De Nieuwe Taalgids. Jaargang 7
(1913)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdRitme en metrum in het vers.Lezers van haar poëzie [d.i. van H. Roland Holst] weten ook dat haar vers van den beginne een bizonder karakter had: van namelijk sterk-ritmisch te zijn en zwak-metrisch. Het is de eigenaardige macht van het metrum, dat dit de beweging van het ritme - de onmiddelijke gevoelsgolf dus - temt, weerhoudt en daarmee eigenlijk dwingt vers te zijn. Henriëtte Roland Holst uitte een sterk en en eigenwillig ritme, maar waartegenover zij een zwakke remmende kracht plaatste. Zij begon een sonnet: Schemering is het doodgaan en vertrekkend
en men voelde dat dit een echt ritme was, dat ergens heen leidde, maar het vers was uit en het was geen vers.Ga naar voetnoot1) Las men door: Schemering is het doodgaan en vertrekkend
begeven van dingen die zijn gegleden
mee met den dag,
dan merkte men dat het ritme zich uitstrekte over twee en een halve regel, en dat dus de onevenwichtigheid hersteld werd. De strijd tusschen ritme en metrum werkte bevredigend, niet doordat ze zich verzoenden, maar doordat het ritme zich wist te handhaven en heerschend bleef.
Albert Verwey, (De Beweging, April 1913, blz. 106). |
|