De Nieuwe Taalgids. Jaargang 64
(1971)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 480]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er bestaat een Middelnederlands woord ‘oone’In De nieuwe taalgids LXII [1969] blz. 344 heeft J.B. Drewes een artikeltje gepubliceerd met als opschrift: Bestaat er een middelnederlands woord ‘oone’? Dit woord komt voor in een gedichtje uit Het liedboek van Liisbet Ghoeyuaers, dat door Dr. A.J.M. van Seggelen in 1966 (Zwolle) is uitgegeven. We laten het hier volgen zoals het op blz. 186 van genoemd Liedboek staat vermeld: 1[regelnummer]
Ic bidde den ouersten heere
Dat hy mijn sinne
Volcomelijc wil keeren
Aen sijn minne
2[regelnummer]
Hy es een ewige weelde
Sonder gelike
Van gode moet hy vloeyen hy es soe rijke
3[regelnummer]
Nemmermeer en wert verstaen sijn ongemetenheit
Hy es soe ouersoete van rechter edelheit
4[regelnummer]
Van minnen woudi oec steruen
Die hy tot ons droech
Op dat hy rechter trouwen
Altoes waer genoech
5[regelnummer]
Hy es een hemelsce oone daer hy met lonen sal
Soe wie die mah besitten
Hi heeft vercregen al.
6[regelnummer]
Ic bidde den ouersten heere
Lecoutre heeft in Leuvensche Bijdragen III [1899] Hy es (strofe 5) veranderd in Het es, en daarmee, zoals Drewes terecht opmerkt, de thematiek van het gedichtje verstoord. Zelf wil Drewes oone vervangen door loone of lone. Volgens hem zouden we dus moeten lezen: Hy es een hemelsce lo(o)ne daer hy met lonen sal. Dergelijke veranderingen zijn dan eerst toelaatbaar als alle andere mogelijkheden ter verklaring van wat er stáát uitgesloten zijn. En dat is o.i. niet het geval. We vragen ons af: Wat is
Met deze voorbeelden voor ogen kunnen we nu de vraag stellen. Wat is dial. oonen (ww.)?: een oon (of oonen) werpen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 481]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze richting denken ook WNT: zie even verderop en Franck-Van Wijk onder Ooi: ‘Germ. *auna- ‘lam’, waarvan wgerm. *aunôn ‘lammeren werpen’.’ Het werkwoord oonen en het znw. oon(e) zijn geen fantasietjes van ons: oonen vindt men in WNT XI kol. 23, welk artikel volledig luidt: oonen, onz. zw. ww. Een vooral in Noord-Holland gebruikelijk woord, waarvan uit het Middelnederlandsch nog geen voorbeelden bekend zijn; het beantwoordt aan ags. eânian, eng. to ean. Deze verschillende vormen beantwoorden aan een Germaansch werkw. *aunôn: er schijnt dus naast germ. *awi een ander znw. *au-no verondersteld te moeten worden. Van schapen: lammeren, jongen werpen. Zijn huysvrau,... teghen als hy komt uyt 'tveld,... Een vyer aenleyd,... en slacht een lam (dat 'tschaep geoond heeft) na lants wijse, Nederd. Helic. 236. WNT geeft:... een lam dat 'tschaep geoond heeft. Best, maar etymologisch staat er: een oon die 'tschaep geoond heeft.Ga naar voetnoot1 En wat het znw. oon(e) betreft, we bezitten het in de tekst van het gedichtje vóór ons: Hy es een hemelsce oone...
Soe wie die mah besitten
Het zou, gezien het bovenstaande, jammer zijn het bestaan van dit hapax legomenon, deze eenling te ontkennen door het in een ander woord weg te werken, te meer daar het voortreffelijk in de samenhang past: Hij (d.i. Christus) is een hemels lam (het Lam Gods, Agnus Dei, over welk ‘agnus’ men zie Franck-Van Wijk onder ooi), waarmee hij (de zaligen in de hemel) zal lonen, anders gezegd: Christus zal met het bezit van zijn eigen persoon (de zaligen in de hemel) lonen (Soe wie die (Christus) mah besitten Hi heeft verkregen al). Het klopt volkomen met een paar citaten die Drewes geeft: ‘Wie haer aenbeet hi heeft te lone Jhesus christus marien sone’ en ‘Daer hi heeft te loene Gods soene’.Ga naar voetnoot2 Onze eindkonklusie moet dus zijn dat we de vraag van Drewes: Bestaat er een Middelnederlands woord ‘oone’? met een volmondig ‘ja’ [Er bestaat een Middelnederlands woord “oone”] moeten beantwoorden.
Deventer, Zwolseweg 108 a.p. de bont |
|