linck wijdt een artikel aan Alfred Hegenscheidt en Camille Huysmans, die resp. 95 en 90 jaar werden (Marginaliën bij iemands leeftijd).
Afl. 10. De vlaamse dichter Hugues C. Pernath ontving De Arkprijs 1961 van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. - Julien Kuypers herdenkt Een vergeten redenaar, Jan Pellering, 1817-1877. - Ward Ruyslinck beoordeelt Pieter Aerts: weinig geschreeuw en veel wol.
De Vlaamse Gids. Juli. Ger Schmook snijdt het probleem aan Brieven bewaren; brieven publiceren. - L. Elaut handelt over Het medisch proefschrift van Frederik van Eeden. -
Dietsche Warande en Belfort. Juni. Albert Westerlinck schrijft een In memoriam dr. Frans Van Cauwelaert. - Afscheid van Jozef Muls bevat de lijkrede uitgesproken door Albert Westerlinck bij de teraardebestelling van Muls op 26 april 1961. - Ondanks diepgaande stilistische bezwaren acht Albert Westerlinck in Over het proza van Karel van de Woestijne de studie van M. Rutten, Het proza van Karel van de Woestijne, een goede aanwinst voor de kritisch-wetenschappelijke literatuur. - Piet Thomas in Het beroep op de lezer bespreekt de dichtbundels Het masker man van Hugues C. Pernath, Anker en zon van Marcel Wauters en Grondbeeldig van Paul De Vree. - Albert Westerlinck behandelt onder Studie van de Letteren Ada Deprez, E. Du Perron, zijn leven en werk, dat hij verdienstelijk acht, hoewel wetenschappelijk onvolgroeid, en J.A. Rispens, De geharnaste dromer; Johannes Kinker als aestheticus en dichter, dat naar zijn mening van te weinig historische zin getuigt.
Leuvense Bijdragen, Bijblad. L, Afl. 2. Boekbesprekingen o.a.: A. Bosker, Het gebruik van het Imperfectum en het Perfectum in het Nederlands, het Duits, het Frans en het Engels (J.L. Pauwels); K. Heeroma, Taalatlas van Oost-Nederland en aangrenzende gebieden, afl. 2 (F. Van Coetsem).
Tijdschrift voor Levende Talen. XXVII, Afl. 3. Door literaire analyse komt Gerard Vandenhaute tot een ontkennend antwoord op de vraag Paul van Ostaijens ‘Jong Landschap’, een gedicht dat farmacotoxische reminiscenties bevat?, daarmee opkomend tegen de mening van K. Van Acker dat in het oeuvre van de dichter ‘geïsoleerde toxicogeenaandoende elementen aangetroffen worden’. - Een kort artikel van Fr. Closset over De zeventigjarige dichter Werumeus Buning en de poëzie eindigt met een ‘poëtisch credo’ van W.B. zelf. - In de rubriek Varia o.a. het antwoord van J.F. op een vraag naar het gebruik van te vóor een infinitief na dan.
Afl. 4. Fr. Closset geeft in een beknopt, maar zaakrijk artikel enige biografische bijzonderheden omtrent Lode Zielens, die in juni 1961 zestig zou zijn geworden, met een karakteriserend overzicht van het oeuvre.
Wetenschappelijke Tijdingen. XXI, Nr. 5 (Juni). O. Van der Hallen stelt na zijn artikel van een half jaar geleden en de reacties daarop Nogmaals: De toekomst van het Nederlands in België aan de orde, en is daaromtrent niet optimistischer geworden. - J. Behets geeft een historisch overzicht van de Taalverhoudingen op Regeringsvlak in de Zuidelijke Nederlanden tot de Franse Revolutie. - Onder de titel Vossenjacht in Neder-Duitsland bespreekt Ludo Simons de studie van W. Foerste, ‘Von Reinaerts Historie zum Reinke de Vos’ (1960). - In de rubriek ‘Van nieuwe Uitgaven’ o.a. een (niet ondertekende) beoordeling van F. de Tollenaere, Alfabetische of ideologische lexiocografie?, en een vrij uitvoerige bespreking, door W. De Geest, van I. van de [lees: der]