Beuken.
In aanvulling van het artikel beuk (voorkomende bij Boekenoogen ‘De Zaansche Volkstaal’, kol. 60) in de beteekenis ‘kleine ijzeren kookpot’ kan ik meedeelen, dat aan de Zaan ook nog het daarvan afgeleide werkwoord beuken voorkomt.
Ik hoorde een jongen zeggen: ‘'k Hoef m'n vader van middag geen eten naar de fabriek te brengen; hij beukt.’ Dit beteekent dan: de vader, die op een rijstfabriek werkt eet dien middag rijst van de fabriek en kookt ze daar.
Het woord wordt ook gebruikt door arbeiders aan een meelfabriek, die in den schaftijd den kost doen met toebereid meel van hun fabriek.
In Wormerveer schijnt dit woord algemeen bekend te zijn.
B.M. Noach.