- Bladvulling -
Spreek- en schrijftaal
Niet alleen in het midden van de vorige eeuw schreef men wij, zij en zei men we, zeGa naar voetnoot*, maar ook Bilderdijk geeft enkele voorbeelden van de uitspraak van ongeaccentueerde taalelementen. Hij schrijft: ‘In mijn jongen tijd zei men nog groetem, zegg'em, laati, geefer, voor wat men thans onlijdelijk hard uitklapt of uitbulkt, gelijk men toen reeds schreef: groet en zeg HEM, laat HY, en geef HAAR - De schrijfwijze die deze enclytica afzondert, is gevestigd, en het zou ondoenlijk zijn de vroegere te herroepen; maar tenminste behoort men in de uitspraak zulke woorden toonloos en zacht te doen hooren, wanneer er geene emphasis van bijzondere aanwijzing by behoeft, waarop de zin der rede ons verplicht te drukken’ (Nederlandsche Spraakleer 1826, blz. 66).
Hij schrijft verder dat hij werd uitgesproken met een klank tussen i en e. Welke klank dat geweest is, blijkt uit de beschrijving niet duidelijk genoeg, maar het was zeker niet ‘dat uitkrijschende hy’.
Jo Daan