De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13
(1919)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNederlands ‘slang’ van ± 1840.De bronnen voor de geschiedenis van het ‘slang’ in het midden van de negentiende eeuw vloeien niet ruim. Daarom tekende ik uit een anoniem schimpschrift An de Maker van het Blijspel de Nichten (2 blz.), opzettelik in ‘platte’ taal geschreven, het volgende aan: 'k Heb jen nuuf blijspel met vertrapt veel ket gelezen. - Je ‘jij’ en ‘jou’ bevalt me afgestamptGa naar voetnoot3) - 'k vind dat zoo lodderig - dat je daar uit een heele boel had gekrabbediefd - heerlijk! kruiïg! peperig! - 't Spijt me danig, dat je Poehaan bent an de GidsGa naar voetnoot4); net als de Liedekenskraaijer van Bontekoe; 'k zou je anders vragen, om er mijn lofblazerij in te lappen. Verder gebruikt de schrijver als ‘platte’ woorden en vormen: verlangst, evel, groos, Duisland, aarsbisschop, ummers, derlui, je mos, hij mot, ik bran, ze zellen. C.d.V. |
|