In een andere advertentie stond bij een aantal modieuze broeken als tekst: ‘Showbroek sterk maar vooral mooi, die Jinglers jeans van peau de pêche. Het belletje is gratis’ en ‘Kampioensbroek voor de kleine vechtersbaas, natuurlijk van Jinglers, de jeans met dat leuke belletje. Poolvaste corduroy’. Jeans hoogstwaarschijnlijk enkelvoud.
Bij een afbeelding van drie hip geklede jongelui in snelle kleding las ik: ‘Wijd vallende kieltjes op jeans met kleurige voering, uit de zomercollectie van Peter van de Haar’. Hier moet jeans meervoud zijn.
P. van Bakkum begint een artikel in de Volkskrant, waarschijnlijk van oktober 1971, aldus: ‘De fabrikanten van spijker- en ribbroeken beleven gouden tijden. De “jeans” zijn binnen enkele jaren zo waanzinnig populair geworden dat de vraag nauwelijks is bij te benen’. Jeans tussen aanhalingstekens, hetzij om uit te laten komen, dat hij het over dát artikel heeft, hetzij omdat hij enige nattigheid voelt bij het gebruik ervan, mogelijk ook om beide redenen. Jeans in alle geval als meervoud gebruikt. Dan schijft hij verder o.m.: 110 miljoen gulden aan jeans en jackets, de Spaanse jeans-fabriek, het jeans-merk Lois, ons aandeel in de markt van merkjeans, rond 250 duizend jeans en jackets, zonder enige twijfel dus telkens als meervoud. Als hij dan tenslotte iemand uit de handel in jeans citeert en met diens woorden, tussen aanhalingstekens geplaatst, zijn artikel eindigt, schrijft hij: ‘“De jeans is een consumptie-artikel geworden. Zij is niet meer weg te denken uit het huidige kledingpatroon. De jeans-markt is dan ook nauwelijks modegevoelig en zal daarom niet zo gauw aan hevige schommelingen bloot komen te staan”’. In deze context is jeans in hetzelfde artikel opeens enkelvoud.
In een andere krant schrijft de moderedactie in september 1972 ‘Als één kledingstuk zichzelf heeft waargemaakt is het wel de spijkerbroek. Aan de functie van de haute-couture, de BH en de panty mag nu worden getwijfeld, de jeans is niet meer weg te denken’. Enkelvoud. Even verder staat in hetzelfde artikel: ‘Maar ook vrouwen als Brigitte Bardot, Jane Birkin en Elsa Martinelli dragen op cocktailpartijen, in restaurants en discotheeks (sic!) jeans, beslagen met sterren en andere ornamenten’. Meervoud. Voorts: ‘de markt in jeans’, meervoud. ‘Elvis Presley en Andy Warhol laten hun jeans op maat maken’, enkel- of meervoud? ‘Het allernieuwste ... is de wash-out jeans. Dat zijn jeans die door allerlei baden gaan en er daarna oud genoeg uit zien om verkocht te worden. Ze worden wel een stuk duurder dan de normale, nieuwe broeken, maar het publiek vraagt erom’.
Het kledingstuk dat in het Engels met jeans wordt aangeduid, kent, naast de benaming ‘spijkerbroek’, die aanduiding in het Nederlands ook. De benaming van dergelijke voorwerpen is in onze taal nu eenmaal een woord in het enkelvoud. Dáár zit het probleem bij het overnemen van de benaming ‘jeans’ echter niet. De moeilijkheid zit hem hierin, dat het Nederlands een meervoudige vorm kent voor twee of meer van de voorwerpen in kwestie en dat die meervoudsvorm niet nog eens aan het Engels kan worden ontleend of aan het Engelse meervoud kan worden aangepast, zoals bij ‘clubs’ en ‘rails’. Tot nog toe redt men zich blijkbaar met de vorm jeans, die het voordeel heeft er als een echt Nederlands meervoud uit te zien. Jeansen of jeanzen heeft het, voor zover mij bekend is, tot nog toe evenmin gehaald als reelsen of reelzen.
Rijswijk Z.H., Mauritslaan 14
J.B. DREWES