Taal en Letteren. Jaargang 13
(1903)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
Uitgaven van De Génestet's dichtwerken.Een drukfout - maar het is een dolksteek in uw oog,
Een klucht...! maar 't is een moord, een diepe zielewonde!
Errata.
Bij de lectuur van De Génestet op school werd ik opmerkzaam op verschillende lezingen in de uitgaven. Langzamerhand verzamelde ik er zoveel, dat ik besloot de uitgaven, die onder mijn bereik waren, aan een gezette vergelijking te onderwerpen. Ik nam de Volksuitgave VIIe en IXe druk, die gelijk zijn, wat me voor een stereotiep-uitgave doet vrezen en vergeleek daarmee de Ie, IIe en Ve uitgave door Prof. Tiele en de Eerste Gedichten door De G. zelf uitgegeven bij Gebrs Kraay, Amsterdam, 1e druk, 1852 en 2e dr., 1860. Vele veranderingen zullen wel drukfouten zijn, maar gedachtig aan 's dichters woorden, als motto hier boven geplaatst, heb ik ook die aangetekend in de hoop zo een bijdrage te leveren tot de juiste kennis van de dichter, die k lassiek zal blijven, zolang men met hem zweert, ‘dat klassiek is,
al wat gezond en waar, bevallig, geestig, chiek is.’
De Eerste Gedichten (E.G.) zijn dezelfde, die afgedrukt staan | |
[pagina 67]
| |
op p. 1-84 der Volksuitgave behalve Naschrift p. 23Ga naar voetnoot1), Het Land p. 43, Boutade, Bij een ‘Fantazie’ van den kunstschilder J.A. Kruseman p. 79, Bladvulling p. 84. In de 2e druk druk komen ook deze gedichten voor. De Sint-Nikolaasavond is in de 1e uitg. van E.G. fragmentaries met veel wijzigingen dientengevolge afgedrukt. Het opschrift Bij een Beekjen luidt in IX, 78 en ook in de andere uitgaven: Bij het Beekje. Verder is hier en daar de volgorde der gedichten gewijzigd, vermoedelik om de plaatsruimte in de volksuitgave, die helaas niet, zoals De G. ‘ieder werk, de vrucht van rijp verstand,
Smaak, kennis, geest, vernuft, een glorie voor (z)ijn land,’
wilde uitgeven, ‘met zorg in 't licht (is) gegeven,
In vriendelijken vorm, de letter groot als vier.’
begroet door englenscharen IX, 5, 39 is in alle andere uitgaven: begroet door de englenscharen, welke lezing natuurlik de voorkeur verdient. Evenzo is op eenzaam mos IX, 25, 28 te vervangen door: op 't eenzaam mos der andere ed.. Kwadraat van Polygoon IX, 8, 1, 28 is een dwaze fout voor Kwadraat en Polygoon uit de andere ed.. Nu wordt P. meermalen voor een wiskunstenaar aangezien, terwijl het is: een veelhoek, een door rechte lijnen begrensde figuur (driehoek, vierhoek, enz.). Kwadraat en Polygoon staat op één lijn met ‘π en x’ uit het voorafgaande vers. Zijn vreugd IX, 10, 32 is stellig te vervangen door mijn | |
[pagina 68]
| |
vreugd uit de andere uitgaven; niet Van Lennep's vreugde stijgt ten top op zijn jaardag, maar die van zijn lofdichter. Reeds in de 2e uitg. van E.G. is het woest geluid vervangen door nu 't woest geluid, wat ook de latere ed. hebben (IX, 13, 37). Verbeterd is ook al in dezelfde uitg. 't laatste couplet van Geloof (IX, 14) dat in E.G. 1 luidt: Wel zult ge in later tijd uw liefste droomen derven,
Wel drijft gij zelf eens met uw dwaasheid bitter spot -
Maar ook, u rest de kans in dat geloof te sterven -
En dan.... wat lieve ziel voor God!
Zo mist ook de 2e uitg. van E.G. het couplet, dat in E.G. 1 als het negende staat in Alarmisten (IX, 20): Met al die bleeke neuzen,
Die al te serieuzen,
Die lafaarts zonder tal,
Met al die alarmisten,
Die om de glorie twisten
Wie 't ergst voorspellen zal.
Ook is daar reeds te lezen negeeren IX, 21, 2, 2 tegenover nīeeren E.G. 1e uitg. spreek IX, 22, 5 (maar ook al in II en V) moet vervangen worden door: preek uit E.G. en I. Eveneens is de lezing: Een ieder uit dezelfde uitgaven beter als En ieder IX, 23, 13. wat ook in II en V te vinden is. uil en aap en ezel E.G. en I, II vind ik beter climax als aap en uil en ezel IX. 1, 29, wat ook in V staat. Zo zal ook de oudste lezing hersteld moeten worden in druipenden kluif V en IX, 37, 32; in E.G., I, II luidt het: druipende kluif, wat het dubbel voordeel heeft van welluidend en volgens de spelling van De Vries en Te Winkel | |
[pagina 69]
| |
te zijn, terwijl van versche festoenen V en IX, 38, 15 geen zin geeft; en versche festoenen in E.G. en I, II daarentegen wel. Zinstorend is ook de lezing Op! tochtgenoten, IX, 39, 2, 27 waarvoor de andere uitg. hebben Op! toch genoten. In de eerste verzen van De Volksdichter heeft E.G. 1e uitg. drie punten van verschil met de andere ed.: 't trouwe volk is veranderd in 't luistrend volk IX, 44, 1, wat veel minder sterk is, maar ook al in de 2e uitg. van E.G. staat. Ook is zwakker geworden: 't edelst dichtrenbloed E.G. 1e en 2e uitg. 't edel dichtrenbloed IX, 44, 4 en ook in de andere ed. In 't volgend vs. is voorleden uit E.G. 1e en 2e uitg. vervangen door 't meer gewone verleden. Daarentegen is voorleden bewaard in IX, 41, 2, 20. Een dergelijke verandering is: ochtendgoud IX, 45, 1, 34 (ook I, II, V) tegenover uchtendgoud van E.G. 1 en 2. liefdegloed IX, 46, 1, 22 (ook II, V) vervangt levensgloed van E.G. en I. Hoezeer men ook geneigd is, in verband met 't voorafgaande liefdegeur aan een drukfout te denken, zou ik hier de lezing der latere ed. willen bewaren. Daarentegen is de zin geheel bedorven door verschrikt IX, 78, 2, 2 (ook al in II en V), waar E.G. en I verstrikt geven; dat dit de goede lezing is, blijkt duidelik uit het vlg. verward. 't Zelfde is te zeggen van: met onbetaalbre frazen IX, 82, 2, waardoor (o, noodlot!) een onbetaalbre fraze gestolen is. E.G. en ook de andere uitgaven hebben: Het is een dief - ach, soms van onbetaalbre frazen, ruisch uit E.G. te vervangen door ruische, zoals de andere ed. hebben (IX, 3, 2, 5) lijkt me onnodig met 't oog op 't volgende in. Vermoedelik voor de klank zal toegetreden uit de oudere uitgaven in V en IX, 3, 1, 13 veranderd zijn in aangetreden, wat ongetwijfeld een verbetering is. Daarentegen zou ik de vroegere lezing willen herstellen in: | |
[pagina 70]
| |
Zuiderzee IX, 8, 2, 15 (ook al in 't motto); de andere uitgaven hebben Zuierzee, stellig meer welluidend. Evenzo herwaart E.G., I, II boven herwaarts, V en IX, 11, 42 en het plan uit dezelfde edities boven 't plan, V en IX, 17, 1, 10. Ook is de lezing: 'k smacht E.G. en I beter dan ik smacht II, V, en IX, 34, 26. verschroeid uit E.G. I en II is later geworden: geschroeid IX, 1, 1, 6 zeker uit grammaticale overwegingen. Dezelfde reden heeft blauwe kiel uit E.G. in alle andere uitgaven door blauwen kiel (IX, 1, 2, 5) doen vervangen en leg uit E.G., I, II, V door lig, IX, 6, 1, 28 en ib. 2. 32. Ik betwijfel, of de welluidendheid door deze ‘verbeteringen’ gebaat is. Waarom andren uit E.G. in alle uitgaven voor andre plaats heeft moeten maken (IX, 7, 2, 14)? De bedoeling is, m.i.: en andere kronen verg ik niet en dan wint de oudste lezing het in duidelikheid. E.G. heeft der bergrivier; de andere ed. de bergrivier, IX, 22, 1; een verandering, die de welluidendheid bevordert, vooral in verband met 't voorafgaand: Verbie de lava, dat zij gloei; het bloemfestoen, IX, 27, 2, 34 luidt in E.G. 1, 2 den bloemfestoen. Taalkundige overwegingen hebben hun invloed ook doen gelden bij dat oord IX. 24, 1, 7 (ook I, II, V) waarvoor E.G. heeft: dien oord, een vorm, die bij D.G. meer voorkomt (vgl. als stemmen uit dien oord, IX, 25, 3, de stemmen van den dierbren oord, IX, 46, 1, 15, welke lezingen ook in de andere ed. voorkomen). Ook hier had het, meen ik, bewaard moeten blijven. Onversaagden knuist V en IX, 27, 1, 21 voor: onversaagde knuist, van de andere uitgaven is volgens de spelling van De Vries en Te Winkel juist, maar mag daaraan de welluidendheid opgeofferd worden? ter hooge tempelzalen IX, 32, 2, 1 (ook I, II, V) zou ik wil- | |
[pagina 71]
| |
len vervangen door: ten hooge tempelzalen van E.G.; ‘grammaties juist’ is geen van beide vormen, maar de laatste klinkt beter. den afgrijsselijksten wals van E.G. is in alle andere vervangen door: een afgrijselijke wals IX, 34, 1, 6. Zo is 't geslacht gered, maar de uitdrukking verzwakt. in diesem Halle van de andere uitgaven is in IX, 41, 12 grammaties juist: in dieser Halle geworden. ontoegangbre IX, 42, 1, 12 (ook V) is een weinig betekenende verandering voor ontoegankbre uit de andere ed.. Met beide schrijfwijzen ng en nk zal zeker dezelfde klank voorgesteld zijn. De interpunctie is ook hier en daar veranderd: zo mist het motto Spes Patriae later (IX, 1) het uitroepteken, dat in E.G. 1, 2 en I staat; evenzo hand! tegenover hand. IX, 2, 1, 27. IX, 2, 2, 21 mist de komma tussen aanzie, blijde jeugd, van de andere ed. weeuw IX, 18, 2, 25 en V staat in de andere uitg. met een hoofdletter; eveneens bijbel IX, 27, 2, 27 en V, student, IX, 39, 1, 3 en V. Van meer belang is 't verschil van een knal, een donderknal, V en IX, 5, 36 tegenover de lezing der vroegere uitgaven: éen knal, éen donderknal. al mijn wenschen, IX, 14, 10 vind ik geen verbetering voor: al de wenschen van de andere uitgaven. D.G. zal hier de aanwijzend bedoeld en opzettelik de herhaling van 't bezittelik vnw. vermeden hebben. Een zinstorende fout, die alleen de IIe uitg. heeft, is uitriep tegen uitroep IX, 28, 32 (zoals ook E.G., I, V). De verdere verschilpunten tussen E.G. en I, waarmee dan de andere overeenstemmen, betreffen de spelling en zijn voor dit onderzoek van ondergeschikt belang: kreeten, scheele, eentoonigheden, kroonen, troonen, thands, cieraad, dosch, enz. zijn in de spelling van De Vries en Te Winkel overgebracht. Opmerking verdient noch het veranderen van: | |
[pagina 72]
| |
wichtjen, aangezichtjen, armtjens, wolkjen, handtjen, enz. in wichtje, aangezichtje, enz.; alleen om de hiaat te vermijden schijnt de uitgang jen in Prof. Tiele's ogen genade te hebben gevonden, zo b.v. eentjen IX, 42, 1, 26, schotjen, ibid. 31 en 32; zieltjen, IX, 43, 1, 21. Ook is koomt telkens vervangen door komt o.a. IX, 15, 11.
(Wordt voortgezet).
Rotterdam. G. Engels. |
|