Zelfs de strengste rechter zal moeten toegeven dat ‘hun God’ in de laatste regel misplaatst zou zijn. Anders leze hij de wijze woorden van de oude Weiland, ook op blz. 105 van zijn bovengenoemde spraakkunst: ‘terwijl het den dichteren vrijblijft hen en hun (gelijk ook haar en heur) onverschillig te gebruiken’.
Het is een aangename verrassing te ervaren dat een schrijver, verbijsterd door het voor hem, als voor zovelen, verwarrend gebruik van hun en hen een eigen systeem tracht op te bouwen: bezittelijk vnw. hun, persoonlijk vnw. hen. We vinden het in de vertaling van John Winton's We joined the navy onder de titel Admiraals in de dop door kapt. luit. ter zee E.H. van Rees. Tot blz. 100 lezen wij: beschreef hen het rozenpad der promotie blz. 31, gaf hen het nummer van hun slaapverblijf blz. 36, voor hun (!) en van hen blz. 38, welke geestelijke en lichamelijke veranderingen hen werden opgelegd, om hen te leren... op de gewenste manier te reageren blz. 47, wat hen werd opgedragen blz. 62, Hij liet hen kleine hutten zien, Bootsman Moody deed geen poging hen iets uit te leggen blz. 75, Darmouth liet hun (!) dansen en gunde hen hun kleine overwinningen blz. 82. De woorden... gaven hen een visioen van de scheepsmacht blz. 88/89, dat hen een vluchtige blik werd gegund blz. 89, zoals meneer Froud het hen zei blz. 95, alsof hij hen nu reeds rollen toedacht blz. 97, scherper dan hen lief was blz. 98.
Een persiflage op het gesukkel met hun, hen schreef H. Doedens in De Vacature van 17 januari 1967. In zijn schets Rijkskwekelingen komen beide voornaamwoorden elfmaal voor, als volgt verdeeld: nadat de hospita... hen was voorgegaan, de belangstelling die hen betaamt, 't leek hen er best uit te houden, de kwaliteiten... werden hun ook al spoedig geopenbaard, de... redenen, die hen van Lommerrijk deden spreken, in de gang schoot hen nog iets te binnen. T. ging hen... voorbij, deden wat hun in het hoofd kwam, er werd hen nageroepen, dat... V. wou hen niet langer in huis hebben, zodat N. en G. voor de ramen kwamen en hen toewuifden.
Ook in dit opstel wordt hen dus koninklijk bedacht.
Hooft heeft om in zijn tijd te eerbiedigen redenen hun en hen als verschillende naamvalsvormen voorgeschreven. Na een respektabele leeftijd van bijna vierdehalve eeuw blijkt die regel te moeilijk geworden. Wanneer we ons herinneren dat Hooft na voorzetsels hun aanbeveelt, zoals wij dat zeggen (voor hun, met hun enz.) en weten, dat onze grammatika dit als een fout beschouwt, dan bevinden we ons in een doolhof waarbij het labyrint van Creta slechts kinderspel was.
Oorspronkelijk zijn hun en hen varianten, naar dialecten verscheiden; geen verschillende naamvalsvormen. Voor vele beschaafde Noordnederlanders zijn beide vormen bij het schrijven weer varianten, vormen naar keuze, geworden. Zuidnederlandse schrijvers richten zich meer naar de officiële grammatika, die zoals De Vooys in 1947 opmerkte ‘een onderscheid tussen hun en hen maakt, dat onder invloed van de school door de meeste oudere (cursivering van mij, K.) schrijvers in acht genomen wordt’. (Nederlandse spraakkunst, blz. 76). Zuidnederlanders, evenals Noordnederlanders buiten Holland moeten soms kennis nemen van de voorschriften van de spraakkunst. Daarin vinden ze o.a. antwoord op de vraag: hoe moet ik mijn: ‘ik heb hullie ook gezien; ik heb hullie ook wat gegeven’ in het Nederlands schrijven?
Met het oog op (beter: met het oor naar) het spraakgebruik van beschaafd sprekende Nederlanders was ik van oordeel dat door het gebruik van hun in alle niet subjektsvormen aan de verwarring een eind zou komen, ofschoon daardoor hen geheel uit het gezichtsveld zou verdwijnen.