Katenspek
Bij een grootwinkelbedrijf noteerde ik uit een instructieboek voor het personeel als omschrijving van katenspek: gekookt en gerookt spek dat zijn naam ontleent aan de Katenrauch.
Op blz. 200 van Nika Standen-Hazelton, In de Duitse keuken [Amsterdam, 1970] treft men in de verklarende woordenlijst het woord katen aan: ‘een boerenhutje waar oorspronkelijk een bepaald soort ham werd gerookt.’
Over de verbreiding van dit produkt vertelde men mij het volgende: Duitsland met zijn enorm assortiment van vleeswaren - het zo juist genoemde kookboek bericht op blz. 16 dat de grootste gastronomische tempel van Dallmayr in München met zijn 550 bedienden alleen al 130 worstsoorten verkoopt! - biedt het Nederlandse grootwinkelbedrijf geregeld nieuwe artikelen aan. Ongeveer een jaar geleden bleek dit Katenspeck in de Nederlandse smaak te vallen. Om goedkoper te kunnen leveren heeft een grootwinkelbedrijf de fabricage van dit produkt nu zelf ter hand genomen. Door uniforme naamgeving en prijsaanduiding voor alle vestigingen van dit bedrijf verbreidt het gelanceerde katenspek zich pijlsnel in al onze provincies. Dat dit woord zijn verbreiding uitsluitend aan het grootwinkelbedrijf te danken heeft, blijkt uit het feit dat een tweetal ‘gewone’ slagers bij navraag zelfs nog nooit van dit produkt gehoord bleken te hebben.
Alkmaar, Ruysdaelkade 26.
c. kostelijk.