Réveil, met inleiding van K. Heeroma. - Dirk Coster toont zich, in een opstel In Hades' Schemering, minder ingenomen met De Waterman van Arthur van Schendel, en hoopt op ‘machtig ouderdomswerk’ van deze auteur. - In het Critisch Bulletin beoordeelt Urb. van de Voorde de roman Vader en ik van Willem Putman; Joh. van der Woude de roman Zegen der goedheid van Anton Coolen.
Opwaartsche Wegen. Sept. In de Vlaamsche Kroniek bespreekt Jan H. Eekhout een aantal romans (van Lode Zielens, Gerard Walschap, Willem Putman, Willem Elschot, Ernest Claes en Felix Timmermans). De poëzie is slechts vertegenwoordigd door Edgar Lemaire-Dens on Jan Vercammen. - J. Haantjes schrijft zeer waarderend over de jong gestorven dichteres Jacqueline van der Waals, die ook in haar prozawerk haar diepste wezen openbaart.
Okt. J. Haantjes geeft een uitvoerig overzicht van Het jaar in Zuid-Afrika, waarin hij o.a. bespreekt Die liefde van Catullus, door Haarhoff, de Afrikaanse bijbelvertaling, Die rijke dwaas, een verdienstelijke dichtbundel van W.E.G. Louw, en het werk van een drietal jongeren: Coetsee, de Hobsons en Dirk Mostert, die achtereenvolgens het genre beoefenen van Van Bruggen, Sangiro en Van Langenhoven, maar die deze voorgangers nog niet evenaren.
Stemmen des tijds. Okt. Een artikel van J.C. Rullmann handelt over Afscheiding en Reveil.
Roeping. Sept. Als Romantische Romans, prijst Frans van Oldenburg Ermke het laatste boek van Matthias Kemp: Vallende Vogels, terwijl hij Eroïca van Theun de Vries scherp veroordeelt.
Okt. J.M. Kramer oordeelt ongunstig over de strekking van Den Doolaard's boek De Herberg met het hoefijzer, onder het opschrift: Over didactiek en Den Doolaard.
De Gemeenschap. Sept. Anton van Duinkerken wijst in een artikel Over Lodewijk van Deyssel op ‘het occulte taal-mysticisme’ van deze auteur, dat hij verklaart als ‘een stuk geperverteerde katholieke traditie’.
De Vlaamsche Gids. Sept. Jan de Vries publiceert zijn kongresrede over Germaansche Kultuurproblemen, waarin hij o.a. bepleit