De Nieuwe Taalgids. Jaargang 39

Uit de tijdschriften.
(Jan.-Febr.).

De Gids. Febr.

J.D.M. Cornelissen schrijft over De opdracht van Hugo de Groot's De Jure belli ac pacis aan Lodewijk XIII. - C.L. Schepp beoordeelt het eerste deel van Muziek der Spheren, een bloemlezing uit de Wereldpoëzie, onder leiding van H. Wagenvoort, deel I (De Oudheid), Hij maakt daarbij kritische opmerkingen over het vertalen in verzen.

Roeping. Jan.

Dit Rooms Katholieke tijdschrift is onder een nieuwe redaktie herrezen. De zeer gevarieerde eerste aflevering bevat bijdragen en proza en verzen, maar voorlopig geen die in deze rubriek vermeld dient te worden.

Neophilologus. Jan.

De redaktie publiceert een zeer waarderend beknopt In memoriam bij het portret van Prof. A.G. van Hamel, die gedurende twintig jaren redaktielid geweest is.

De Vlaamsche Gids. Jan.

Dit bekende tijdschrift, in de oorlogsjaren gestaakt, gaat nu vernieuwd, onder een verjongde redaktie, zijn dertigste jaargang in. Naast verhalend proza, gedichten en zeer gevarieerde bijdragen vindt men in de eerste aflevering een In memoriam Prof. Dr Johan Huizinga, door Hans van Werveke, een herdenking van Prof. Dr Maurits Basse, door Jan Schepens, en onder Tooneelkroniek een waarderend oordeel van Johan Daisne over Middeleeuws toneel te Gent, namelijk een geslaagde Lanseloet-opvoering.

[p. 64]

Febr. André de Ridder herdenkt de veelzijdig begaafde Arthur Cornette († 1945), bekend als letterkundige en kunstgeschiedschrijver, in het Noorden bekend als medewerker aan De Gids. - Een opstel van Jan Schepens is getiteld: Gentsche oogen bekijken de Vlaamsche literatuur. - M. Rutten geeft een Kroniek van de Nederlandsche Poëzie, waarin voornamelijk de verzetspoëzie 1940-1945 ter sprake komt. Een bijdrage van J. Moors bevat een systematisch gerangschikt overzicht van De Nederlandse taalkunde 1940-1944, gevolgd door een lijst met nauwkeurige titels.

Levende Talen. Febr.

A. Zijderveld geeft een interessant kritisch overz cht van Een halve eeuw Moedertaalonderwijs. - G.W. Hoornstra maakt, in aansluiting bij een artikel van Dr Lindenburg, een opmerking over Het rondeel. - In een artikel Een lectorale rede u 't 1825 wijst R.W. Zandvoort ook op een merkwaardige intree-rede van C. Fransen van Eck, hoogleraar te Deventer Over het Aanbevelenswaardige van de Beoefening der Nederlandsche Letterkunde (1817).

Tijdschrift voor Levende Talen XI. afl. 2.

De zeventigste verjaardag van Arthur van Schendel gaf Fr. Closset aanleiding om het werk van deze schrijver, ‘een der grootste onder de thans levende prozateurs’ te karakteriseren in drie onderscheiden perioden: de romantiek van de verhalen uit de M.E. en de renaissance, de hedendaagse romans en de ouderdomsperiode, met beschouwelijke humor gewijd aan ‘het tragische probleem van het Levensrhythme’. Een uitvoerige bibliografie besluit deze bijdrage. - In de Kroniek geeft G. Vannes, in aansluiting bij bovengenoemde aantekeningen, zijn opmerkingen over Duitse invloed in Vlaams-België tussen 1830 en 1848. Vooraanstaande Vlamingen, vooral Delecourt en Dautzenberg, reageerden met sympathie op de Duitse vriendschapsbetuigingen.

Afl. 3. Lode Zielens, in 1944 als oorlogsslachtoffer gestorven, wordt herdacht door Fr. Closset, die zijn verdiensten als romanschrijver uiteenzet, maar tevens wijst op zijn tekortkomingen en gebreken. Al is zijn taal soms onbeholpen en overdreven, hij tekent met diep mededogen ten volle levende personen. In de geschiedenis van de Vlaamse letteren verdient zijn werk een blijvende plaats. Een uitvoerige bibliografie is aan dit artikel toegevoegd. - G. Vannes beoordeelt Deux grammaires néerlandaises, van J. van Mulders en J. van Hoof, beide bestemd voor het onderwijs aan Waalse leerlingen.

Afl. 4. Fr. Closset opent de aflevering met een beknopt artikel over Multatuli, gevolgd door een uitvoerige bibliografie. - G. Vannes besluit zijn kritiek op Deux grammaires néerlandaises, waarin hij aanwijst dat Van Hoof veel ontleend heeft aan zijn eigen Grammaire du Néerlandais de Base van 1940.

Afl. 5. Jules Horrent vergelijkt in een Frans artikel: Roelants lied et La Chanson de Roland de Middelnederlandse fragmenten met het Franse origineel. - F. Closset herdenkt in de rubriek Nederlandse Letteren Arthur Cornette en bespreekt o.a. de Lof der gereedheid van de ‘veelbelovende dichter’ Herwig Hensen.

Afl. 6. Jules Horrent besluit zijn studie over het Roelandslied. - J. Píe stelde een uitvoerige en zeer nauwkeurige Bibliografie over Multatuli samen.

C.d.V.