Tijdschriftenschouw
Tijdschrift voor Nederl. Taal en Letterkunde LXVI (1949): A.P. de Bont bespreekt onder de titel ‘Over beduitje en wat dies meer zij’ de etymologie van genoemd woord. Hij rekent het tot een vooral beneden de grote rivieren voorkomende, door etymologen en dialectologen te veel verwaarloosde groep woorden met voorvoegsel ba-, be-, dja-, zja-, ha-, ka-, ke-, kla-, kra-, kre-, la-, le-, pa-, pe-, pi-, per-, ra-, re-, rä-, ta-, trä. (afl. 1, 23 vv.).
P.C. Paardekoper, Tussen Hollands ae en Nederlands aa. Lang niet alle ae's (<wgerm. â, ā of korte a, e voor r + dentaal) zijn gelijktijdig en op dezelfde wijze in aa's veranderd. Schr. bespreekt de door Hellinga bij de spraakkunstenaars verzamelde recalcitrante ae-woorden, aangevuld met mondeling overgeleverde vormen uit het oud-amerikaans, negerhollands en afrikaans. Hij constateert overeenkomst met de corresponderende vormen in het antwerps en veronderstelt hier een remmende invloed van het antwerps op het hollands (afl. 2, 135 vv.)
Driemaandelijkse Bladen. Nieuwe serie jg. I (1949) No. 1: De redactie geeft in een art. over ‘De spelling van het dialect’ de medewerkers de raad zich zo dicht mogelijk bij de nederlandse schoolspelling aan te sluiten (blz. 3 vv.). M. Schönfeld bespreekt ‘Enkele facetten van het Gronings’ (blz. 10 vv.). G. Roelofs wijst op de gewoonlijk reeds enige generaties oude Vriezenveense bijnamen (blz. 14). K. ter Laan (Een merkwaardige klankwijziging; blz. 20 vv.) geeft een aantal illustraties van het gebruik ener ij-klank voor tegenwoordig ee in vroegere groningse taal. B. van den Berg wijdt een belangwekkend opstel aan het verband tussen ‘Marktrayons en taalrayons’. Als voorbeeld gebruikt hij de namen van de schommel in de volkstaal van een deel van O. Nederland. (met kaart; blz. 27 vv.) J. Naarding verklaart de in Oost Nederland voorkomende betekenis ‘een geschenk geven op een verjaardag’ van de werkwoorden ‘binden’ en ‘strikken’ (blz. 31 vv.) ‘Wrak goed’ is de titel van een korte aantekening van H.L. B(ezoen) waarin hij wijst op het in een uitgestrekt gebied gebruikte woord ‘wrak’ voor ziek, rot, aangestoken (blz. 25).
Neophilologus XXXIII (1949): M. Valkhoff bespreekt interessante ‘Étymologies néerlandaises’ in het frans en de waalse dialecten, deels voorvoegsels betreffende, deels gehele woorden; deels uit het A.B. overgenomen, deels uit verschillende streektalen, (blz. 1 vv.; wordt vervolgd).