Taal en Tongval. Jaargang 40
(1988)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plankier en Plankijs
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brabander, die de i-klank alleen maar met ie kon weergeven, omdat de ij in het Brabants toen al een tweeklank was. Al is het woord in het Kortrijks - voor zover het heden nog gebruikt wordtGa naar voetnoot2 - synoniem met plankier, toch heeft het alleen de stam plank- met plankier gemeen en heeft het oorspronkelijk een hele andere betekenis. Mnl. plankijs, plankise werd gezegd van de ‘houten muren of versterkingen om steden of burchten’ (Verwijs-Verdam VI, 416). Kiliaan omschrijft het woord als ‘munimentum ex plancis’. Een paar oude voorbeelden tonen dat aan: Twee vesten soo waren daer, wel ghewatert... met enen goeden planckiseGa naar voetnoot3; 1303 alle de vesten ende alle de grachten van der voorn. stat ende alle de plankisen (Mechelen). Vanwege de klankgelijkenis werden de woorden achteraf verward en toen die houten versterkingen bovendien in onbruik raakten, werd plankijs - door betekenisverschuiving - ook voor plankier gebruikt. In elk geval blijkt het woord in de 16de eeuw in Kortrijk al ongeveer de betekenis stoep te hebben gekregen: 1566 de plancken van het planckyts die zijn al nieuweGa naar voetnoot4. Het woord plankijs is in het Kortrijks nog hoofdzakelijk bekend in de samenstelling plankijskaarter, een scheldwoord voor een slecht kaartspeler. Het woord herinnert aan of verwijst naar de mannen die (vroeger meer dan nu) op warme zomeravonden op de stoep kaart zaten te spelen. Met dit woord drukte de burgerman zijn hele verachting uit voor het bedenkelijke niveau van dergelijk kaartspel. Het Gents (Lievevrouw-Coopman 1951, II, 1098) en het Brugs hebben hiervoor het woord plankierkaarter, dat Lievevrouw-Coopman omschrijft als ‘Zinspeling op de kindersGa naar voetnoot5 of kleine jongens, die op de plankieren tegen de gevels der huizen zitten te kaarten’. Hij vergelijkt verder met het eveneens Gentse woord blokkaarter: ‘Die onkundig is in het kaarten; wordt ook schertsend, spottend of als verwijt gezegd van een speler die bij toeval slecht speelt’. Deze definitie past eveneens uitstekend voor de Kortrijkse plankijskaarter. Nu vraag ik me af of plankijskaarter oorspronkelijk wel ‘kaartspeler op de stoep’ heeft betekend. Blijkens het door J. Soete gesignaleerde Kortrijkse woord vestekaarter ‘kaartspeler op de vestingen, slecht kaartspeler’ (Debra- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bandere 1986, 277) en blijkens de oorspronkelijke betekenis van plankijs, kan plankijskaarter best - ook letterlijk - een synoniem zijn van vestekaarter. Het woord plankijs zal blijkens de 16de-eeuwse vorm planckytsGa naar voetnoot6 wel van Pikardische oorsprong zijn. In het Pikardisch moet een vorm als planquiche, -uice bestaan hebben. In het Pikardisch werd Lat. -itium nl. -iche of -ice, b.v. servitium - service - serviche (Gossen 1976, 93). Toevallig (?) zijn er in hetzelfde semantische veld nog een paar woorden met dezelfde uitgang. Mnl. hordijs, ordijs, ordijtsce (MW III, 589) gaat terug op Oudfrans hourdeis en betekent ‘palissade, verschansing, borstwering, bolwerk, verdedigingswerk’. We komen het woord nog tegen in de familienaam Hourdisse. De stam van het woord is evenwel het Germaanse (Frankische) en Nederlandse horde ‘vlechtwerk’. Een Mnl. voorbeeld uit Gent: dat niemen en breke de veste ende ordijtchen van der stede. Een derde woord op -ijts is stakijts(e), stakitse, ook weer een Romaanse afleiding van Germaans (Frankisch) en Oudnederlands staka, d.i. Mnl. stake ‘staak’. Ook stakijts betekent ‘paal, palissade, staketsel’. Op onbegrijpelijke wijze schrijft van Van Wijk (1949, 657): ‘in de 16de eeuw al stakijts’. Het MW VII, 1909 geeft al voorbeelden van omstreeks 1400: 1385 gewrocht an de nieuwe chingele ten Minnewatre ende ter Smedepoorte, an een nieuwe stackytx, Brugge; 1415 dat die van der Sluus daden maken int Zwin... een stakyts, Brugge (Gilliodts-Van Severen 1879-1885, III, 32; IV, 339). Het woord komt om deze tijd ook in Kortrijk voor: 1392 ghegheven Michiel den Bliec van... olmins bert dwelke verorbort ande voers. stakijtseGa naar voetnoot7; 1424 stakijts bachten heere Jans vander Beke (Broel) (Debrabandere 1958, 12). Daarvan werd ook een werkwoord stakijtsen afgeleid ‘met staken versterken, afschutten, afzetten, afsluiten’: 1437 Die vander Sluys deden tSwijn stakijtsen, soe datter gheen goet noch ten Damme noch te Brugghe commen en mochte... Daer laghen voor tSwijn vele oostersche schepen gheladen met coorne, die gheerne daer mede te Brugge ghecommen hadden, maer sy en mochten nyet duere omme dye staken die in tSwyn stondenGa naar voetnoot8. Het woord staketsel is duidelijk een afleiding met het suffix -sel van staket ‘paal, staak’, uit Oudfrans estakette, een Romaanse diminutiefvorm van onze stake (De Vries 1971, 690). Deze eigenlijk nodeloze verlenging van het woord staket is m.i. gebeurd onder invloed van het synonieme stakijts, waarin de ts- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
cluster al aanwezig was, veeleer dan ‘via vl. stakets’ (De Vries - De Tollenaere 1983, 297), dat mij althans niet bekend is. Plankij(t)s, hordijs, en stakijts, drie oude woorden voor palissade. Hoe lang zal plankijs - in het Kortrijks - nog stand houden? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|