Voornaamwoordelijke aanduiding met volle klemtoon.
Onlangs bemerkte ik met verrassing dat een bekend Zuidnederlander bij aanduiding van substantieven van het vrouwelijke genus geen onderscheid maakte tussen een weinig beklemtoond ze en een vol beklemtoond zij, maar in het laatste geval, evenals de Noordnederlander, in natuurlijk spraakgebruik de voorkeur geeft aan die.
In de roman Donderkoppen van Julien Kuypers noteerde ik de volgende plaatsen: . . . de regering! Zal die het Ondersteuningsfonds in stand houden?
np
‘Dat houdt de massa in de draai. Want die heeft een brutale macht. Die kan branden, plunderen, slaan. Maar opbouwen is andere peper. Met de vrijheid weet ze geen weg. Ze is te verdeeld en te dom om zelf haar lot te bepalen’ (blz. 58).
Daarentegen herinner ik mij bij Vlaamse auteurs een nadrukkelijke objektvorm háár ontmoet te hebben, en een nadrukkelijke vorm háár met een voorzetsel (met háár, in háár). Geeft men in Vlaanderen in levend gebruik ook de voorkeur aan dáármee, dáárin?
C.d.V.