| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Maatstaf. XVIII, Nr. 1
In een gesprek met Ben Bos stelt Fokke Sierksma: de ene mens is voor de ander een wolf.
Nr. 2
Onder de titel 't Peerd van ome Loeks is dood schrijft Ab Visser zijn derde en laatste aflevering in de serie ‘Aantekeningen bij de Groningse literatuur tussen de beide wereldoorlogen’.
| |
Raam. Nr. 64
Dit nummer bevat vier bijdragen over ‘het verhaal’ (in de meest brede zin), t.w.: Corn. Verhoeven, Tellen tot nul; Jacques Kruithof, De schrijver aan het werk (en de schrijver is in dit geval Couperus); René Marres, Fictie versus werkelijkheid; Margaretha H. Schenkeveld, Frits en zijn vrienden (gezamenlijk optredend in De Avonden van G.K. van het Reve). - In de rubriek Nieuwe Boeken: Martien J.G. de Jong slaat aan het Puzzelen met Ruttkowski naar aanleiding van diens werk Die literarischen Gattungen (W.V. Ruttkowski); De kleine gernegrosz noemde R.A. Cornets de Groot zijn bespreking van C. Buddingh's De Avonturen van Bazip Zeehok, waarna hij een pagina wijdt aan Jef Geeraerts' Indian summer, welk werk hij bestempelt als Proza van het ‘coeur humain’.
Nr. 65
Dit nummer, dat de titel Engelman zeventig draagt, is geheel aan de in de titel genoemde auteur gewijd.
| |
Raster. IV, Nr. 2
Literatuur in diskussie ofwel gesprekken tussen een aantal Nederlandse auteurs over de stand van zaken in de Nederlandse literatuur; Lidy van Marissing notuleerde. - T.A. van Dijk houdt zich uitgebreid bezig met Semiotiek en literatuur.
| |
Tirade. Nr. 157
Yvonne Keuls en Hella S. Haasse reageren beide op de kritiek door J.H.W. Veenstra geuit t.a.v. de televisie-serie ‘De kleine zielen’ (Tirade, nr. 155), en deze laatste krijgt de gelegenheid het laatste woord te spreken; dit alles onder de titel Na de operatie Couperus.
| |
Werkgroep 18e Eeuw. Nr. 7
R.P.W. Visser geeft een overzicht van De Nederlandse geleerde genootschappen in de achttiende eeuw.
| |
Simiolus. IV, Nr. 1
Hessel Miedema bespreekt Van Manders Schilder-boeck in reproduktie.
| |
| |
| |
Ts. v. Ned. Taal- en Letterkunde. LXXXVI, Nr. 2
B.H. Erné, Een liefdesdroom, reageert op Raden naar een bedoeling van K. Heeroma, waarbij hij diens aanvullende beschouwingen in Spelend met spelgenoten mede betrekt - L.C. Michels wil klaarheid brengen in Tweemaal tweeërlei interpunctie (Der Minnen Loep, I, vs. 723 vv. en Het Kwatrijn van Augustijn). - N. van der Blom geeft een kleine aanvulling op Looc. - In circa 25 bladzijden geeft F. Claes een overzicht van de Ontwikkeling van de Nederlandse lexicografie tot 1600, waarbij de bewerkingen van woordenboeken van Robert Estienne een centrale rol hebben gespeeld. - G.A. van Es publiceert de eerste aflevering, van ruim 30 bladzijden, van een bijdrage over plaats en functie van de passieve constructie in het syntactisch systeem van het Nederlands, waarin hij voortbouwt op zijn Syntaxis in klein bestek. - Eén boekbeoordeling: van Jan van Ruusbroecs ‘Brulocht’ in oberdeutscher Überlieferung door W. Eichler, waarin R. Lievens blijk geeft van ‘opgetogenheid over Eichlers prestatie’.
| |
Driemaandelijkse Bladen. XXII, Nr. 1
Is De Lukevent aan de deen Ludvig Holberg bekend geweest? vraagt G.N. Visser zich thans af. - K. Heeroma illustreert zijn Oostnederlandse herkomstnamen in Utrecht met een tweetal kaarten. - T. de Vries vervolgt zijn bijdrage betreffende gegevens Uit een oud urks doopboek. - K.D. Schönfeld Wichers geeft Aanvulling van het Woordenboek Rijssens dialect en voegt daar ‘Verbetering van belangrijke drukfouten’ aan toe.
| |
Onze Taal. XXXIX, Nr. 5
Taalpolitiek, stelt A.J. Vervoorn, kennen wij in ons land nauwelijks. ‘Uit naam van de... 366.000... Friezen wordt een zeer duidelijk omlijnde taalpolitiek gevoerd. De anderen delen in de vage voordelen van het ABN-sprekerschap, waarvoor nauwelijks een overheidsinstantie zich verantwoordelijk voelt, als het om beleidslijnen of normen gaat’. Ook ten aanzien van taalwetenschappelijk onderzoek zou een omvattend beleid gevoerd moeten worden. ‘Het is bijvoorbeeld de vraag of de verhouding niet zoek is tussen de activiteiten met betrekking tot het ABN en die op dialectgebied’. - C.A. Z(aalberg) knoopt beschouwingen vast aan twee gesignaleerde taalfouten: De roomwitte met gouden trein en Het laatste anderhalve jaar.
| |
Dietsche Warande & Belfort. CXV, Nr. 4
Voor de negende en tevens laatste maal maakte Lieve Scheer Röntgens van Ruyslinck, een reeks gesprekken met de auteur over zijn oeuvre. - In zijn artikel Begrip voor Rome gaat Martien J.G. de Jong in op de verhouding Menno ter Braak - Anton van Duinkerken. - Marcel Janssens bespreekt de roman ‘Wacht niet op de morgen’ - Een getuigenis van Maria Rosseels. - Onder de titel Literatuurwetenschap en comparatisme rubriceert en excerpeert H. van Gorp een aantal artikelen op het gebied van de in de titel genoemde takken van wetenschap.
| |
Tijdschrift voor Levende Talen. XXXVI, Nr. 2
Leo Simoens wijdt enige pagina's aan de briefwisseling tussen R.M. Rilke en Augusta de Wit; de twee door Augusta de Wit geschreven brieven werden nog niet eerder uitgegeven.
| |
| |
| |
Nu Nog. XVIII, Nr. 3
M. Galle en W. Pée schrijven - voor het laatst? - Nog iets over titelusurpatie. - De rubriek Taaladvies wordt gevolgd door de mededeling dat de minister van Nederlandse Cultuur een Raad voor taaladvies heeft ingesteld. - Fr. Vanhooff bespreekt enkele Taalperikelen.
| |
The Modern Language Review. LXV, Nr. 1
M.W. Swales bespreekt Der Doppelroman van F.C. Maatje.
Nr. 2
J. Bientjes, Holland und die Holländer im Urteil deutscher Reisender 1400-1800, wordt besproken door M. Rigelsfort.
| |
Bibliothèque d'Humanisme et Renaissance. XXXII, Nr. 2
In de Chronique geeft C. Reedijk een overzicht van erasmiana uit de laatste jaren: Erasmus in 1970. - O. Fatio signaleert in de rubriek Comptes rendus het Repertorium van het rederijkersdrama van W.H.M. Hummelen.
| |
Renaissance Quarterly. XXIII, Nr. 1
W.S. Heckscher en C.F. Bunker leveren een review van twintig bladzijden, waarvan niet minder dan veertien pagina's bibliografische addenda, van Emblemata. Handbuch zur Sinnbildkunst... door A. Henkel en A. Schöne. - W. Gilbert bespreekt Daniel Heinsius and Stuart England door P.R. Sellin.
| |
Foundations of Language. VI, Nr. 2
P.A.M. Seuren bespreekt Betekenis en betekenisstructuur. Nagelaten geschriften van Prof. Dr. A.W. de Groot, ed. G.F. Bos en H. Roose.
| |
Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik. Heft 1
Het Zeitschrift für Mundartforschung heet met ingang van jaargang XXXVI: Zeitschrift für Dialektologie und Linguistik. - In Heft 1 (Juli 1969) een ‘Bericht’ van J. Daan, Tonbandaufnamen als Material für das Studium der niederländischen Sprache.
| |
Heft 2 (Oktober 1969)
F. de Tollenaere bespreekt Taalgeografie en semantiek van J. Goosens en J. van Bakel.
| |
Ts. vir Volkskunde en Volkstaal. XXVI, Nr. 1
Opnieuw Aantekeninge oor plekname, door B.F. Vreeden.
|
|