Candjes, kandjes, kantjes
Kloeke heeft Ts. LXVII, 76 het studentikoze propjes ‘propaedeutisch examen’ terecht verklaard als een hypergecorrigeerde vorm van het vroeger uitsluitend gebruikelijke proppisch [prÉ”pis], dat te veel aan vormen als strakkies, boekies deed denken. Hij noemt daar ook candjes ‘candidaatsexamen’, dat naar propjes is gemaakt. Zoals proppisch, blijkens de klinker van de eerste lettergreep, uitging van de geschreven afkorting prop., zo zal candjes uitgegaan zijn van de geschreven afkorting cand., en daarom ligt Kloeke's spelling met d meer voor de hand dan het kantjes van Koenen24 en v. Dale8. Wat de beginletter betreft, de k zal door het nederlandse publiek, in het bijzonder het universitaire publiek, in dat huiselijke kandjes misschien gemakkelijker aanvaard worden dan in het officiële woord kandidaat, waarbij het ‘groenboek’, dat in het algemeen op het punt van de c/k de nederlandse gevoeligheden nogal ontziet, van die algemene gedragslijn afwijkt en aan de k-spelling de voorkeur geeft.
C.B.v.H.