| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Dietsche warande & Belfort 126 (1981), nr. 6
In het kader van de Dostojevski-herdenking wijdt Albert Westerlinck een artikel aan hem, getiteld: Fjodor Dostojevski en de mens (1881-1981). - André Demedts bespreekt in Noordnederlandse verhalen achtereenvolgens Doeschka Meijsings Tijger! tijger!, K. Schippers' Eerste indrukken en Agnes de Haas' Laten wij het onder ons houden. - Marcel Janssens bespreekt in Nog een thriller van Jef Geeraerts diens De Coltmoorden. - Na besprekingen van de jongste bundels van Roger Devriendt, André Despretz en Mark Braet, Willie Verhegghe en Stefaan van den Bremt volgt een artikel van Fons Vandergraesen over Zuidnederlandse romans, en wel Het koperen schip van Libera Carlier, Om de linkerhand van St.-Antonius van Padua van Frank Liedel en De tocht van Frans Depeuter. - Philip Vermoortel besluit de rubriek met een beschouwing van Couperus' antieke verhalen.
| |
Dokumentaal 10 (1981), nr. 2
In dit nummer o.a. een overzicht van de hoofdlijnen uit de Beleidsnota Stichting Taalwetenschap 1982 - 1986. - Verder overzichten van Proefschriften in voorbereiding en van Lopend onderzoek aan de R.U. Gent. - Een recensie tenslotte van: Frans M. Claes. A Bibliography of Netherlandic Dictionaries Dutch - Flemish door B. van Selm.
| |
Dutch crossing 1981, nr. 14
Ter gelegenheid van de P.C. Hooft-herdenking bevat deze aflevering een vijftal bijdragen over (het werk van) deze dichter. - Voorts tekst en vertaling van Hugo Claus' In een haven en een uitgebreid verslag van een lezing van en interview met Gerard Reve onder de titel: Gerard Reve speaking at Bedford college. - In de Reviews tenslotte een beoordeling van P.J. Buijnsters' Bibliografie der geschriften van en over Betje Wolff en Aagje Deken door Ton Broos en van de vijf ter gelegenheid van de Hooftherdenking verschenen uitgaven, door Theo Hermans.
| |
De gids 144 (1981), nr. 5
E.E.G. Vermeulen opent deze aflevering met een uitvoerige bijdrage over Jan Romein. - Philippe Noble hield een lezing over E. du Perron en zijn Franse vrienden.
| |
Glot 4 (1981), nr. 1
Harry van der Horst onderzoekt De structuur van fonologische representaties. - Frans Zwarts vraagt aandacht voor Negatief polaire uitdrukkingen I.
Tenslotte een uitgebreide boekbespreking van: Anneke Neijt, Gapping. A Contribution to Sentence Grammar, van de hand van Hans den Besten.
| |
Maatstaf 29 (1981), nr. 6
Dit juni-nummer opent met een bijdrage van Jeroen Brouwers over het leven en werk
| |
| |
van de dichter Halbo C. Kool. - In zijn Ceterum censeo bespreekt Rob Schouten de jongste poëzie van H.C. ten Berge, Willem Bijsterbosch en Jan Kal, evenals twee van de door Uitgeverij Rap gestarte reeks thematische bloemlezingen, De dood en De stilte.
| |
Moer 1981, nr. 4
In dit thema-nummer aandacht voor de integratie van kleuterschool en lagere school. Sander van Gangelen en Dorian de Haan geven een kort overzicht van de bestaande leerplannen van kleuter- en lagere school en schetsen in welke richting het taalonderwijs in de nieuwe basisschool zich zou moeten ontwikkelen. - De Werkgroep Kritiese Kleuterleidsters geeft aan dat de werkwijzen en het leermateriaal van de kleuterschool wel eens interessant voor het nieuwe basisonderwijs zouden kunnen zijn. - Mieke Godschalk-Bakker en Meeth Scherphuis laten zien op welke wijze een stimulerende (leer-)omgeving voorwaarde is voor het speel-leereffekt. - Piet Hein van de Ven geeft aan in welke richting het aanvankelijke lees- en schrijfonderwijs van de lagere school zou kunnen (en moeten) veranderen. - Na een bijdrage van Nancy Scholten over spellessen a.h.v. een boek schrijft Peter Peels over de taalleesaanpak op zijn Jenaplan-school. - Verder artikelen over vernieuwingsscholen, schoolwerkplan-projecten en de discussie over een nieuwe lerarenopleiding voor het basisonderwijs.
| |
Naamkunde 12 (1980), nr. 3/4
Jozef van Loon onderzoekt de Morfeemgeografie van de Nederlandse herkomstnamen. - H.T.J. Miedema analyseert De oudfriese persoonsnamen Liola en Siola en maakt Enkele opmerkingen over de Noordhollandse terpnaam ‘Keinse’. - Jan Huisman onderneemt op het gebied van toponiemen een Speurtocht in het vroege verleden van Gent en omgeving. - J.K. de Cock gaat de herkomst van de plaatsnaam Kinlosun na. - M.P.J. van den Brand doet hetzelfde m.b.t. De Noordlimburgse plaatsnaam Siebengewald. - Loes H. Maas beziet ‘Zuur’ en ‘zoet’ in Nederlandse toponiemen.
Recencies o.a.: Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). Uitgegeven door Maurits Gysseling m.m.v. en van woordindices voorzien door Willy Pijnenburg. Reeks II: Literaire handschriften. Deel 1: Fragmenten (door K. Roelandts). F. Debrabandere, Kortrijkse Naamkunde 1200 - 1300, met een kumulatief familienamenregister (door C. Marynissen); Woordenboek van de Vlaamse dialecten. 1) Inleiding door Magda Devos, Hugo Ryckeboer en Johan Taeldeman, met een woord vooraf door Willem Pée. 2) Deel I. Landbouwwoordenschat, aflevering I, Akkerland en weiland door Magda Devos en Hugo Ryckeboer. 3) Deel I, aflevering I, Wetenschappelijk apparaat. (besproken door J. Goossens); P.S.G. Raas, Toponymie van 's-Heerenhoek (door Rob Rentenaar).
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 34 (1981), nr. 3
In dit nummer o.a. een artikel van Hedwig Speliers over Het anagogisch dichterschap van Guido Gezelle. - Joris Gerits karakteriseert Pernaths poëtisch oeuvre: tussen communicatie en creatie. Met zijn bijdrage ‘(...) moet duidelijk geworden zijn hoe het gedicht voor Pernath een poging tot herstel van de afspringende dialoog met de anderen is geweest, een innerlijke monoloog van de pijn en van het verzet tegen de laatste pijn, een creatie van louter stilte’. - In de rubriek ‘Kronieken’ bespreekt Georges Wildemeersch
| |
| |
Op de trappen van Algiers van Eriek Verpale en belicht Koen Vermeiren Hermans' Homme's Hoest.
| |
Ons erfdeel 24 (1981), nr. 3
Lionel Deflo beschouwt De poëzie van Rutger Kopland: een proces van denken en voelen tussen herinnering en verwachting. - Dr. A. Grypdonck schrijft over Boek en boekenbranche in de informatiemaatschappij. - Manfred Wolf en Joan Hawkins vragen in een vertaling van Marleen Deloof aandacht voor Nederlandse letterkunde in San Francisco en een novelle van W.F. Hermans, waarin mede een analyse van Het behouden Huis verwerkt is. - Van de hand van Dr. Helga Hipp: ‘Gij zult leven!’ Bezinning over de nalatenschap van Lode Zielens. - E. van Raan tekent voor de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling LXII.
| |
Ons geestelijk erf 55 (1981), nr. 2
Dit juninummer bevat o.a. een studie van P. Verdeyen s.j. over De middelnederlandse vertaling van Pomerius' werk ‘De origine monasterii viridisvallis’. - A. Ampe s.j. verdiept zich in Het leven van Ruusbroec in de Cronyke van Brabant. - In de rubriek ‘Boekbesprekingen’ tenslotte een recensie van het Lexikon des Mittelalters. Erster Band, 5-10, door J. A(laerts).
| |
Onze taal 50 (1981), nr. 7/8
In dit nummer waagt Battus zich aan 1981 - 2031, Vooruitblik op Needulans. - H.E.W. Kielich bekommert zich om Winkeltaal. - L.B.W. Jongkees gaat in op het verband tussen Spelling en Dyslectici. - J. Stroop vervolgt zijn artikelenreeks Nederlands in den vreemde met deel 3. De Oost. - Ook Michaël Steehouder en Egbert Woudstra zijn met hun artikelenreeks over Vaktalen aan de derde aflevering toe. - M. Gerritsen onderzoekt in Jan liep uit de tuin uit de dialektverschillen m.b.t. de plaats van uit in zinnen met een werkwoord van beweging.
| |
Quaerendo 10 (1980), nr. 4
Alestair Hamilton gaat in op de betekenis van Paulus de Kempenaer, ‘non moindre Philosophe que tresbon Escrivain’.
| |
Spiegel der letteren 23 (1981), nr. 2
J. Huyghebaert opent dit nummer met een bijdrage over het Toneel in Vlaanderen in 1797. - In Psychomachie bij J. van Oudshoorn doet P. Tasiaux verslag van een onderzoek naar structuuraspecten in ‘De tweede fluit’ (1917). - In de rubriek ‘Boekbeoordelingen’ o.a.L. van Velthems De Guldensporenslag, ed. W. Waterschoot door W.E. Hegman, H.W. van Trichts Het leven van P.C. Hooft door E.K. Grootes. J.C. Bloems Brieven aan P.N. van Eyck door C. Bittremieux en J.J.A. Mooij's Tekst en lezer door C.F.P. Stutterheim.
| |
Standpunte 34 (1981), nr. 4
Hierin o.m. een artikel van C.J.D. Harvey over J.M. Coetzee's Waiting for the Barbarians. - Stanley G.M. Ridge schrijft over de New South African Writing, 1978-79.
| |
| |
- Swaarweer en kleinwind luidt het oordeel van André P. Brink over de Zuidafrikaanse Poësie 1980. - D.J. Hugo bespreekt Die ‘Brandaan’-siklus van D.J. Opperman. - J.M. Grové tenslotte vergelijkt in Toneelspel tussen aanhalingstekens: die klassieke en die Brechtiaanse teaters met elkaar.
| |
Tirade 25 (1981), nr. 268
Dit septembernummer bevat onder meer een uitvoerige bijdrage van W. Bronzwaer over Bordewijks ‘Noorderlicht’. - Jaap Goedegebuure besluit deze aflevering met een ‘(...) vrijwel woordelijke weergave’ van een Gesprek met W.F. Hermans.
| |
Tijdschrift voor geschiedenis 94 (1981), nr. 2
Een boekbespreking o.a. van: Domien ten Berge, De hooggeleerde en zoetvloeiende dichter Jacob Cats (door A.Th. van Deursen).
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 97 (1981), nr. 3
J.M. van der Horst gaat in op Onderschikking en de plaats van de persoonsvorm in het Middelnederlands. - G. Zandt maakt Enkele opmerkingen over de Middelfrankische vertaling van ‘Karel ende Elegast’. - L. Strengholt doet hetzelfde Over Huygens' Epigrammen. - W.J.J. Pijnenburg bespreekt de etymologie van het woord Windhond.
Boekbeoordelingen: Domien ten Berge, De hooggeleerde en zoetvloeiende dichter Jacob Cats (door L. Strengholt); A.M.F.J. Moerdijk, Continentaalwestgermaanse en Centraalromaanse heteroniemen voor het begrippencomplex Rok - Onderrok - Jurk; ruimtelijke verbreding en methodische verdieping van het areaallinguïstisch onderzoek (door Jan van Bakel); Helda van Neck Yoder, Dramatizations of Social Change. Herman Heyermans' Plays as Compared with Selected Dramas by Ibsen, Hauptman and Chekhov (door F.J. van Dam); K. Porteman, De mystieke lyriek van Lucas van Mechelen (1595/96 - 1652). 2 Dln. (door G. Kazemier); Dr. Jan Stroop, Sprekend een Westbrabander. Krantestukjes over Dialektverschijnselen in West-Noord-Brabant (door P.G.J. van Sterkenburg); Dr. H.W. van Tricht, Het leven van P.C. Hooft (door P.E.L. Verkuyl); en D.V. Coornhert, Boeventucht. Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. Ruygh-bewerp X (door L. Strengholt).
| |
Tijdschrift voor taalbeheersing 3 (1981), nr. 2
Carolien Schouten-van Parreren presenteert de resultaten van een experimenteel onderzoek naar Het opmaken van de betekenis van een woord uit de context: een kwalitatieve analyse. - Paul Looymans gaat in op de vraag: Anticiperen vanuit schemata? - F.H. van Eemeren en R. Grootendorst leveren een bijdrage aan de theorievorming over Verzwegen argumenten en het oplossen van praktische problemen die bij het expliciteren van verzwegen argumenten kunnen optreden. - Jan ter Laak doet verslag van een onderzoek naar Referentiële communicatie van objecten, grafische vormen en gebeurtenissen bij 7-, 9- en 11-jarigen. - Mark Baeyens geeft in zijn artikel een beknopt overzicht van het wat, hoe en waarom van Gespreksanalyse. - B. Meuffels, K. Maat en J. Jonkers peilen de Meningen van leerlingen over het grammatica-onderwijs. A. Braet zet vraagtekens bij De recente ‘retorisering’ van het onderwijs in taalvaardigheid: een geschiedenis die te denken geeft. - A. Truijens presenteert een Bibliografie ‘schrijven’
| |
| |
1965 - 1980. - P. Jongepier tenslotte geeft een boekbespreking van: Cees Louwerse, Studeren kun je leren. Een werkboek voor studerenden.
| |
Werkgroep 19e eeuw. Documentatieblad 5 (1981), nr. 2
Deze aflevering van het documentatieblad bevat de tekst van de lezingen van het in november 1979 gehouden symposium over de Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen in de 19e eeuw. A.W. Willemsen belicht De Nederlandse Congressen en hun politieke achtergrond, Hans Heestermans Het WNT en de Taal- en Letterkundige Congressen, G. Tindemans het ‘Toneel’ (drama en theater) op de Congressen, K. de Clerk De Congressen en het onderwijs en Ludo Simons tenslotte De Congressen 1849-1869 en de belangen des boekhandels. Dit thema kwam reeds ter sprake in Werkgroep 19e eeuw. Documentatieblad 3 (1979), nr. 2.
r.w.w.m.v.d. drift
w. merlijn
|
|