Ongewenste verhollandsing
In N.Tg. 50, 315 [1957], in een noot bij mijn artikel ‘Bestaat er een H/J-wisseling in het Nederlands?’, heb ik gepleit voor de authentieke schrijfwijze Lucas d'Heere, in plaats van de verhollandste Lucas de Heere, resp. Hollands-Belgische Lucas De Heere. Ik heb toen de volgende verzuchting geslaakt: ‘Zou het niet langzamerhand tijd worden, dat de literairhistorici een Vlaamse eigenaardigheid in de uitspraak en in de spelling van de Vlaamse naam van onze Gentse schilder-dichter gaan respecteren? De eis der filologische acribie, het respect voor de authentieke schrijfwijze dient toch te prevaleren boven de zucht tot “verbetering” van een familienaam?’.
Toen ik een poosje geleden, ter gelegenheid van de huldiging van professor Blancquaert, weer eens in Gent vertoefde, moest ik tot mijn leedwezen constateren, dat ook de straatnaammakers van de vaderstad van onze renaissancedichter hebben gemeend de naam van hun roemrijke stadgenoot te moeten verbeteren, d.w.z. vervalsen. De tram die me op een winterse zondagochtend naar de ‘kuip’ van de Arteveldstad bracht, reed toen voorbij de Lucas De Heerestraat.
Hoe absurd een dergelijke vernormalisering is, blijkt duidelijk uit de lijst van d' H-intekenaren achterin het Album Edgard Blancquaert, die ik hier onveranderd laat volgen:
Dr. Frans D'Haese |
Prof. Dr. Jan Dhont |
Mej. Lic. Louisa D' hoop. |
De spelling van deze namen is, zoals men ziet, allesbehalve uniform, en is, zoals dat met familienamen pleegt te gaan, stellig niet vrij van wijzigingen gebleven, ook niet na het door de Franse bezetting opgelegde decreet van ‘6 fructidor, an II’, dat nog steeds van kracht is.
Leiden.
F. de Tollenaere.