Ik heb hem die namiddag plichtgetrouw de schoonheden van de Kuip van Gent doen bewonderen, maar daar het bleef doorregenen waren we wel af en toe verplicht een tijdelijke schuilplaats te zoeken in een van de vele typische cafe's uit die buurt, zodat hij reeds onmiddellijk zijn volkskundige kennis op het gebied van het Vlaamse bier kon verrijken.
Piet Meertens is ook een vriend geworden van den huize en mijn ouders, die hij af en toe bezocht in het verafgelegen Staakte, verheugden zich steeds over zijn komst.
Met mijn vader had hij het dan over gemeenschappelijke vrienden in Nederland en Vlaanderen, over de Vlaamse Beweging, maar ook over Multatuli en de noden van Oost-Indië.
Ik heb dikwijls horen zeggen dat wijlen professor De Vooys de schakel is geweest tussen Noord en Zuid. Professor De Vooys heeft ongetwijfeld veel gedaan om banden tussen beide landen te smeden, maar ik ben er vast van overtuigd dat Piet Meertens meer dan wie ook heeft bijgedragen tot een betere verstandhouding tussen Nederlanders en Vlamingen. En daarom zijn wij hem dank verschuldigd.
* * *
Over zijn aktiviteit als wetenschapsmens wens ik hier niet uit te weiden, omdat zulks, met het oog op de beschikbare ruimte, onbegonnen werk zou zijn, en vooral omdat we allen weten hoe veelzijdig die aktiviteit is.
De secretaris van de Dialectencommissie (sedert 1930), van de Volkskundecommissie (sedert 1934) en van de Naamkundecommissie (sedert 1948) van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, die tevens directeur is van haar Centraal Bureau voor Onderzoek van het Nederlandse Volkseigen, is o.m. medestichter van de Stichting voor het bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders en voorzitter van de sectie Taalkunde, Volkskunde en Fonetiek van de Stichting, van de Commissie van Bijstand van het Nederlandse Openluchtmuseum en van het Zuiderzeemuseum. Hij was redacteur van Eigen Volk (1929-1939), van Stemmen des Tijds (1938-1940) en tot 1956 ook van ons tijdschrift, waarin een aantal waardevolle bijdragen van zijn hand zijn verschenen. Hij is lid van de Commissie voor Taal- en Letterkunde bij de Maatschappij der Nederlandse