is opgedragen, en van wie men zoo gaarne bijdragen op kerkhistorische gebied ontvangt En zij, die den graad van docter in de Nederlandsche letteren willen verwerven en geroepen worden tot het uitgeven van middelnederlandsche handschriften, de bibliothecarissen, welke die handschriften hebben te bewaren en te beschrijven, ambtenaren aan musea, penningkundigen enz hebben zeker niet minder behoefte aan de kennis van het oude schrift als de gemeentesecretarissen.
Maar wel is de kennis welke zij noodig hebben van een anderen aard, als die, welke de gemeentesecretarissen, de predikanten en de archivarissen behoeven. Handschriften van letterkundigen aard zijn in den regel eenigszins anders geschreven als die, welke van kanselarijen of griffiën afkomstig zijn. Evenzoo hebben de archivarissen behoefte aan een grondiger kennis van het oude letterschrift ook der vroegste tijden, dan de predikanten, wier archieven eerst van de hervorming dateeren De uitgave van afzonderlijke werken voor die verschillende categorieën van personen was echter uit den aard der zaak onmogelijk, reeds ten gevolge van de kostbaarheid der reproductiën, die zulk eene uitgave behooren te vergezellen. De bewerkers zullen dus trachten hun handboek zoodanig in te richten, dat het zoowel door archivarissen en beoefenaars van het middelnederlandsch als door secretarissen en predikanten met vrucht kan worden geraadpleegd. Ee een zal wel eens eene opmerking vinden, die hem wat elementair lijkt, en de ander wel eens een passage overslaan, die hem niet te pas zal komen, maar de bewerkers vleien zich toch, dat allen in het handboek zullen kunnen vinden wat zij behoeven.
Het handboek zal bestaan uit een tekst en uit reproducties van handschriften. De tekst zal bevatten 1o. een overzicht van de ontwikkeling der verschillende letterteekens, voor zooverre die in ons vaderland te constateeren valt, met aanwijzing vooral van de verschillende plaatsen, tijden en categorieën van handschriften, waar elke lettervorm voorkomt; en 2o. eene lijst der meest gebruikelijke afkortingen met hare oplossing. Hierbij zal zooveel mogelijk naar volledigheid worden gestreefd, opdat het handboek zoo min mogelijk onvoldaan behoeve te worden ter zijde gelegd. In een naschrift hopen de bewerkers een overzicht te kunnen geven van de oude interpunctie en het gebruik van hoofdletters, een onderwerp, dat tot heden nog eigenlijk in 't geheel de aandacht niet trok en die toch wel verdient.
De reproducties zullen zijn van denzelfden aard als de hierbij gaande, d.w.z. zij zullen zijn lichtdrukken, die in tegenstelling met de thans geheel verouderde methode van overtrekken, het schritt in al zijne eigenaardigheden weergeven.
De bewerkers hopen, dat eene algemeene inteekening het hun mogelijk zal maken tot de uitgave over te gaan, maar daar de kosten