De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55
(1962)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorzetsel-uitdrukkingen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. InleidingTen gevolge van, met betrekking tot, op grond van e.d. noemen we vz-uitdrukkingen. In dit artikeltje wil ik ze formeel proberen te scheiden van enkele types waar ze op het eerste gezicht erg verwant mee schijnen: het zn-patroon met nabepaling bv. lijkt erg op het zn-patroon met een vz-uitdrukking als deel:
In het eerste geval is oog kern, in het tweede belasting; dat zullen we aantonen in 2.1. Een tweede schijnbaar verwant type is het zn-patroon met een vzaz-patroon als deel:
In allebei de gevallen is schuur kern, maar in 2.2 zullen we zien dat tot een meter voor en met het oog op een totaal verschillende bouw hebben. Daarna volgt in 3 een beschrijving van de vz-uitdrukking, altans van één type. Om precies te zijn: die van op grond van als zn-patroondeel, dus in een geval als op grond van die karaktertrek. Op grond van kan overigens ook vn-bw-patroondeel zijn (net als de meeste vzaz's) zoals in op grond daar van of op grond hier van. Die tweede mogelijkheid van buitenbouw van de vz-uitdrukking bespreken we in 4.1; de nevenschikking komt in 4.2 even aan de orde. We zullen zien wat voor en tegen eenwoordigheid van op grond van pleit; enige voorzichtigheid is op dit punt gewenst. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Schijnbaar verwante gevallen2.1. Het zn-patroon met nabepalingWe herkennen de nabepaling van een zn-patroon aan twee eigenschappen: z'n scheidbaarheid van de rest en z'n weglaatbaarheid. Ze wijzen erop dat hij betrekkelijk los met die rest verbonden en weinig essentiëel is. Een voorbeeld van scheidbaarheid van de nabepaling van een zn-patroon:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een voorbeeld van weglaatbaarheid van de nabepaling, vergeleken met weglaatbaarheid van alles behalve de nabepaling:
Zo bewees het beperkte zn-patroon een schat van een kind z'n apartheid o.a. doordat van een kind onverplaatsbaar en onweglaatbaar was en dus ook geen nabepalingGa naar voetnoot1).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.2. Het zn-patroon met een vzaz-patroon als deelIn Voor- en achterzetselsGa naar voetnoot2) heb ik op blz. 316v. het vzaz-patroon besproken. Ik geef enkele voorbeelden waarin zo'n patroon schuin gedrukt is: vlak tegenover de kerk (woont) (oom Jan) In zulke vzaz-patronen is het vzaz de kern; in onze voorbeelden dus tegenover, naast en voor; voorbepaling zijn respektievelijk vlak, drie meter en een paar meter. Kenmerk van de voorbepaling is z'n weglaatbaarheid, kenmerk van de kern z'n onweglaatbaarheid:
In al deze zinnen was het vzaz-patroon schuin gedrukt. De groep achter de deur is evenmin weglaatbaar:
Dat is dus het typische verschil met het type uit 2.1: een man achter de deur waarin achter de deur wél weglaatbaar is. Daaruit volgt dus het grote struktuurverschil tussen deze twee types: in het laatste geval was man kern en niet deur, in het eerste was deur kern en niet meter. De delen van een meter achter de deur zijn dus:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. De binnenbouw van vz-uitdrukkingenTegen de achtergrond van de types uit 2.1 en 2.2 gaan we nu een vz-uitdrukking beschrijven, nl. op grond van in op grond van die kwaliteit ‘wegens die kwaliteit’. Hadden we hier het type van 2.1, dan was grond kern en van die kwaliteit de verplaatsbare en weglaatbare nabepaling. Maar dat blijkt niet zo te zijn: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hebben we hier dan misschien het type van 2.2: een zn-patroon met een vzaz-patroon als deel? In dat geval zou op grond van of grond van dat vzaz-patroon moeten zijn waarin van onweglaatbaar was en op grond of grond de weglaatbare voorbepaling, maar dat klopt niet:
We hebben hier dus duidelijk met een type te maken dat zich van die van 2.1 en 2.2 onderscheidt. Welke andere kenmerken heeft het nog? Een klein onderzoek naar de syntagmatiek en de paradigmatiek van de binnenbouwGa naar voetnoot1) zal ons dat leren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.1. Syntagmatiek van de binnenbouw
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.1.2. BetekenisleerIn de vormleer is gebleken dat de drie elementen op, grond en van in de vz-uitdrukking dus onscheidbaar zijn. Nu blijken ze ook in de betekenisleer één geheel te vormen: niet door optelling van de betekenis van op, grond en van krijgen we die van de vz-uitdrukking op grond van. Die is totaal anders, nl. ‘wegens’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Niet bij elke vz-uitdrukking liggen de betekenis-verhoudingen zo. In ten gevolge van bv. is de overeenkomst tussen gevolge en gevolg(en) heel duidelijk. Iets minder duidelijk weer bij ten behoeve van ‘voor’: hij vroeg het ten behoeve van z'n zwager Niettemin is ook hier de semantische eenheid van de vz-uitdrukking duidelijk. Het ‘losse’ woord behoeve bestaat buiten deze uitdrukking zelfs niet in het ABN; alleen kent de biezondere stijl het nog in een andere vaste uitdrukking te mijnen behoeve enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3.2. Paradigmatiek van de binnenbouwGeen enkel ‘woord’ van de vz-uitdrukking op grond van heeft een paradigma, in tegenstelling met z'n pendant:
Het lijkt er dus op dat behalve de syntagmatiek ook de paradigmatiek hier helemaal ontbreekt. Maar ook al kan iemand grond door hoop of basis vervangen, dan nog blijft het feit bestaan dat de vz-uitdrukking op grond van zich door zeer sterke beperkingen onderscheidt. Wat hoop betreft: dat is geen paradigmalid omdat nu de syntagmatische mogelijkheden veranderd zijn: je kunt zeggen op gegronde hoop of op de zeer gegronde hoop. - Bij de vervanging door basis is een nieuwe vz-uitdrukking ontstaan; dat kunnen we dus wel als paradigmalid erkennen. De vz-uitdrukking op grond van heeft dus vrijwel geen binnenbouw; dat brengt ons op de gedachte om vz-uitdrukkingen ook als een woord te spellen: opgrondvan, methetoogop, tenbehoevevan enz. Is dat volledig verantwoord? In 4 komen we daarop terug. We hebben tot dusver enkel een vz-uitdrukking bestudeerd als zn-patroondeel, maar er zijn ook mogelijkheden als vn-bw-patroondeel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Iets over de buitenbouw van vz-uitdrukkingen4.1. Vz-uitdrukkingen als vn-bw-patroondeelEen vzaz heeft meestal twee mogelijkheden van buitenbouw: het kan zn-en vn-bw-patroondeel zijn: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kent een vz-uitdrukking diezelfde twee mogelijkheden van buitenbouw? Kan hij m.a.w. behalve zn- ook vn-bw-patroondeel zijn? Ik geef één reeks voorbeelden met op grond van in alle vn-bw's:
Twee opmerkingen naar aanleiding van deze voorbeelden. Om te beginnen is er een principiële mogelijkheid van de vz-uitdrukking als vn-bw-patroondeel. Niet elke vz-uitdrukking kan deel zijn van elk vn-bw-patroon. Zijn er verschilletjes van idiolekt, dan is dat niet zo belangrijk. Het gaat er nu alleen om dat hier in principe een mogelijkheid is. Een lijst samenstellen van alle vz-uitdrukkingen en die stuk voor stuk uitvoerig beschrijven, is niet de bedoeling van dit kleine artikel. Op de tweede plaats knoop ik even aan bij het slot van het vorige nummer. Daar had ik gekonkludeerd dat de zeer beperkte binnenbouw een argument kon zijn voor de eenwoordigheid van de vz-uitdrukking: opgrondvan enz. Maar de vn-bw's leveren een argument tegen aaneenschrijving van grond en van: op grond hier van Hier, daar enz. schuiven zich in tussen de delen van de vz-uitdrukking; uitgesloten zijn zelfs:
Vgl. de mogelijkheden van een vzaz-patroon als ver naast:
Is dat een duidelijk verschil met de meeste ‘gewone’ vzaz's, dat is geen reden om de vz-uitdrukking niet als vzaz te beschouwen. Om te beginnen is die groep van de vzaz's nogal heterogeen en bovendien voldoet de vz-uitdrukking hele- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maal aan de vzaz-definitie: het is een deel van een zn- of een verwant patroon, maar als deel van onderwerp of lv is hij uitgeslotenGa naar voetnoot1):
Met deze kleine opmerking over de buitenbouw van de buitenbouw van de vz-uitdrukking besluit ik dit onderdeel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4.2. Nevenschikking bij vz-uitdrukkingenHier zijn twee mogelijkheden: nevenschikking tussen twee of meer vz-uitdrukkingen en nevenschikking tussen een vz-uitdrukking en een ‘gewoon’ vzazGa naar voetnoot2). Van het eerste type geef ik een voorbeeld met en zonder samentrekking:
Overigens voel ik hier de grens van de biezondere stijl al achter me, evenals in een geval dat Prof. van Haeringen me geeft: in weerwil of zelfs op grond van zijn betuiging van ongeschiktheid (achtte) (men) hem de aangewezen man Ik geloof dat we hier moeilijk ABN-voorbeelden zullen vinden en dat geldt zeker voor de tweede mogelijkheid: nevenschikking tussen een vz-uitdrukking en een ‘gewoon’ zn-patroon waarvan onze taalkundige hoofdredakteur me deze voorbeelden geeft: op grond en na overweging van zijn antecedenten Konklusie: het ABN kent vrijwel geen nevenschikking waarvan een vz-uitdrukking één element is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. BesluitNog een laatste type zn-patroon vraagt om een begrenzing t.o. de vz-uitdrukking. Een ww kan een vv bij zich krijgen, d.w.z. een zn-patroon dat met een ‘vast’ vzaz begint; een bwbn en een zn kunnen eveneens zo'n zn-patroon bij zich krijgen met een ‘vast’ vzaz (daarvoor ontbreekt overigens een aparte naam): ik denk aan die reis Voorzien we het laatste syntagma van een vzaz aan het begin, dan krijgen we: op de gedachte aan die reis | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En nu lijkt de overeenkomst met de vz-uitdrukking heel groot: immers, ook die bevat een ‘vast’ vzaz: op grond van die reis Het grote verschil is natuurlijk dat op in de vz-uitdrukking onmisbaar is en in het gewone zn-patroon misbaar: grond van die reis (had) ik niet (uitgesloten) Daarmee is de vz-uitdrukking naar alle kanten duidelijk formeel begrensd, dunkt me. We mogen kort samenvattend zeggen dat een vz-uitdrukking een vzaz is en geen vzaz-patroon. Dat vzaz lijkt meerwoordig maar geen van de schijnbare woorden kunnen we missen. De groep zelf staat heel dicht bij het woord door z'n zeer sterke beperkingen. Wordt de vz-uitdrukking vn-bw-patroondeel, dan dringt het element daar enz. zich tussen twee elementen van de vz-uitdrukking in: ten behoeve daar van. Een andere plaatsing is hier uitgesloten. Hij vormt voor de onderzoeker van de woordgrens een moeilijk studieobjekt; eveneens voor degene die zoekt naar de grens van ABN en biezondere stijl. Eindhoven, 31-3-61. P.C. Paardekooper.
|
|