van H. de Bruin gaat over de roman Bint van H. Bordewijk. - P.H. Muller beoordeelt Patriciërs van Jan H. Eekhout.
Okt. Een bijdrage van R. Houwink handelt over Het Jodendom en de literatuur.
Roeping. Sept. G. Knuvelder kondigt Vondels Geloof, van Gerard Brom aan, waarbij hij de schrijver gemaniereerdheid van stijl verwijt.
Okt. F. van Oldenburg Ermke schrijft in de reeks Pentekeningen of geschreven portretten met waardering over Dirk Coster en zijn werk. - P. van der Meer de Walcheren toont zijn bewondering voor Antoon Coolen's Dorp aan de rivier. - Gerard Knuvelder beoordeelt de romankunst van Willem Elschot en kondigt de studie van Van Ginneken over Ras en Taal aan.
De Opbouw. Sept.-Okt. W.L.M.E. van Leeuwen vervolgt zijn Litteraire beschouwingen over hedendaagse dichtkunst.
Dietsche Warande en Belfort. Juli-Aug. In dit feestnummer, bij het tachtig-jarig bestaan van de Dietsche Warande, herdenken Anton van Duinkerken de wording van Het Tijdschrift van Thijm en Filip de Pillecijn van Dietsche Warande en Belfort (1900). - J.F.M. Sterck vertelt over De Warandier als hoffelijk minstreel. - De Academische Herdenkingsrede van Prof. Scharpé, uitgesproken door zijn ambtgenoot P. Sobry, schetst de bemijnnelijke persoonlijkheid en de wetenschappelijke werkzaamheid van de Leuvense geleerde.
De Vlaamsche Gids. Sept. C. Debaive prijst het Roman-repertorium en het Lectuur-repertorium (met 12000 bio-bibliografische schrijversnota's), uitgegeven door het Algemeen Sekretariaat voor Katholieke Boekerijen te Antwerpen en bewerkt door Joris Baers pr.
Studiën, Tijdschrift voor godsdienst, wetenschap en letteren. Okt. Joh. Heesterbeek gaat na, in hoeverre het drama Thomas Morus van H. Roland Holst beantwoordt aan de historische werkelijkheid: achter de hoofdfiguur van het drama schuilt de dichteres.
Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Academie. Jan. Een bijdrage van A.H. Cornette, getiteld: Karel van de Woestijne en de muziek, is gegrond op een reeks artikels van deze auteur in De Standaard (1928-1929).