laatste woorden van Willem van Oranje in het decembernummer. - Peter van Zonneveld schrijft over Willem Bilderdijk, de verliefde balling (1795-1797). - Rob Schoutens Ceterum censeo is gewijd aan de poëzie van Simon Vestdijk en Ed Leeflang.
| |
Moer 1981, nr. 5
Jose Ruigrok gaat in op de mogelijkheden van het standbeeldentheater voor kinderen in de bovenbouw van de lagere school. - Naar aanleiding van de conferentie van VON-België (1980) schrijven Dora Smeesters en Walter de Hert een informerend en kritisch artikel over het ontwikkelen en verduidelijken van waarden in moedertaalonderwijs. - In het artikel Leren door schrijven doet Jan Sturm verslag van een verkenning naar de betekenis van schrijven voor het proces van kennisverwerving door scholieren. - Helen Gerretsen beschrijft haar keuze voor een vorm van ervaringsleren binnen het vak Nederlands voor MBO. - Roger Roger sluit het nummer af met een eerste artikel in een serie van drie over moedertaalonderwijs in België.
| |
| |
| |
Neophilologus 65 (1981), nr. 4
In dit nummer o.a. een opstel van R. Landheer en A.W.G. Kingma over Metaphore, ambiguïté et contexte.
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 34 (1981), nr. 4
Naast proza(fragmenten) van Bob Willems, Koen Vermeiren, Willy Spillebeen en Leo Pleysier en poëzie van o.a. Freddy de Vree, Marcel van Maele, Willy Roggeman en Willem van Toorn schrijft Georges Wildemeersch over De a-cobra-tiek van Hugo Claus, schilder-schrijver. - Naar aanleiding van het gedicht ‘Mijn hert is als een blomgewas’ geeft Paul Claes Een psychoanalytische duiding van Gezelles ‘hert’. - In de rubriek ‘Kronieken’ schrijft Ronald Soetaert Over decadentie, narcisme, maskers en pose: Gerrit Komrij. Erik van Ruysbeek geeft Een proeve van interpretatie van Jan Engelmans ‘Vera Janacopoulos’. Hans van de Waarsenburg belicht tenslotte de Erotische poëzie van Bertus Aafjes.
| |
Ons erfdeel 24 (1981), nr. 4:
Deze aflevering opent met een bijdrage over P.C. Hooft, hoofd der poëten van Marijke Spies. - Eric Van Den Heuvel beziet De beschikbaarheid van het Vlaamse literaire boek in Nederland. - Piet de Keyser gaat de rol van Friedrich Nietzsche in Nederland tot 1940 na. - Van concentratie tot concertatie heet het artikel van Wilfried Adams, waarin hij de schijnwerper richt op de poëzie van Hugues C. Pernath. - Hendrik Brugmans vraagt aandacht voor Een authentieke persoonlijkheid: Pieter van der Meer de Walcheren. - Traditiegetrouw aan het slot de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXIII, samengesteld door E. van Raan.
| |
Onze taal 50 (1981), nr 9:
Michaël Steehouder en Egbert Woudstra vervolgen hun artikelenserie over Vaktalen (4). H.L. Rogge plaatst in Een lijst van Landennamen kanttekeningen bij de gelijknamige publikatie van de Commissie voor de Spelling van Buitenlandse Aardrijkskundige Namen. - O. Koop haakt hierop in met een bijdrage over de schrijfwijze van Aardrijkskundige namen. - Sj. van den Berg maakt zich zorgen over Oude en nieuwe clichés. - In Het staartje van die stomme e schrijft Gerard Lutke Meijer over het vervangen van de meervouds n door een s. -Marlies Philippa gaat in Tellen tot tien × tien × ... de oorsprong van enige telwoorden na.
Verder nog een boekbespreking van: Norm NEN 5050, een woordenlijst voor bedrijf en techniek met taalkundige aanwijzingen van het Nederlands Normalisatieinstituut, door M.C. Godschalk.
nr. 10:
Een geheim zonder oplossing, noemt Evert Werkman het taalgebruik in de massakommunikatiemedia. - C.A. Zaalberg laat Voorzetsels met klemtoon de revu passeren. - J. Stroop vervolgt zijn serie Nederlands in den vreemde (4). - G.J. Uitman gaat in op het woord Armoedzaaier. - In Snees tenslotte bespreekt Marlies Philippa wederom enige telwoorden.
| |
| |
| |
De revisor 8 (1981), nr. 4
Naast poëzie van Ad Zuiderent, Marcel Koopman, Piet Meeuse en H.H. ter Balkt bevat dit nummer een explicatie van Ferd Drijkoningen Waarom surrealisten automatisch schreven. - Rob Delvigne en Leo Ross geven hun aantekeningen Bij ‘Ondergangen’ van Jacob Israël de Haan. - P.H. Schrijvers wijdt een artikel aan Horatius en waardeoordelen.
| |
Spektator 11 (1981/'82), nr. 2:
Dit nummer staat voor het grootste gedeelte in het teken van de jeugdliteratuur. Onder de titel: Mijn pijper is de jouwe niet! vraagt Rita Bouckaert-Chesquiere aandacht voor de relatie tussen volwassenen en kinderboeken. - S.B. Tellegen-van Delft doet tussentijds verslag van een onderzoek: Wanneer pakt een kind een boek? - Marleen Wijma presenteert in haar artikel: Leeservaringen van 10- tot 12-jarigen de resultaten van vijf jaar werken met een kinderjury in het licht van de receptie-esthetica. - Anne de Vries stelt Hiëronymus van Alphen en de kinderen van zijn tijd centraal.
Tenslotte nog een bijdrage van K. Porteman, gewijd aan Hoofts ‘Voorreden tot de Jevcht’ (1611).
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 3 (1981), nr. 3:
Carel van Wijk en Gerard Kempen onderzoeken Het effect van sociale klasse en gesprekssituatie op het gebruik van connectieven in mondeling en schriftelijk taalgebruik. - Agnes Boeren buigt zich over Vrouwentaal. - Egbert Assink en Gerard Verhoeven brengen verslag uit van een onderzoek naar Verschillen in spelfouten bij dictees en andere schrijfprodukten. - Fons Maas entameert het onderwerp Rechtslinguïstiek. Enkele perspectieven en probleemstellingen. - R.M. Winkelmeijer stelt De functie van taal bij argumentatie aan de orde.
Verder in dit nummer een kort referaat van Peterjan Schellens en Gerard Verhoeven: Van impliciete premissen naar verzwegen argumenten: een pas op de plaats, waarin ze reageren op het eerder verschenen artikel Verzwegen argumenten van Van Eemeren en Grootendorst; als reaktie hierop van F.H. van Eemeren en R. Grootendorst: Verzwegen argumenten voor Utrechters verklaard. - Een boekbeoordeling van: Peter van Lint, Vormen van taalverkeer. Een elementaire inleiding in de leer van de verstandhoudingsmiddelen. De mondelinge vormen, door D.H. Lammers en H. Pander Maat. - Van de hand van M.A. Haft-van Rees en A.F. Snoeck tenslotte een Bibliografie ‘cognitieve verwerking van teksten’ 1975-1979.
| |
Tirade 25 (1981), nr. 269
Naast een prozafragment uit een nog niet gepubliceerde roman van Jeroen Brouwers en poëzie van Rutger Kopland, Herman de Coninck en Rob Schouten bevat dit nummer een artikel van T. van Deel over de gedichtenreeks ‘Schilderij’ van Rutger Kopland. - Josine W.L. Meyer schrijft haar Herinneringen aan Jaap van Hattum. - De geldigheid van het verleden is volgens Kester Freriks het kernprobleem van de historische roman. Hij konkludeert: ‘De historische roman ontleent zijn belang aan de verhouding tussen geschiedkundige bepaaldheid en huidige actualiteit.’
r.w.w.m.v.d. drift
w. merlijn
|
|