Goed in z'n was zitten.
Deze uitdrukking heb ik nooit anders hooren verklaren dan als een militaire term ontleend aan 't insmeren van leergoed, tot ik dezer dagen de schrijfwijze wasch tegenkwam, die natuurlijk van een gansch andere opvatting getuigt.
Bij De Beer en Laurillard vind ik onder: Goed in de was zitten: ‘Goed bemiddeld zijn, 't goed kunnen stellen; volgens sommigen een schrijnwerkersterm, van goed met boenwas ingewreven meubels; volgens anderen militaire term, omtrent een proper soldaat, die het zwarte was aan zijn (spiegelglad gewreven) patroontasch niet spaarde. (Aldus tijdens de Belgische revolutie, ao 1830/31).’
Voorts onder: Was (hij zit goed in de) ‘K.M.A.’
Meermalen hoorde ik: ‘Hij zit goed in z'n slappe was.’
Bij het leger is, voor zoover ik weet, alleen de zwarte was, dus slechts één soort, in gebruik. Toch lijkt 't me onwaarschijnlijk, dat dit een argument is voor de ‘wasch’ opvatting en men slappe wasch door hemden, kousen enz.;