hij geneigd om aan te nemen dat Van Effen in zijn ‘Lettre d'un homme d'age’ zijn eigen innerlike levensgeschiedenis gegeven heeft. - Waldie van Eek schrijft Over den dichter H.W.J.M. Keuls.
De Nieuwe Gids. Julie. K.H. de Raaf herdenkt de dichter Jan Hendrik Leopold. - W. Kloos bestrijdt op hoge toon de onlangs opgetreden hoogleraar Dr. J. Wille, naar aanleiding van zijn inaugurele rede, waarin hij de Daad en Gedachte der Nieuwe-Gidsbeweging, volgens de schr., miskende.
De Beiaard. Julie. Wies Moens spreekt zijn verlangen uit naar Een katholiek-modern toneelrépertoire, en gaat in het buitenland en in Nederland na, in hoeverre zijn ideaal al verwezenlikt is.
Stemmen des Tijds. Julie. J. Petri besluit zijn beschouwing over het Godsdienstig verlangen in de nieuwe kunststroomingen.
Aug. In de Literaire Kroniek bespreekt C. Tazelaar o.a. de studie van Dr. K.F. Proost over Socialistische Kunst en de Verzen van H. Marsman naast de Verschijningen van Jan Prins.
Opgang. Julie. Met Een zoeker, die belijdt gevonden te hebben bedoelt M.J. Leendertse ‘De Roomsche Van Eeden’. - Theo Dijckman acht Droomkoninkje van Heyermans ‘en monumentaal werk’. - P.H.M. bespreekt de Geschiedenis der Nederl. Letterkunde door J. Greshoff en J. de Vries, en De Beweging van '80 door H. Middendorp.
Aug.-Sept. Onder het opschrift Een moderne Christofoor bespreekt J. Haantjes de bundel Vormen van M. Nijhoff. - W.A.P. Smit schrijft een opstel over Een spel van verheerlijking, nl. ‘Die sevenste bliscap van onser vrouwen’. - De Van Eedenfragmenten door M.J. Leendertse ontleden het drama Lioba van deze dichter. Dezelfde schr. vervolgt zijn beschouwing over Van Eeden's bekering. - G. van der Meulen geeft Iets over de Friesche Taalbeweging, nl. over ‘It Psalmboek’ yn Fryske biriming door A. Wybenga.
Vragen van den Dag. Julie. A. Hallema behandelt Het ontstaan en karakter van het Noordnederlandsche vagantendom der 16de eeuw, voornamelijk beschouwd uit het oogpunt van ‘zijn taal’.
Den Gulden Winekel. Julie. Pannekoek's interview is gericht tot de dichter Francois Pauwels. - G.A. van Klinkenberg schrijft