| |
| |
| |
Uit de tijdschriften.
(September-Oktober).
De Gids. Sept.
A. Zijderveld schrijft een artikel over Coornhert, naar aanleiding van Prof. Becker's Bronnen-publicatie. Hij wijst op de grote betekenis van Coornhert, die nog meer op religieus dan op litterair gebied ligt, en oppert enkele bedenkingen tegen Becker's datering van de brieven. - H.S.M. van Wickevoort Crommelin wijst in een artikel Zuid-Afrika bezint zich op de toenemende neiging van de Zuid-Afrikaners om hun taal en schrijfwijze niet te zeer van de stamtaal, het Nederlands, te laten vervreemden.
| |
De Nieuwe Gids. Sept.
W. Kloos schrijft Over den ‘Schoolmeester’ en zijn ‘Gedichten’.
| |
Okt.
W. Kloos publiceert enige Brieven van Jac. van Looy, uit de tijd van zijn Spaanse reis. - Khouw Bran Tie prijst Kloos' Theorie der Dichtkunst.
| |
Leiding. Sept.
In het vervolg van zijn breed opgezette studie Een Halve Eeuw Noord-Nederlandsche Poëzie behandelt P.N. Eyck Herman Gorter.
| |
Groot-Nederland. Okt.
J.W. Muller publiceert een voordracht over Het ontstaan van het begrip en den naam ‘Nederland’, waarin aangetoond wordt dat vóór de Bourgondiese heerschappij slechts gesproken kon worden van ‘de Nederlanden’, terwijl de begrenzing naar het Oosten sterk van de tegenwoordige afweek.
| |
De Stem. Sept.
In een artikel, dat reeds van 1924 dagtekent: Naar boven of Voorbij de Wegen of het Credo van een Dichter polemiseert Dirk Coster met de dichter M. Nijhoff. - In het Critisch Bulletin beoordeelt Theun de Vries Vrouwenkruistocht van Jo van Ammers-Küller; Karel Leroux Twee helden van Maurice Roelants, terwijl H. Poort schrijft Over Johan Fabricius.
| |
Okt.
In het Critisch Bulletin beoordeelt Antonie Donker Joh. de Meester's Liefdetrouw; Menno ter Braak In Memoriam van J. van Oudshoorn.
| |
| |
| |
Opwaartsche Wegen. Sept.
Leo van Breen spreekt over Pieter Lenaerts van der Goes, naar aanleiding van de uitgave van Den Druyven-Tros der Amoureusheyt door P.J. Meertens. - C. Rijnsdorp behandelt De essayist Querido.
| |
Okt.
Een opstel van J. Haantjes is getiteld: De Vliegende Hollander psychanalyties belicht, waarin hij nagaat, in hoe verre Nijhoff in zijn bewerking van de Vliegende Hollander ‘vorm gegeven heeft aan zijn eigen onbewuste gevoelscomplexen.’ - Jan H. de Groot schrijft een afbrekende kritiek van de verzenbundel Ranken door C.L. van Till-Den Beer Poortugael.
| |
Roeping. Sept.
Gabriel Smit beoordeelt Jan Engelman's bundel ‘Sine Nomine’ onder het opschrift Een verdwaald Florentijn.
| |
Okt.
Gerard Knuvelder tracht in een uitvoerig opstel de kunst en de levensbeschouwing van Albert Verwey te karakteriseren, naar aanleiding van zijn jongste bundel De Figuren van de Sarkofaag.
| |
Den Gulden Winekel. Sept.
J. Greshoff doet met vinnige spot een aanval op De Taalschutters, waarmee hij Charivarius en Haje bedoelt, die in de Amsterdammer de schrijvers op taal- en stijlfouten willen betrappen. - Anthonie Donker schrijft over E. du Perron's Parlando (Noodschoten van een franc-tireur); Roel Houwink over Slauerhoff als prozaschrijver, naar aanleiding van Schuim en Asch.
| |
Okt.
Anthonie Donker waarschuwt Theun de Vries, de dichter van Westersche Nachten, voor De narcose der bekroning. - Roel Houwink beoordeelt Een nieuwe bundel van Elis. Zernike (De Gereede Glimlach).
| |
Dietsche Warande en Belfort. Sept.
Marnix Gijsen beoordeelt uitvoerig een roman van Raymond Brulez: André Terval of inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid, die hem teleurgesteld heeft.
| |
Okt.
De redaktie geeft ten dele de uitkomsten van een rondvraag over de stand en de vooruitzichten van De Kritiek in Vlaanderen. De aflevering bevat de antwoorden van Paul de Mont, Urbain van de Voorde, Jan Hammenecker, Dirk Vansina, Anton van de Velde en André Demedts.
| |
De Vlaamsche Gids. Sept.
Marc. Wils geeft een uiteenzetting van de ‘rake typeering’ in De Karakters uit Mariken van Nieumeghen.
| |
| |
| |
Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Academie. Mei.
Deze aflevering bevat de verslagen der keurraden omtrent de Prijsvragen voor 1930. Bovendien een herdenkingsrede: Guido Gezelle, zijn grootheid en zijn macht door Jozef Muls.
| |
Vondelkroniek, nummer 3. Oktober.
J. Aleida Nijland bestudeerde het handschrift van Vondels ‘Godefroy of Hierusalem verlost’, met het oog op een mogelike uitgave. Hoewel er veel verkeerd vertaald is, biedt Vondels werk als taalkunst veel moois. - B. Molkenboer bespreekt Het voorwerk van de Altaergeheimenissen, o.a. de titelprent, vergeleken met de originele gravure. - J. Dirks toont aan dat David Ruarus in Des Waerelds Ondergang, acht jaar na Vondel's dood uitgegeven, het werk van zijn grote voorganger onbeschaamd plundert. - Een reeks Kantteekeningen besluit deze aflevering.
| |
Tijdschrift voor Taal en Letteren. Okt.
J. Moormann besluit zijn uitvoerige studie over De Kramertalen, een vergelijkende geheimtaalstudie, waarin, alfabeties gerangschikt, een grote voorraad materiaal bijeengebracht is. - Een artikel van M.J. Langeveld Jr. handelt over Middeleeuwse taalfilosofie. - L.C. Michels wijst op Terrein-aanwas van het vrouwelik pronomen in dagblad-taal, vooral ter aanduiding van onzijdige woorden als: geslacht, volk, Duitsland, Frankrijk. - Ed. A. Serrarens beoordeelt de Korte Schets van de ontwikkeling der Nederlandsche Letterkunde van W.L.M.E. van Leeuwen.
| |
Paedagogische Studiën. Sept.
M.J. Langeveld Jr. geeft een vernietigende kritiek op een taalantiquiteit, de Kleine Grammatica voor Schoolgebruik van J.W. Croes, in 1930 verschenen.
| |
Germanisch-Romanische Monatsschrift. Sept.-Okt.
Een artikel van W. von Wartburg handelt Vom Ursprung und Wesen des Argot; het toelichtende materiaal is aan het Romaans, voornamelik het Frans, ontleend.
| |
Museum. Aug.-Sept.
J. de Vries beoordeelt de studie van André Jolles over Einfache Formen; Albert Verwey het proefschrift van C. Brouwer over Das Volkslied in Deutschland, Frankreich, Belgien und Holland.
| |
Okt.
N.B. Tenhaef beoordeelt Staverman's uitgave van Bontekoe's Journael.
C.d.V.
|
|