Utrecht 12 Maart 1883
Met name het slot van deze brief is mijns inziens kenmerkend voor de auteur van de Camera Obscura. Dat hij zonder bezwaren het open einde van de vertelling inruilt voor een happy ending zegt wellicht niet alleen iets over de afstand die de toen achtenzestig-jarige innam tot zijn jeugdwerk maar geeft evenzeer aan hoe hij zich kon verplaatsen in de gevoelens van zijn jeugdige lezeressen. Het moet een aardige man geweest zijn.
Den Haag, Tomatenstraat 145
j. kreuzen