Taal en Letteren. Jaargang 13
(1903)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| |
Vreemdelingen.Outlanders, Foreign words used in Dutch and their English equivalents by P. Fijn van Draat and J. de Josselin de Jong. Leiden, J.M.N. Kapteyn. 1902. De samenstellers van dit Woordenboekje hebben zeer terecht ingezien dat 't zijn nut hebben kon vreemde woorden die de beschaafde Nederlander dageliks gebruikt met hun Engelse equivalenten te verzamelen en in 't licht te geven. Op 't eerste gezicht lijkt dit werkje dus een prakties belang te hebben uitsluitend voor hem die zich in Nederland aan de studie van 't Engels wijden. De gehele opzet en uitvoering van 't werkje toont dan ook dat deze konsideratie hun de pen in de hand gegeven heeft. Was echter deze studie alleen voor Anglisten van belang, dan zou Taal en Letteren er hoogstens een paar alineas aan kunnen wijden, - dan zou ik in 't onderhavige geval kunnen volstaan met in een paar zinnen op 't werk te wijzen, - 't aan te bevelen, en daarmee basta. Maar ik geloof dat deze studie van die (blijvende!) gasten in de Nederlandse woordvoorraad ook voor andere van belang zijn kan en stel me dus voor dit woordenboekje voor ons domein te annexeren, - 't goeie er in aan te tonen en, als bewijs van dankbaarheid voor wat de samenstellers ons gaven, 't mijne bij te dragen om 'n eventuele | |
[pagina 262]
| |
tweede uitgave - want die zal zeker wel 's nodig worden - noch iets beter aan 't doel te doen beantwoorden. Ten eerste dan, - om maar dadelik de betrokken partijen gerust te stellen, n.l. de schrijvers en mijn lezers die weldra ook de hunne mogen zijn: 't Is 'n uitstekend werkje, - voor zo ver ik me herinner 't eerste in z'n soort in Nederland. Maar.... - en dat voeg ik er ook maar dadelik bij: niet kompleet en niet volmaakt. Heel begrijpelik is 't dat de uitgeversfirma op een prospectus 't vleiend oordeel van de dagbladpers aanhaalt, maar als we dan daarin o.a. lezen dat de criticus ‘geen enkele maal slib gevangen heeft’, dan is het enige middel 't gezicht ernstig te houden, met een driewerf herhaald ‘Leve de reclame’ tot de orde van den dag over te gaan. Trouwens, ik ben overtuigd dat de samenstellers de eerste zullen geweest zijn hierover te glimlachen. 't Staat met zo veel woorden dan ook in hun voorbericht te lezen, dat ze zelf inzien dat 't (noch) niet kompleet is. En dit slaat niet op die weinige uitdrukkingen die ze ekspres weg hebben gelaten omdat die al in 'n paar Nederlands-Engelse woordenboeken staanGa naar voetnoot1) maar op andere uitdrukkingen die er volgens hun plan wel degelik in hadden moeten staan. Maar 't zal wel niemand invallen hen daar 'n verwijt van te maken, - uit den aard der zaak kan zulk 'n arbeid niet dadelik kompleet zijn. 't Werkje schijnt me op deze manier ontstaan te zijn, dat de auteurs bij 't lezen van Engelse teksten hun spesiale aandacht aan dit probleem gewijd hebben, - kwamen ze dan bij die Engelse lektuur 'n uitdrukking tegen waarvoor ze in 't Nederlands 'n vreemd woord nodig hadden dan werd dit aangetekend. Deze indruk krijgt de lezer n.l. door 't feit dat betrekkelik weinig Engelse werken gedurig weer geciteerd zijn. 't Sisteem heeft 't ontzaggelike voordeel van volkomen zuiverheid en vertrouwbaarheid van de hier | |
[pagina 263]
| |
gegeven Engelse uitdrukkingen te garanderen. Maar 't heeft ook z'n nadelen. Ten eerste geloof ik dat we 't daaraan toe te schrijven hebben dat we hier betrekkelik zo veel nonce-words tegen komen, - vormen en woorden die we door 't woord individueel zouden kunnen karakteriseren, - die door de behoefte van 't ogenblik geschapen, - met die ogenblikkelike behoefte weer verdwijnen. Ook wel woorden die bij wijze van proef de wereld ingezonden worden, - daar geen gunstig onthaal vinden (ik denk spesiaal aan techniese termen) en weer gaan, zonder sporen achter te laten. Zoo heeft b.v. Alexander Ellis getracht in plaats van Umlaut en Ablaut, transmutation en promutation in te voeren. De heren Fijn van Draat en de Jong weten zeer goed dat 't hem niet gelukt is. Is 't dan niet gevaarlik die woorden zonder verder ‘note of warning’ kalm als equivalenten er voor op te geven? (zie p.p. 1 en 130). Yah (p. 83) als 't Engels voor Nota bene, geciteerd uit W. Besant (bij wie 't wel 'n reminiscentie aan Hamlet zal zijn) grafe (p. 6); college p. 26, - eenvoudig 't belgiesfranse ‘collège (des échevins)’; counterfeit presentment dat zonder blikken of blozen als equivalent voor konterfeitsel wordt opgegeven - (hebben de samenstellers hier Hamlet niet geroken?) enz. enz., - 't zijn allemaal woorden die de gebruiker van dit werkje goed zal doen voor kennisgeving aan te nemen, maar - links te laten liggen! En 't kan toch de bedoeling niet zijn de gebruiker er in te laten lopen? M.i. hadden de samenstellers deze nonce-words òf streng moeten weren, of - indien ze er iets op kunnen vinden dat duidelik op 't eigenaardig karakter van die woorden wijst, - ze opnemen, maar dan met die waarschuwing, zó dat de gebruiker weet dat er hier voetangels en klemmen liggen. Wat ik dus - in 't idee dat mijn hypothese over hun werk-methode juist is - me veroorloven zal hun sisteem te noemen, leidt ook tot 't gebruik van minstens genomen twijfelachtig Nederlands. Niet waar, - 't werkje is in de eerste | |
[pagina 264]
| |
plaats voor hem bestemd, die 't Engels beoefent? Hem staat nu b.v. voor de geest die eigenaardige luchte bouw-manier die er meer op uit is de zak van de bouwer te vullen dan 't huis stevig te maken. Hoe zal hij dit uitdrukken? 't Staat er in, - als we 't maar kunnen vinden. Hebben de samenstellers daarvoor werkelik in 't Nederlands Speculatie-bouw gevonden?Ga naar voetnoot1) Of is dit hún Nederlandse vertaling van speculative builder? Ik voeg er bij dat naar mijn opvatting, jerry builder noch niet eens 't zelfde is als speculative builder. Is gesaississeerd en abandon werkelik zo zeer algemeen beschaafd Nederlands dat die woorden hier 'n plaats verdienen? Of staan ze er alleen maar in, omdat de heren F. en de J. seised en abandon in hun lektuur tegen kwamen en hier wat àl te overijld Captain Cuttle's raad opvolgden?Ga naar voetnoot2) En dan: - zie b.v. p. 51. Etalage - display; show; window-dressing. Met twee citaten, éen voor display; een voor window dressing. 't Geheel uiterst nuttig. Maar.... 't allergewoonste woord voor Etalage n.l. shop-window staat er niet bij. En dat gewone woord zal de Student (in Engelse zin genomen!) toch wel in de eerste plaats nodig hebben. Zo ontbreekt bij College volgen (p. 26) 't zeer gewone attend(a) lecture(s), terwijl n.b. to take out a class, er wel staat. Naast Shanks' (toch wel met kapitale S?) mare had ook zijn poney vermeld moeten worden; naast bearing, trend, import (= n. d l. portée) ook tenor, scope, purpose, drift (p. 95); naast to push (p. 105) ook to boom = reclame maken (voor)’Ga naar voetnoot3). | |
[pagina 265]
| |
Ik geloof dat ik de samenstellers 'n dienst bewijs door ze de raad te geven 't probleem ook, en misschien vooral, van de andere kant aan te pakken, d.w.z. ook steeds door bij 't lezen van Nederlandsche teksten - vooral natuurlik van de lichtere lectuur: romans en kranten die 't best de gewone taal weerspiegelen - hun werk in 't oog te houden. Ja, dan zullen ze misschien voor moeilikheden komen te staan en Nederlandse vreemde uitdrukkingen tegen komen waarna moeilik 'n Engels equivalent te vinden is, maar voor wat zoeken en hard werken zullen ze wel niet terug deinzen. Dàn zal hun Engelse lectuur die me op dit stadium van hun werk wat te veel op de voorgrond gerukt schijnt, hen weer te pas te komen, - want dan zullen ze op enkele te zoeken equivalenten, die niet in de gewone woordenboeken staan, op jacht moeten gaan. Vatten ze zo 't probleem van twee kanten aan, dan zullen ze werkelik iets voortbrengen waar 't moeilik zal zijn ‘slib te vangen’. Als een paar van de gevallen waar dit mij nu wel gebeurd is noem ik commissaris (van politie en der koningin), consumptie in de zin van voedsel; item, kwartaal (dat wel is waar door vele als volkomen verhollandst zal worden aangezien maar dat evenveel - of even weinig? - recht heeft opgenomen te worden als kwestie); Uebermensch enz. Een sistematies zoeken zou wel meer lacunes aan 't licht brengenGa naar voetnoot1). We vinden 'n reeks van woorden opgenomen die van minder belang zijn, n.l. die welke dezelfde of zo goed als dezelfde vorm in 't Eng. en 't Ned. hebben b.v. abnormaal, aperçu, aria, neologisme enz. Bij een volgende uitgave zullen de samenstellers die artiekels interessanter kunnen maken door hier andere equivalenten bij te voegen, zo als dit b.v. bij | |
[pagina 266]
| |
nonchalant en nonsens (voeg hierbij: boshGa naar voetnoot1) gedaan is. Voor de meesten zullen die wel niet moelik te vinden zijn. Van veel meer belang zijn natuurlik die zeer talrijke uitdrukkingen, die in 't Eng. geheel en al van 't Nederlands verschillen. Ik noem er enkele op die mij bizonder opgevallen zijn. Ancienneteit, - daar zal menigeen mee zitten, juist omdat zulk 'n woord als ancient je in 't hoofd speelt en we er hier toch niets aan hebben. Weinige zullen aan seniority denken. Apporteren: to fetch and carry, to retrieve; Rijks Archivaris; Master of the Rolls, een zeer gelukkig gevonden equivalent. Zeer interessant is wat bij benefice van inventaris te lezen staat; bargoensch - lingo; geborneerd, - naast 't individueele cramped had narrow-minded vermeld moeten worden; à bout portant - pointblank; changeant - hoeveel Anglisten zullen niet dankbaar zijn voor shot-silk, shot-material; en voor sword-knot = dragon; en - om mijn lijst niet te lang te maken geef ik mijn lezers 'n raadseltje op in de vorm van de volgende vraag: Wat is het Engels voor figurant, galanteriehandel, grime, transporteere, maldonné, negeren, principienreiterei, sec, unheimlich enz. enz. Ik geloof dat vele zonder de hulp van dit werkje 't antwoord schuldig zouden blijven. En 't aantal van deze woorden, die aan 't werk zijn grote praktiese waarde geven, is zó groot dat ze die andere verre overtreffen waarover ik enige open aanmerkingen te maken had. Ongelukkig ligt 't nu eenmaal in de aard van de zaak dat men loftuitingen in enige algemene bewoordingen kan inkleden, - daarentegen bij aanmerkingen lang uit moeten halen, - al ware 't alleen maar om de schijn te vermijden zijn blaam niet te kunnen motiveren. Van daar dat 'n opmerking mij noch even uit de pen moest, die nu wel de gewenste indruk zal maken n.l. dat 't goede overweegt. | |
[pagina 267]
| |
Ik zeide aan 't begin van deze aankondiging dat mij deze studie niet alleen voor Anglisten van belang scheen, - toch heb ik natuurlik bij de bespreking van 't werkje in alle eerlikheid op 't standpunt van de auteurs de nadruk moeten leggen. 't Zou al heel vreemd geweest zijn hun werk aan dit, 't standpunt van de meeste lezers van Taal en Letteren te toetsen. Toch mag ik wel een enkel woordje naar aanleiding daarvan er bijvoegen. Ik geloof n.l. dat het onderzoek van vreemde woorden in 'n taal 'n belangrijke bijdrage kan vormen tot de studie van de Semasiologie. En helaas, voor 't Nederlands zo veel als voor alle andere talen is die tak van studie noch steeds de Assepoetster, niettegenstaande alles wat b.v. Bréal en Waag om maar 'n enkele te noemen, voor 't Frans en 't Duits gedaan hebben. Als bijdrage tot de studie van de semasiologie beschouwen we 'n verzameling als deze niet als vertalings-materieel (of vertalings werktuigen, zo men wil) maar als 'n collectie van woorden, uit 'n vreemde taal in 't Nederlands overgenomen. Hoe dit zelfde begrip in 'n andere taal (in casu: 't Engels) wordt weergegeven laat ons nu koud. Ons interesseert nu alleen de vraag in hoever de betekenis van die woorden gedurende de reis van 't buitenland naar Nederland veranderd is. Niet altijd is er van verandering sprake, - ik geloof dat filiale, fin-de-siècle, fixeren enz. enz. in 't Nederlands absoluut dezelfde betekenis hebben als in 't Frans. Maar neem nu 's zulke uitdrukkingen als: hij is er mee gecoiffeerd, - de consumptie is hier slecht; praktiseren (prakkeseren) een bonheur du jour, zijn beaujour hebben en zo veel andere waar de betekenis niet 't zelfde is als in de taal waaruit de woorden zijn overgenomen. Natuurlik is met de mogelikheid rekenschap te houden dat 'n betekenis die 'n woord nu in 't Nederlands en niet (als in casu) in 't Frans heeft, - dat woord zulk een betekenis vroeger in 't Frans gehad heeft. Waar ik op dit oogenblik schrijf, zit ik ver van boeken en kan ik nu niet onderzoeken of dit ook met een of | |
[pagina 268]
| |
meer van de mij nu toevallig voor de geest komende woorden 't geval is. Maar ik mag wel aannemen dat in verreweg 't grootste getal woorden, dit verschil van betekenis aan ontwikkeling op Nederlands grondgebied te danken is. En dit ligt ook voor de hand. Een inheems woord, door een spreker of schrijver gebruikt, zit met zo veel verschillende banden vast aan andere woorden in die zelfde taal, waarvan de gebruiker de kracht en juist afgebakende betekenis voelt, dat hij er veel minder gauw toe komt er 'n betekenis element uit weg te laten of bij te voegen. De juiste betekenis van een woord - vooral van een niet volkomen concreet begrip - is zeer complex; men kan zich hier rekenschap van geven door een abstract begrip te verklaren of te omschrijven. Nu is niets moeiliker dan juist van zulk een complex begrip zich alle elementen te herinneren, - bij 't leren kennen van een vreemd woord dat zo samengesteld is, wordt door de samenhang 't niet altijd duidelik gemaakt, welke vele begrips-elementen er bij horen. Voor 'n persoon voor wie de taal in kwestie moedertaal is, zijn er massa's aanknopingspunten voor de constituerende elementen te vinden, - maar laat dit woord in de vocabulaire van een vreemdeling worden opgenomen, - tien tegen één dat hij er, door de samenhang misleid, enkele betekenis-elementen bij zal voegen, waar door de betekenis wordt beperkt, - of, noch wel eerder, er enkele betekenis-elementen uit weg zal laten, waardoor de betekenis zelf wordt uitgebreid. Om nu eerst die laatste te nemen, dit zullen, uit den aard der zaak, die begripselementen zijn die niet zeer duidelik op de voorgrond treden, - die dus ook in de taal zelf - ik zou bijna willen zeggen: op de nominatie stonden om te verdwijnen. En wat het eerste geval betreft, - dat er begrips-elementen bijgevoegd zullen worden, waardoor de betekenis beperkt wordt, - 't ligt voor de hand dat daar ook weer in de eerste plaats die voor in aanmerking komen, die ook in de moedertaal zich 't best daar toe leenden, - die 't meest voor de hand lagen. | |
[pagina 269]
| |
Om een paar voorbeelden te nemen, - voor veel mag ik me geen plaats meer gunnen. Eerst 'n paar onlangs ‘uit 't leven gegrepen’. Een meneer (ik hoef wel niet te zeggen dat 't geen Fransman was) wou 'n boek ‘opulent’ uitgeven, waarmee hij eenvoudig mooi bedoelde. Van alle begrips-elementen van opulent, rijkdom, vermogen, welvaart enz., was alleen dát blijven hangen, dat wel is waar in alle drie zit, maar toch volstrekt niet 't enigste is, nl. dat op het goede er in wijst. 'N ouwe juffrouw vertelde met tranen in haar stem, dat Fidel (haar hond) zeker toch wel, als zij op reis was, ‘heimwee’ naar haar zou krijgen. En zo, eenvoudig = verlangen, zonder bijbetekenis van ‘verlangen naar huis’ of ‘naar z'n land’, kan men 't woord dageliks horen gebruiken. Noch vermakeliker was het iemand te horen verklaren dat hij zo ‘joviaal’ zou zijn me dit of dat thuis te sturen. Hij bedoelde dat hij de beleefdheid wel hebben zou, dit te doen. En neem 'n uitdrukking als per se. Vroeger toen die uitdrukking noch geen gemeengoed was, gebruikte men die alleen in de oude, oorspronkelike betekenis van: op zich zelf (beschouwd) ‘Per se is dit verkeerd’ zou dus alleen betekenen: ‘dit is waar als men geen andere consideraties, geen verzachtende omstandigheden b.v., toelaat’, - sous-entendu: en (dat begrijp je toch wel) die laten we niet gelden! Zo kan men dan nu per se heel veel gebruikt horen (vooral door hen, die geen klassieke kennis hebben om hen die ‘fout’ te doen vinden; it is an ill wind that blows nobody good!) in de zin van: ‘dit is bepaald verkeerd’. Hij is per se 'n aardige jongen, of zo iets, zal menigeen ontsnappen. Dit en dergelijke zijn nu betekenis overgangen die men natuurlik ook op inheems taalgebied kan waarnemen, en ze zijn als zodanig dan ook niet iets nieuws! Maar waar ik de aandacht op meende te mogen vestigen is de omstandigheid dat vreemde woorden zulk een vruchtbaar veld van semasiologiese studie uitmaken, juist omdat daar de overgangen, minder onder de kontrole van 't foutbegrip, stouter, de sprongen groter zullen zijn en | |
[pagina 270]
| |
daarom eerder in 't oog zullen vallen. Met 't oog hierop hoop ik dus dat men er 's toe zal komen niet alleen die vreemde woorden uit andere talen in 't Nederlands verder te verzamelen - 't zij dan met 't oog op de studie van 't Engels, 't Duits of welke vreemde taal ook - maar ook en vooral de Nederlandse woorden die in vreemde talen overgenomen zijn. Want de studie hiervan in 't bizonder zal in dit opzicht, voor de Nederlandse Semasiologie goede vruchten af kunnen werpen. -
H. Logeman. |
|