| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Bzzlletin 8 (1980), nr. 77
Dit nummer heeft als thema politiek geïnspireerde kunst en bevat een zevental bijdragen hierover, toegespitst op Nederland na 1945. Aad Nuis schrijft over Politiek in de literatuur; anderen belichten de invloed van de politiek op de beeldende kunst, ‘lichte’ en eigentijdse muziek, film en toneel. - Daan Cartens wijst op de Paradox van de eigenliefde in het werk van Chr. J. van Geel. - In Moby Dick: gewoon een spannend boek? concludeert Barber van de Pol: ‘Moby Dick is alleen maar meer gaan boeien, door de knappe vermenging van avontuur en levensvraag die we nu misschien beter onderkennen’. - Tenslotte heeft Peter van den Hoven een gesprek met Karel Eykman.
| |
Bzzlletin 9 (1980), nr. 78
Een themanummer over P.C. Hooftprijs-winnares Ida Gerhardt, dat opent met een korte biografie en gevolgd wordt door twee artikelen over de motieven ‘water’ en ‘dood’ in haar werk. Frans Berkelmans bespreekt Impressie en symboliek in haar natuurpoëzie en F.J.P. Verbrugge plaatst enige aantekeningen bij haar ‘klassieke’ gedichten. Dan volgen twee artikelen, resp. over de bundels Kwatrijnen in opdracht en Het levend monogram en een bijdrage van Jan van der Vegt over de ‘keltische gedichten’. Met twee besprekingen van de Psalmen-vertalingen (tezamen met Marie van der Zeyde) wordt het thema afgesloten. - Maarten 't Hart weerlegt in De knikkermethode van Harm de Jonge diens kritiek, nl. dat zijn ‘regenwulpen met van Vestdijk geleende veren wieken’ (Bzzlletin 71, dec. 1979).
nr. 79
Hierin staat het leven en werk van Pablo Neruda centraal. - Verder schrijft Albert Jan Govers over Gerrit Achterberg en de psychiatrie, Hans van de Waarsenburg over het leven en de poëzie van Jan Willem Overeem en Anne de Vries over het recenseren van jeugdboeken.
| |
Forum der letteren 21 (1980), nr. 3
In dit nummer o.a. een boekbespreking van: Cornelis Willem van de Watering, Met de ogen dicht. Een interpretatie van enkele gedichten van Lucebert als toegang tot diens poëzie en poëtica (diss.) door Annemieke Geurts.
| |
Glot 3 (1980), nr. 2
Simon Belder, Hans Hulshof, Bob Visser en J.W. de Vries geven Een probabilistische grammatica voor Nederlandse nominale groepen van enkele Turken. - Hans Hulshof verdiept zich in De zgn. invoegselwoordjes van Hoogvliet. - Onder de titel Drie maal in de pan gehakt reageert H. Brandt Corstius op de recensies van zijn boek Computertaalkunde. Tenslotte een boekbespreking van: Wim Zonneveld en Mieke Trommelen, Inleiding in de Generatieve Fonologie door Jelle Cammenga en Pieter van Reenen.
| |
| |
| |
Levende Talen nr. 354
Erik Bartling, Martin de Koning en Leen Speelman geven onder de titel: Een schoolvoorbeeld van onschools denken of lof met voorbehoud een uitgebreide bespreking van Taaldidactiek aan de basis (2e druk). - Jan Berits beweegt zich Rontom de spelling van de zwakke voltooide deelwoorden.
nr. 355
Antoine Braet beziet Doel- en publiekgerichtheid op een kritische afstand (II): retorische analyse van aanpassing in journalistieke verslaggeving. - Steven ten Brinke opteert voor Normaal functioneel moedertaalonderwijs, en Felicia Miedema-Dekkers en Bernard Schut doen hetzelfde voor Normaal functioneel literatuuronderwijs. - E.M.H. Assink gaat in op De relatie tussen grammaticale kennis en spelvaardigheid.
Een boekbespreking tenslotte van: Marinel Gerritsen (red.), Taalverandering in Nederlandse dialecten. Honderd jaar dialektvragenlijsten 1879-1979 door Camiel Hamans.
| |
Maatstaf 28, nr. 5/6
Dit dubbel-nummer is grotendeels gewijd aan Louis Paul Boon. Van hem, zijn werk en invloed wordt een aantal aspecten belicht.
nr. 7
Hierin o.a.F.L. Bastet over Eline Vere (1860-1887) en haar tijd. - Hans Barendrecht schrijft over De religieuze grondslag bij Gerrit Achterberg.
nr. 8/9
In dit nummer aandacht voor de door Harry G.M. Prick bezorgde uitgave Tegen de hitte van de schrijfkramp in. Papieren van Levensleer uit de zomer van 1891 van Lodewijk van Deyssel. - Rudolf Bakker wijdt een artikel aan Judith Gautier of: de laatste der romantici.
| |
Moer 1980, nr. 5
Henk van Noordenburg en Willem Mooijman schrijven over de vele mogelijkheden van werken met kranten in het onderwijs. - In hun opleiding zouden leraressen en leraren voorbereid moeten worden op taalverschillen in het onderwijs. Ton Kusters, Betske Tans-Salverda en Tjitte Wierdsma laten zien hoe dat aan de opleiding waar zij werken, wordt gerealiseerd. - Jan Schlebusch schrijft over spreek- en luisteronderwijs en toont aan hoe het rollenspel kan functioneren in het schoolonderzoek.
| |
Ons Erfdeel 23 (1980), nr. 4
Johan Fleerackers vraagt aandacht voor De Nederlandse Taalunie: een verantwoording. - Pierre H. Dubois schrijft over Maurice Gilliams, onder de titel: Waarheid is sterker dan illusie. - Annemieke Jurgens staat stil bij Ruimte, de geschiedenis van een tijdschrift.
| |
Onze Taal 49 (1980), nr. 9
H. Cohen opent met een bijdrage over Oprechte en bedrieglijke valsheid, handelend over de zgn. faux-amis. - B.C. Damsteegt geeft in Niet uw, maar u een aanvulling op de discussie over ‘u(w) aller (beider) tegenwoordigheid’. - Har Brok buigt zich over
| |
| |
Het Afrikaantje in de Nederlandse dialekten. - Onder de kop Dikdoenerij plaatst C.A. Zaalberg kanttekeningen bij het overmatig gebruik van Engelse woorden in het Nederlands. - Marlies Philippa beëindigt haar serie over Volksetymologie. Verder nog een boekbespreking van: N.C. ten Hagen, De verloedering van onze Nederlandse taal door Leo Prick.
nr. 10
P.G.J. van Sterkenburg geeft een uiteenzetting over het Woordenboek der Nederlandsche Taal. - J.J. van Raalte ergert zich aan Economisch koeterwaals. - Marlies Philippa bespreekt de ontstaansgeschiedenis van het woord Ratjetoe. - D. de Vries vraagt de lezers te willen Waken voor: ervoor waken. Een boekbespreking tenslotte van: Jan Baptist Chrysostomus Verlooy, Verhandeling op d'Onacht der moederlyke Tael in de Nederlanden (1788), ingeleid en toegelicht door J. Smeyers en J. van den Broek (door P. van Hauwermeiren).
| |
Renaissance Quarterly 33 (1980), nr. 1
In deze aflevering o.a. boekbesprekingen van: James D. Tracy, The Politics of Erasmus: A Pacifist Intellectual and His Political Milieu door J.K. Sowards, en: Desiderius Erasmus Roterodamus, Opera omnia, recognita et adnotatione critica instructa notisque illustrata. Ed. S. Dresden et al., door Heiko A. Oberman.
| |
De revisor 7 (1980), nr. 3
Dit nummer opent met een dispuut tussen Frans Kellendonk en Maarten 't Hart - F. Balk-Smit Duyzentkunst geeft een uitvoerige taalkundige analyse en interpretatie van J.A. Emmens' gedicht Voor de kade.
nr. 4
Onder de titel De kunst des levens: Tachtigers tussen '85 en '88 geeft Enno Endt zijn visie op de literaire generatie van 1880, waarbij hij zoveel mogelijk de voormannen van Tachtig zèlf het woord laat doen.
nr. 5
In dit nummer vervolgt Enno Endt zijn opstel over de Tachtigers.
| |
Spektator 10 (1980/'81), nr. 1
De nieuwe jaargang opent met een beschouwing door P. Kralt, getiteld Liefde en dood. Bij een publicatie van Willem Kloos, naar aanleiding van diens gedichten Liefde en Lilith Triumphatrix. - Maja van Leeuwen en Paulien Leunis presenteren Het bedrieglijk ideaal. De gedesillusioneerde vrouw in de literatuur getypeerd. - Affixen zijn alle +, stelt Hans Gilijamse. - Verder nog een studie van Willem Kuiper over Lombarden, paragraaf- en semiparagraaftekens in Middelnederlandse epische teksten. Boekbespreking o.a. van: P.M. Nieuwenhuijsen, Gerichte Taalbeschouwing door M.K. van Dort-Slijper; Dutch Studies. An annual review of the language, literature and life of the Low Countries founded by Walter Thijs door P.J. Verkruijsse; en P.C.A. van Putte, Heijmen Dullaert. Een biografische studie over de Rotterdamse dichter-schilder (...) door K.K. de Jong.
| |
| |
| |
Spiegel der letteren 22 (1980), nr. 1
Deze aflevering opent met een bijdrage van C.F.P. Stutterheim over de 9-regelige strofe. - Dorian Cumps schrijft Over het fantastische bij Hugo Raes. - F. Claes s.j. betoogt in zijn artikel Jan van Helen dat er sterke argumenten zijn ‘om aan te nemen dat ‘Heelu’ een vervorming van de kopiist is voor ‘Helen’ en dat de auteur van de rijmkroniek van de slag bij Woeringen afkomstig is van Helen bij Zoutleeuw. - Met De Arturistiek: een ‘wout sonder genade’ vervolgt J. Janssens zijn beschouwingen over de Roman van Walewein, Die Wrake van Ragisel, de Roman van Ferguut, de Lancelotcompilatie en de Roman van de Ridder metter Mouwen. - Tenslotte boekbesprekingen van Ton Anbeek, De schrijver tussen de coulissen (...) door Herman Servotte, en van: Hilda van Neck Yoder, Dramatisations of social change (...) (over Heijermans) door C. Tindemans.
| |
Standpunte 33 (1980), nr. 5
André P. Brink bespreekt onder de titel Die pous in die blikkasteel het boek Die Afrikaanse literatuur sedert Sestig van T.T. Cloete. - Meyer de Villiers besteedt aandacht aan M. Scholtz's Wording en ontwikkeling van Afrikaans.
| |
Taalkundig Bulletin 10 (1979/'80), nr. 4
Erna Speek staat stil bij Metatheoretische uitspraken in TGG-inleidingen. - Kees Huijgen en Jan Odijk schrijven over Upside-down Phonology.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 96 (1980), nr. 2
Als reaktie op J. Goossens, De tweede Nederlandse Auslautverscherping beschouwen Jaap van Marle en Wim Zonneveld De theoretische consequenties van stemhebbende finale obstruenten in Nederlandse dialecten, gevolgd door een Repliek van J. Goossens. - B.C. Damsteegt vraagt aandacht voor De Schonckensonnetten, een gedichtenreeks van P.C. Hooft en vijf bevriende dichters. - In zìjn artikel Wat zegt Huygens in Hofwyck 25-26 en Aenden Leser; voor de Bij-schriften 5 en vlgg. reageert F.L. Zwaan op een eerder in dit tijdschrift gepubliceerde bijdrage van L. Strengholt, gevolgd door een Naschrift van laatstgenoemde.
Boekbeoordelingen: Esmoreit, uitgegeven door A.M. Duinhoven (door G.C. Zieleman); A.H.G. Schaars, Agrarische terminologie in Oost-Gelderland en haar dialectgeografische aspecten (diss.) door Ludger Kremer; en Jacob Campo Weyerman, Den Vrolyke Tuchtheer (1729). Kommentaar door A.J. Hanou (door C.A. Zaalberg).
nr. 3
W. Vermeer gaat in op Een ‘brief’ wisseling tussen Jan van der Does Sr. en Daniël Heyns. - Willem Breekveldt behandelt Vorderingen in de Wolff- en Dekenstudie. Boekbeoordelingen: Herman Pleij, Het gilde van de Blauwe Schuit. Literatuur, volksfeest en burgermoraal in de late middeleeuwen door G.C. Zieleman; R.T. Segers (red.), Receptie-esthetika. Grondslagen, theorie en toepassing door Elrud Ibsch, Ad Leerintveld, Clazien Verheul en Arie IJzerman; en R. Willemyns, Het niet-literaire Middelnederlands. Een Leerboek met Bloemlezing door P. van Sterkenburg.
| |
| |
| |
Tirade 24 (1980), nr. 258/9
Kees Fens plaatst enige aantekeningen bij A. Alberts' roman De honden jagen niet meer.
| |
Tydskrif vir geesteswetenskappe 20 (1980), nr. 2
‘It appears that the convention of fictionality is no longer manageable should the literary text not be verifiable. This tendency in Boon's novels makes it difficult to distinguish between novel and document.’ 'Aldus H.M. Roos in haar artikel Louis Paul Boon - Roman of document. - Tenslotte bespreekt T.T. Cloete een dertiental Nuwe digbundels.
| |
Tydskrif vir letterkunde 18 (1980), nr. 2
Lina Spies schrijft over de dichter D.J. Opperman in Tot digterskap gedreve: van negester oor ninivé tot komas uit 'n bamboesstok. - D.J. Hugo levert een bijdrage Oor die inset van ‘Klipwerk’ van P.N. van Wijk Louw. - P.H. Roodt besteedt aandacht aan de relatie Van Wijk Louw-Breytenbach. - H.J. Schutte belicht Die literêre waarde van ‘lied ter eere van de swellendamsche en diverse andere helden’. - Tenslotte bespreekt T.T. Cloete D.J. Opperman's Joernaal van Jorik en analyseert J. van der Eist De straat (1924) van Ida Boudier Bakker.
| |
Vestdijkkroniek 1980, nr. 29
In Zelfmoord: een denkfout voor Vestdijk probeert Max Nord een antwoord te vinden op de vraag waarom Vestdijk zijn essay ‘Advies inzake zelfmoord’ ‘tot vergetelheid heeft trachten te verdoemen.’ - R.A. Cornets de Groot belicht in Het gedicht als persoonlijk schema de achtergronden van het gedicht Griekse zuilenrij. - Ed van Dompselaar tenslotte poogt a.h.v. Vestdijks theorieën over de barokkunstenaar aan te geven in hoeverre Vestdijk zich in zijn romans zèlf als een barokkunstenaar manifesteert.
| |
Wetenschappelijke Tijdingen 39 (1980), nr. 2
Guido François besteedt aandacht aan De bijdrage van Pol de Mont tot de ontstaansgeschiedenis van het AMVC. Een poging tot rehabilitatie. - Hilde Dewulf en Boleslaw Rajman bezien de taal in Vlaanderen vanuit een oogpunt van Taalpolitiek en sociolinguïstiek.
r.w.w.m.v.d. drift
w. merlijn
|
|