Hulde van de uitgever
Een huldiging brengt soms evenveel vreugde aan hen die er aan deelnemen, aan de nabije of verdere vriendenkring van de gehuldigde, als aan de gehuldigde zelf. Zij is een aanleiding tot genoeglijk herdenken van gemeenschappelijke belevenissen, inspanningen, nederlagen en overwinningen. Zelfs zijn, aan feestmaaltijden bij jubileums of bekroningen, niet de pairs van de feesteling maar de mindere genodigden de gelukkigsten. Zij kunnen geheel opgaan in vertederde gevoelens en in herinneringen, zonder welke het leven zelf immers geen duur en geen betekenis zou hebben.
Mijn eerste gesprek met Prof. Blancquaert staat mij helder voor de geest. Wij hadden elkaar waarschijnlijk al eens vluchtig ontmoet maar thans ging het om iets heel belangrijks. Hij had het zeer omvangrijke plan opgevat van een reeks atlassen van de Nederlandse dialekten, of van de Zuidnederlandse, want ik weet niet of hij toen al aan de Noordnederlandse dacht, - in ieder geval hij sprak van de Noordnederlandse niet, misschien wel om mij niet te zeer af te schrikken. Hij sprak me over zijn jonge medewerkers en over zijn werkwijze. Voor mijn verbeelding ging een vizioen op dat voor mij aan het begrip dialectatlas verbonden is gebleven, dat van deze grote, kalme man die al zijn Zondagen en vakantiedagen met de fiets de ene landstreek na de andere afdeed om in hoeven en herbergen phonetische teksten te gaan optekenen, die uren en uren en uren, het oor gespitst, de geest ontvankelijk, het gezicht vriendelijk en geduldig, het soms zeer schuwe dialektsprekend wild opjaagde om woord na woord, zin na zin, het materiaal te verzamelen voor een gelijkend betrouwbaar beeld van de taalverschijnselen die overal beginnen te verschemeren en die hoognodig thans nog moeten genoteerd worden.
Ik heb toen een bewondering voor hem opgedaan die ik niet meer verloren heb, en die met de jaren nog gegroeid is in de mate van zijn werk.
E. De Bock