Bijzonder, bizonder of biezonder?
Officieel is het nog altijd ‘bijzonder’, maar veel schrijvers en vertalers, vaak niet de minste onder de broederen, schrijven ‘bizonder’ in de geest van de Middelburgse leraar Hasselbach, die in open lettergrepen vaker de enkele i wenste. Dit is al in DE GIDS betoogd in 1907. Zie Spellingb. 105. Het publiek is al vertrouwd met die enkele i in ledikant en muzikant, in artikel, bibliotheek, citer, citroen, diaken, directeur, dominee, familie, gitaar, kilo, kina, idee, ideaal, Januari, Februari, Juni en Juli, linie, liter, enz. Zie Den Hertog II - 236. Ook in vele Italiaanse woorden, die we kennen: Rimini, Ticino, vermicelli, confetti, macaroni, spaghetti, ravioli, tutti frutti en de namen Macchiavelli, Mussolini en Toscanini enz. enz. Niettemin schrijft prof. Royen, de generalissimus der spelling-veteranen, nog altijd ‘biezonder’, maar buiten de oude ortodoxe spellinggarde heeft niemand deze spelvorm aanvaard. Op zichzelf zou dit van weinig betekenis zijn, maar dat de bizonder geleerde Royen in dit verkeerde volhardt, vertraagt de waarneembare gang naar de efficiente vorm: bizonder en daarom gaat het in de schrijftaal. Deze laatste spelvorm kan alleen de ondoelmatige spelwijze: ‘bijzonder’ op den duur vervangen, een vorm, die met zijn twee lettertekens allerminst het klankbeeld juist weergeeft. Nooit of te nimmer zegt er iemand: beizonder. Historisch gezien is er nooit zo'n eenheid en orde in de dagelijkse schrijftaal geweest als nu bij deze wettelijke spelling, maar prof. Royen staat hier zijn eigen streven in de weg. De spelling ‘bizonder’ past zogenaamd wel niet in ons spelsysteem, maar welk systeem wordt er nu in de praktijk des levens niet door de feiten doorbroken. Welke wet heeft onvoorwaardelijk te gelden? Wil men werkelijk ook in dit kleine geval de eenheid en orde in onze schrijftaal bevorderen, dan zal men het beste doen deze reeds in gang zijnde vereenvoudiging te aanvaarden en het
belang van eigen opvatting niet te overschatten', aldus de klare praktikus Kollewijn op blz. 103 van de Spellingbundel.
Elke zogenaamde vereenvoudiging, die inderdaad niet minder letters brengt, wordt door de schrijvende gemeente niet aanvaard. Dit zien we aan de mislukte poging de x te willen vervangen door ks. Dit is alleen gelukt bij het woord ‘tekst’, maar overal elders is het gebruik van de doelmatige x nog levend. Zie naar de woorden: examen, excuus, exemplaar, exercitie, taxis, expeditie, taxatie, textiel, expres, atax, Ajax, Simplex, perplex, enz. Dat die letter in Xantippe, Xavier, Xenophon en Xerxes anders wordt uitgesproken, is blijkbaar geen bezwaar om de x in Het sexuele-N-komplex te handhaven. De geleerde schrijver van deze voortreffelijke brochure schrijft echter afwisselend: seksuele-N-komplex, sexuele-N-komplex, seksuele-n en seksuele mannelijkheid. Zie daarvoor ook blz. 80 en 81 van het kostelijke PAN-boek. Jef Last heeft in V.N. niet ten onrechte geschreven dat het nu de plicht van alle schrijvenden is in het gebruik van de N.S. goed voor te gaan. Wat de spelregels aangaat, de schrijvende gemeente verlangt naar vastheid.
P.S. Verschillende lezers zullen dit wellicht een futiliteiten-jacht noemen, maar de aandacht op de spelling brengt dit vanzelf mee. Professor Royen is in zijn komma-opstel zelf op de bacillenjacht gegaan, welke jacht ook bespreking verdient.
Doorn.
J.H. van Waveren.
Naschrift van de Red. In de volgende aflevering zal Prof. Gerlach Royen de i-ie-spelling nog eens uitvoerig bespreken.