Kleine mededelingen over boekwerken.
Handelingen van het Derde Nederlandsche Philologen-Congres, gehouden te Groningen op Woensdag 2 en Donderdag 3 April 1902.
Medio Desember van 't vorig jaar zijn deze Handelingen in een boekdeel van 222 blzz. aan de congresleden rondgezonden. Daarvan bevatten 196 blzz. de handelingen in engere zin; terwijl 19 blzz. worden ingenomen door een aan het Congres aangeboden bijdrage over ‘De vergelijkende letterkunde aan onze hoogescholen’ van Dr. H.C. Muller.
Ditmaal was voor 't eerst de ‘Linguistiek’ als afzonderlike sektie verdwenen, terwijl de ‘Geschiedenis’ weer, zoals op 't 1e Congres, in z'n volle omvang - dus niet beperkt tot de ‘Oude Geschiedenis’, zoals op 't 2e Congres - met de ‘Archaeologie’ éen sektie uitmaakte. De redenen voor deze wijzigingen werden door de Voorzitter, prof. Sijmons, in zijn ‘Openingsrede’ uiteengezet.
De centrale belangstelling van de Congressisten is deze keer zonder twijfel gericht geweest op de grote vraag over ‘De wenschelijkheid van één algemeen doctoraat in de letteren’. Het ‘Praeadvies’ van prof. Speijer, de daarop gevolgde ‘Inleiding’ van prof. Woltjer en de hieruit ontstane ‘Debatten’ met de bij akklamatie aangenomen ‘Motie’, waarin ten slotte de vraag bevestigend werd beantwoord, staan met gepaste volledigheid in de Handelingen opgenomen.
Daarentegen is van het derde onderwerp uit de ‘Algemeene Vergaderingen’, namelik ‘De ontwikkeling van het natuurgevoel onder ons volk’ door prof. Kalff slechts een uittreksel gegeven.
In de sektie voor ‘Germaansche en Romaansche philologie’ zijn de volgende onderwerpen behandeld: door dr. Bijvanck ‘Oude en nieuwe richting in de philologie’, dat uit- en omgewerkt als bijdrage in De Gids verschijnt (begonnen in 't Januarie-nummer 1903); door prof. Boer ‘Eene episode uit den Béowulf’; door dr. Kossmann ‘Die Musik